Topsporttalent kan niet zonder ouders
Een kind met topsporttalent: Hoe herken je het en hoe ga je ermee om? Sportpsycholoog Ivo Spanjersberg geeft tips voor ouders of begeleiders op basis van de laatste inzichten.
Ivo Spanjersberg is sportpsycholoog. Hij houdt zich vooral bezig met hoe iemand omgaat met spanning en druk, en met de effectiviteit van iemands gedrag. Door die bril heeft hij ook al heel wat topsporttalent bekeken. Zo zag hij hoe de mensen om het talent heen omgaan met dat talent. Wat blijkt: Sportbonden, trainers en coaches zijn daarin al verder dan de ouders. Ouders of begeleiders kunnen een grotere rol spelen bij het op de juiste manier begeleiden van topsporttalent.
Wat trainers aan ouders vooral kunnen laten zien, zegt Spanjersberg, “is dat hun kind geen hulp nodig heeft als het gaat om de wil om te winnen; die wil hoef je niet te benadrukken. Waar ze zich op kunnen richten is de werklust, drive en motivatie van het kind. Het gaat niet om een korte termijn, of het kind een wedstrijd wint of verliest. Het kind moet van binnenuit gemotiveerd blijven en het moet autonoom kunnen zijn. En wanneer een kind zijn sport leuk vindt én de druk van trainingen en wedstrijden aan kan, dan is er geen enkele reden om het daarin af te remmen.”
Laat de coach de boeman zijn bij de topsporttalent
Ouders moeten altijd consequent zijn; dat geldt ook voor ouders van topsporttalenten. Ook moeten ze grenzen stellen. “Een talentvol kind is per definitie eigenwijs”, zegt Spanjersberg. “En als ouder hoef je niet de boeman uit te gaan hangen, dat kun je aan de coach overlaten.”
“Als ouder hoef je niet de boeman uit te gaan hangen, dat kun je aan de coach overlaten.”
Een talent moet zich op vier terreinen ontwikkelen: fysiek, technisch, tactisch en mentaal. Ouders kunnen hun kind op al die terreinen ondersteunen. “Voor hen ligt er de taak ervoor te zorgen dat hun kind lekker in zijn vel zit, goed eet en fris is in het hoofd. De sportvereniging heeft de zorg om op de club een sfeer te scheppen waarin mensen zich prettig voelen. Daarbij helpt het te zorgen dat de goede mensen op de juiste plekken zitten.”
Vooral veilig en leuk voetballen
“Welke coach zet je op welke plek?” Die vraag stelt Lennard van Ruiven zich ook als coördinator voetbalontwikkeling bij de KNVB. “De rol van de trainer of coach is daarbij bepalend. Het is een meerwaarde als hij verstand van voetbal heeft en aanwijzingen kan geven. Maar hij moet vooral kinderen op een veilige en leuke manier voetbal laten beleven. Afhankelijk van de leeftijdsgroep en het ambitieniveau moeten trainers een goede band met de spelers weten op te bouwen en over voldoende pedagogische kwaliteiten beschikken. ”
Dit artikel is een bewerking van twee artikelen in Sport Bestuur en Management nummer 3/2016.
Meer lezen? Vind meer publicaties over talentontwikkeling binnen topsport in de Kennisbank Sport en Bewegen.