Video: Een verstandelijk beperking is geen belemmering voor lekker sporten
Lekker sporten lukt ook wanneer je een verstandelijke beperking hebt. Dat blijkt wel uit het verhaal van de 28-jarige Björn Schouten. Hij woont onder de rook van Rotterdam, heeft een licht verstandelijke beperking en doet al twintig jaar zonder probleem aan atletiek. Hij is intensief bezig met allerlei disciplines zoals kogelstoten, speerwerpen en sprinten. Björn roept iedereen met een verstandelijk beperking op ‘gewoon naar een club te gaan en mee te doen’. Sporten kan je zelfs van je medicijnen afhelpen.
Wanneer is er sprake van een verstandelijke beperking?
Wanneer iemand een achterstand heeft in zowel intelligentie als aanpassingsgedrag is er sprake van een verstandelijke beperking. Het moet voor het achttiende levensjaar zijn ontstaan en het intelligentiequotiënt (IQ) moet lager dan zeventig zijn.
Door problemen in het aanpassingsgedrag hebben mensen met een verstandelijke beperking vaak moeite met conceptuele, sociale en praktische vaardigheden zoals lezen en schrijven, omgaan met geld, het volgen van regels, oplossen van problemen, deelname aan werk, reizen, het maken van keuzes, persoonlijke verzorging of zelfstandig wonen. Mensen met een verstandelijke beperking hebben bij deze zaken daardoor dikwijls ondersteuning nodig.
De mate van de beperking is in te delen in:
- Zwakbegaafd (IQ van 70-85);
- Lichte beperking (IQ van 50 tot 70);
- Matige beperking (IQ van 35 tot 50);
- Ernstige beperking (IQ lager dan 35).
Hoeveel mensen in Nederland hebben een verstandelijke beperking?
Hoeveel mensen in Nederland een verstandelijke beperking hebben is niet bekend. Er is geen centrale registratie waarin van iedere persoon de gezondheid wordt bijgehouden. We zijn aangewezen op schattingen. Een algemeen geaccepteerde schatting is van het Sociaal Cultureel Planbureau en is te vinden op de Volksgezondheidenzorg website van het RIVM.
Het SCP schat dat ongeveer 142.000 mensen in Nederland een verstandelijke beperking hebben (IQ < 70). Dat is ongeveer 0,85 procent van de bevolking. Ongeveer 74.000 mensen hebben een licht verstandelijke beperking (IQ 50-70) en ongeveer 68.000 mensen een matig tot ernstige verstandelijke beperking (IQ < 50).
Veel minder sport- en beweeggedrag
Het sport- en beweeggedrag van mensen met een verstandelijke beperking blijft achter bij de cijfers van mensen zonder beperking.
60,1% van de mensen zonder beperking sport ten minste een keer per week. Bij mensen met een verstandelijke beperking is dat slechts 35 %. [Bron onderzoek Mulier Instituut: Ontmoetingen tussen sporters met en zonder een verstandelijke beperking (2018) nulmeting].
Het belang van sporten en bewegen met een verstandelijke beperking
Bewegen levert veel op, ook voor mensen met een verstandelijke beperking. Na lichamelijke inspanning voel je je goed. Ook zorgt het voor meer plezier, meer zelfvertrouwen en meer zelfstandigheid. Voor mensen met een verstandelijke beperking zorgt regelmatig bewegen vaak ook voor een afname van angst. Te weinig bewegen heeft vaak negatieve gevolgen. Je kunt bijvoorbeeld zwaarder worden. De zin om te bewegen neemt af en de moeite tot bewegen neemt toe. Dit leidt tot een negatieve spiraal. Door overgewicht neemt het risico op het krijgen van verschillende ziekten en aandoeningen toe. Ook neemt de kans op depressie en dementie door te weinig lichamelijke activiteit toe.
Het stappenplan regionale samenwerking aangepast sporten bestaat uit vier logische stappen en biedt gemeenten tips om regionale samenwerking te organiseren, te borgen en het voor iedereen met een beperking mogelijk te maken om te sporten en bewegen.
Belemmeringen en drijfveren
Voor mensen met een verstandelijke beperking hangen veel belemmeringen en drijfveren samen met het type en de ernst van de beperking. Voor de meesten personen geldt dat zij in meer of mindere mate afhankelijk zijn van hun sociale omgeving (ouders, familie, de woonlocatie of zorginstelling). Mensen met een verstandelijke beperking hebben vaak extra begeleiding nodig om te (gaan) sporten en bewegen. Deze is niet altijd beschikbaar. Ook ontbreekt zowel bij de sociale omgeving zoals ouders en begeleiders maar ook bij sportaanbieders vaak kennis over sporten en bewegen voor deze groep. Ook dat is een belemmering voor sportdeelname.
Wat betreft drijfveren: met succes sporten en bewegen kan veel bijdragen aan het zelfvertrouwen van mensen met een verstandelijke handicap. Sport- en beweegactiviteiten dragen ook bij aan het plezier en aan sociale interactie. Gezelligheid is voor mensen met een verstandelijke handicap een belangrijke reden om aan sport te doen. Hiermee verschillen hun motieven niet van die van mensen zonder een verstandelijke beperking.
Lees meer:
Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport hebben de feiten en cijfers over sport en bewegen voor mensen met verstandelijke beperking in een factsheet op een rij gezet.