Spring naar content

Typisch meisjes en typisch jongens sport

Een campagne om ‘Jongens weer jongens te laten zijn’, het grote aantal vrouwelijke leerkrachten in het basisonderwijs, de eenoudergezinnen… Jongens zouden in een dip zitten en slechter presteren dan meisjes. Zorgwekkend is aan de andere kant dat steeds meer meisjes op steeds jongere leeftijd depressieve klachten en een burn-out krijgen. Verschillen tussen meisjes en jongens zijn een actueel onderwerp. Vaak wordt er in stereotypen gedacht. Verschillen meisjes en jongens nu echt zoveel? Wat zijn die verschillen? En wat betekent dat voor de sportdeelname van meisjes en jongens?

De verschillen in ontwikkeling van meisjes en jongens worden vaak verklaard door biologische verschillen die er van oudsher zijn en verschillen in cognitieve en sociaal emotionele ontwikkeling. Ook de directe omgeving is van invloed, zoals ouders, vrienden, leerkrachten. Door deze verschillen op een rij te zetten, ontstaat al heel snel iets als generalisatie. Dat is zeker niet de bedoeling van dit artikel en ook niet terecht. We zetten wetenschappelijke inzichten nog eens op een rij. Ons doel daarbij is vooral om sportclubs en trainers / coaches inzichten te geven die hen helpen bij het versterken en communiceren van het aanbod en het goed begeleiden van meisjes en jongens.

Biologische verschillen

Jongens zijn al vroeg in hun ontwikkeling motorisch veel actiever dan meisjes. Jolles (2016) legt uit dat dat biologisch gezien niet vreemd is. Zo oefenen jongens om als ze volwassen zijn voor hun gezin te zorgen: jagen, vechten en zware arbeid verrichten. Hun spel is gericht op oefenen in motoriek, motorische coördinatie en bewegen. Dit komt onder meer tot uiting in het beter of de beste worden – door veel uitproberen en competitie – wat belangrijke beweegredenen voor jongens zijn in hun sport- en beweeggedrag.

Meisjes kennen niet zo’n sterke biologische prikkel om spieren en sterke botten te ontwikkelen. Jolles (2016) licht toe dat communicatie en taal bij jonge meisjes sterk ontwikkeld worden. In vergelijking met jongens zijn gedrag en spel van meisjes meer gericht op interactie met anderen en met name in de communicatie en uitwisseling. Dit zie je terug in belangrijke beweegredenen van meisjes als het gaat om sportkeuze: ‘gezelligheid’ is belangrijk en ‘verantwoordelijkheid voor het team’ gaan vaak boven een individuele keuze. Als trainer / coach is het goed je dat te realiseren. In de praktijk komt het voor dat meisjes die in aanmerking komen voor een hoger team of een jongensteam er vaak voor kiezen om hun eigen team niet in de steek te laten.

In het onderzoek van Pels (2016) vertelt Kahira dat ze als eerste aan voetbal denkt en dit erg leuk vind. Ze zegt: “Ik moet denken aan mijn team, omdat we bijna elke wedstrijd winnen en dat komt door samenwerking en dan als we winnen, dan knuffelen we elkaar heel veel en we hebben een sterke band met elkaar.”

Hersenfuncties

Hersenen bestaan uit verschillende structuren, met elk hun eigen functie. Denk bijvoorbeeld aan plannen en informatie onthouden, ruimtelijke informatieverwerking of het verwerken van emoties. Die hersengebieden die belangrijk zijn voor het zelfstandig plannen van school, sport en andere activiteiten zijn bij jongeren nog volop in ontwikkeling. Meer dingen tegelijk doen, je concentreren, op tijd je handelingen kunnen stoppen en je niet af laten leiden zijn nog niet vanzelfsprekend. Tijdens de adolescentie leren jongeren om zich in anderen te verplaatsen en argumenten tegen elkaar af te wegen. De hersenontwikkeling loopt bij jongens ongeveer 1,5 jaar achter op die bij meisjes. Dit kan mogelijk verklaren dat meisjes vaak eerder zelfbewust zijn. Rond het 22e levensjaar is de hersenontwikkeling van jongens en meisjes nagenoeg gelijk (Crone, 2011).

Zelfwaarde

In de puberteit worden jongens en meisjes (tijdelijk) zwaarder. Bij jongens komt dat vooral door de sterkere spieren en botten, bij meisjes doordat hun lichaam voller wordt. Bij jongens doet dit hun zelfwaardering groeien, terwijl dit bij meisjes juist vaak afneemt. Zij voelen zich onzeker en worden soms zelfs depressief hierdoor, zeker als zij eerder dan klasgenoten of vriendinnen in de puberteit zijn gekomen (Crone, 2011). Bij sport- en beweegactiviteiten is het belangrijk hier rekening mee te houden. Meisjes kunnen om deze reden terughoudend zijn in het meedoen aan deze activiteiten of de voorkeur geven aan activiteiten waar alleen meisjes bij betrokken zijn.

Lea uit het onderzoek van Pels (2016) zegt: “Juist als de jongens denken dat de sport alleen maar voor jongens is, gaan de jongens expres veel kritiek geven op de meisjes zodat ze juist niet meer mee gaan doen.”

Sociale ontwikkeling

Niet alleen onzekerheid, maar ook zichzelf onderschatten is iets wat meisjes in de puberteit vaak kenmerkt. In tegenstelling tot jongens die zichzelf juist kunnen overschatten (Jolles, 2016). Dit zul je ook zien tijdens de training. Positieve feedback is zowel bij jongens als meisjes belangrijk. Meisjes zullen echter nog wat vaker aanmoediging en bevestiging nodig hebben dat ze iets goed kunnen. Voor jongens is het belangrijk dat ze gestimuleerd worden in communiceren en openstaan voor anderen.

Leerstijlen

Belangrijk om je te realiseren als je les of training geeft aan kinderen en jongeren is dat meisjes en jongens vaak een verschillende leerstijl hebben. Jongens leren door ‘trial and error’, door experimenteren. Geef ze daartoe ook de ruimte. Ze houden van het competitie-element en van uitdaging. Zorg er wel voor dat je de lat niet té hoog legt, maar dat de doelen haalbaar zijn. Dan ontwikkelen zij zich het beste. Reflectie vindt plaats door directe feedback. Laat jongens niet te veel los; ze leren het meeste als ze direct worden bijgestuurd. Meisjes leren stap voor stap en zijn erg gericht op samenwerken. Met individuele feedback kun je meisjes goed stimuleren om zich verder te ontwikkelen. Reflectie op hun leren vindt plaats door “wat vind je er zelf van” feedback. (Van Brussel en Oldenbeuving, 2017).

Veiligheid is erg belangrijk voor zowel jongens als meisjes. Beiden hebben duidelijkheid en vertrouwen nodig. Je hoeft geen aparte activiteiten voor jongens en meisjes te organiseren, maar houd rekening met de verschillen in leerstijlen. Als je wel aparte activiteiten aanbiedt, laat dan zowel de jongens als de meisjes zelf kiezen hoe ze het willen doen. Ook uit onderzoek blijkt dat autonomie een van de belangrijkste factoren is om kinderen en jongeren te binden aan sport. (Ryan, R.M., & Deci, E. L. (2017)

Zogeheten jongens -en meisjes sport

Sporten waar meisjes eerder minder aan deelnamen, worden nu juist door hen omarmd. Zo registreert de KNVB in 2016 een toename van het aantal meisjes en vrouwen van 4% vergeleken bij het jaar ervoor. De jaarlijkse groei bij de pupillen bedraagt 6,7%. En deze trend zet door: steeds meer meisjes beginnen op jonge leeftijd met voetbal. Ook vechtsporten als (kick)boksen nemen bij meisjes in populariteit toe volgens koepelorganisatie IFMA Nederland en de Nederlandse Boksbond (NOC*NSF 2016). Terwijl zogeheten typische jongenssporten als voetbal en vechtsport populairder worden bij meisjes, zien we dat ook de sporten die veel door meisjes worden beoefend – zoals dansen – populair blijven.

Hockey, handbal en volleybal hebben veel meer meisjes als lid dan jongens. Zijn dit dan typische meisjessporten? Dat willen de bonden zo niet noemen en daarom ondernemen ze acties om meer jongens aan hun sport te binden. Door een aparte marketingstrategie (handbal) of door het organiseren van workshops voor bestuurders en trainers (hockey).

Sport- en beweegactiviteiten aantrekkelijk maken en houden voor jongens en meisjes betekent in de eerste plaats aansluiten bij hun leerstijlen, hun motieven en hun belemmeringen. De verschillen in ontwikkeling tussen meisjes en jongens helpen je te begrijpen waarom je jongens en meisjes vaak net iets anders moet bieden of begeleiden.

Meer lezen?

Literatuur

Jolles, J. (2016). Het tienerbrein: over de adolescent tussen biologie en omgeving. Amsterdam: Amsterdam University Press B.V..

Crone, E. (2011). Het puberende brein: over de ontwikkeling van de hersenen in de unieke periode van de adolescentie. Uitgeverij Bert Bakker.

Oldenbeuving, H. & Brussel, K. van (2017). Geef ze vleugels op het mbo. Deltion College.

Ryan, R. M., & Deci, E. L. (2017). Self-determination theory: basic psychological needs in motivation, development, and wellness. New York: Guilford Publishing. ISBN 978-1-4625-2876-9.

Pels, E. (2016). Omdat jongens jongens zijn en meisjes meisjes. Utrecht: Universiteit Utrecht.