Spring naar content

Video: ‘Ik heb een droom om naar de Olympische Spelen voor slechtzienden te gaan’

De achtjarige Dean is bijna blind. Zijn lievelingssport is judo en hij steekt niet onder stoelen of banken wat hij wil bereiken in deze sport; paralympisch kampioen worden. Hoewel hij visueel beperkt is, oefent hij zijn heup of schouderworpen gewoon met kinderen die wel kunnen zien. Geen probleem volgens Dean. Zijn tip voor andere kinderen met een beperking: iedereen kan op deze sport.

Visuele beperking

Bij mensen met een visuele beperking is er sprake van een slecht zicht of van blindheid. Blindheid betekent dat iemand niet of minder ziet dan 5 procent of dat het gezichtsveld is beperkt tot minder dan tien graden. Blind zijn houdt niet altijd in dat iemand niets meer ziet. Sommige mensen zien nog wel het verschil tussen licht en donker.

Op basis van de Gezondheidsenquête is door CBS berekend dat van de bevolking van 12 jaar en ouder 3 procent een matige of ernstige visuele handicap heeft [1] [gezondheidsenquete CBS, cijfers 2017].

Sport- en beweeggedrag

Het sport- en beweeggedrag van mensen met een visuele beperking blijft achter bij de cijfers van mensen zonder beperking. 58,8% van de mensen zonder beperking sport ten minste een keer per week. Bij mensen met een visuele beperking is dat slechts 25,5%[2].

Mensen met een lichamelijke beperking sporten minder dan mensen zonder beperkingen. Wat belemmert hen? Wat zijn de motieven van mensen met lichamelijke beperking die wel sporten en hebben zij ideeën hoe we drempels kunnen wegnemen? Onderzoeksinstituut Nivel sprak met de doelgroep. Lees hier wat de drempels zijn en wat juist motiveert om te gaan sporten.

Het belang van sporten en bewegen bij een visuele beperking

Sport en bewegen is voor mensen met een visuele beperking belangrijk. Voor de lichamelijke, sociale en emotionele ontwikkeling speelt het dezelfde rol als voor alle andere mensen. Maar specifiek voor deze groep is het een belangrijke bijdrage aan de ‘physical literacy’ (hun fysieke vaardigheden om te functioneren), aan hun energiebalans en voor hun sociale leven.

Vooral kinderen met een aangeboren visuele beperking hebben een achterstand als het gaat om het aanleren van bewegingen zoals kruipen, lopen en grijpen. Het sporten en bewegen helpt hen om deze bewegingen aan te leren en te verbeteren.

De 8 jarige Dean aan het judoen
Dean probeert zijn judomaatje in de houtgreep te krijgen

De sociale component is voor veel mensen een belangrijke reden om te gaan sporten. Omdat relatief veel mensen met een visuele beperking een kleine sociale omgeving hebben en moeite kunnen hebben in het ontwikkelen van een gezond zelfbeeld, kan het (gezamenlijk) sporten en bewegen een katalysator zijn.

Dagelijkse handelingen kosten mensen met een visuele beperking meer energie. Het verplaatsen in- en buitenshuis, een verstoord dag/nacht ritme of het verrichten van werkzaamheden kan leiden tot een verlaagd energieniveau. Sporten en bewegen helpt om die energiebalans te verbeteren en zorgt er daarmee voor dat men ook fitter in het leven staat. Het overwinnen van de mogelijke drempels in de sportbeoefening is het zeker waard.

Meer informatie

Bronnen

  1. Gezondheidsenquete CBS, cijfers 2017
  2. Sport en bewegen in cijfers, kernindicatoren, sportdeelname wekelijks
  3. Bronnen voor (lokale) cijfers:
    Op Sport op de kaart (On)beperkt bewegen vind je kaarten over sport en bewegen voor mensen met een beperking. Op wijkniveau zijn schattingen beschikbaar van de omvang van de verschillende typen lichamelijke beperking. Ook is het aanbod aangepast sporten per gemeente inzichtelijk gemaakt.
    In de Kernindicatoren Sport en bewegen vindt, waar mogelijk, een uitsplitsing plaats naar de achtergrondvariabele ‘beperking’. Er zijn uitsplitsingen naar lichamelijke beperking (en type beperking: motorisch, visueel en auditief) en chronische aandoening op bijvoorbeeld de indicatoren sportdeelname en clublidmaatschap.