Spring naar content

Wat belemmert de sportdeelname van meiden met een niet-westerse migratieachtergrond uit arme gezinnen?

Jongeren uit gezinnen met geldzorgen blijven structureel achter in sport- en beweegdeelname. Binnen deze doelgroep blijven specifiek meiden (12-18 jaar) met een niet-westerse migratieachtergrond nog meer achter. Dat heeft verschillende oorzaken. Het Mulier Instituut sprak in opdracht van Kenniscentrum Sport & Bewegen met deze meiden en hun ouders. Wat betekent sport voor hen – en waarom doen ze wel of niet mee? In dit artikel lees je de uitkomsten uit het onderzoek, aanbevelingen en enkele praktijkvoorbeelden.

Sportervaringen van de meiden

De meeste meiden hebben vroeger wel aan sport gedaan, maar zijn daar om verschillende redenen mee gestopt. Kickboksen, fitness, dansen, zwemmen en voetbal scoren goed bij de meiden. Dit komt door de plek waar dat wordt gegeven, de flexibiliteit in het moment, kosten, kledingvoorschriften en de mogelijkheid om alleen met vrouwen te sporten. Met sportverenigingen hebben de meeste meiden weinig ervaring.

Opvallend is ook hun relatief smalle sportrepertoire. Over sporten in het buurthuis lopen de meningen uiteen. Sommigen vinden het een veilige plek waar je laagdrempelig en goedkoper kunt sporten met bekenden. Anderen voelen zich juist bekeken door buurtgenoten. Daarnaast ervaren enkele meiden dat het niveau ‘laag’ ligt. Net als bij andere jongeren zijn de belangrijkste redenen voor deze meiden om te sporten of bewegen: gezond en fit blijven, sociaal netwerk onderhouden en als uitlaatklep. 

Redenen om te stoppen

Vaak is het niet één belemmering die een rol speelt om niet te sporten of te stoppen. Het is dikwijls een combinatie, zoals geldzorgen én vrouw-zijn én tiener zijn én opgroeien met verschillende culturele omgangs- en verwachtingspatronen. Ook nemen de middelbare school en een vervolgopleiding meer tijd in beslag dan de basisschool. Bovendien voelen de meiden zich niet altijd op hun plek bij een sportvereniging, is sportaanbod vaak (te) ver weg, is het aanbod niet aantrekkelijk en/of zijn verplichtingen, zoals aan wedstrijden meedoen, niet wat ze willen. Voor een aantal meiden zijn gezondheidsklachten of blessures ook een reden om te stoppen.

Geldzorgen en continue budgetteren

Alle ouders erkennen het belang van sport, maar moeten constant afwegen waar ze hun beperkte financiële middelen aan uitgeven. Dat gaat vaak niet naar (structurele) contributie voor sport of naar sportkleding. Daarbij komt dat vrijwel alle gezinnen meerdere kinderen tellen waardoor (sport)kosten snel kunnen oplopen. Lang niet alle ouders bespreken hun geldzorgen in het bijzijn van hun kind(eren). Sommige ouders schamen zich dat ze de sportclub niet kunnen betalen. En op hun beurt schamen de meiden zich hiervoor – zo gaf een trainer één van de meiden een betalingsherinneringsbriefje voor haar ouders mee. Ook vraagt een eenmaal afgesloten sportabonnement structurele kosten. Ouders willen het geld niet voor niets uitgegeven en vragen daarom volledig commitment van hun dochter.

Tijd en zin

Uit het onderzoek blijkt dat de overgang naar de middelbare school een grote rol speelt. Een nieuwe levensfase waarin vrijwel alle meiden meer huiswerk krijgen. De tijd die overblijft na school, huiswerk en bijbanen besteden ze liever niet aan sport. Ze hebben ‘geen zin’ om te sporten, willen liever ‘even lekker niks doen’ en met hun vriendinnen kletsen en winkelen of brengen tijd door met hun familie. Hoewel ‘geen zin’ voor veel meiden meespeelde in het nu niet sporten, was dat, net als ‘geen tijd’, voor geen van de meiden de enige reden. Veel meiden willen niet ‘moeten’ sporten, zoals bij een sportvereniging, maar zijn liever flexibel en willen zelf kiezen of ze gaan sporten. Een sportschool of sportles bij een buurthuis lenen zich daar goed voor. Nadeel is dat er geen vastgelegde regelmaat en een stok achter de deur is.

Favela Street

Voormalig topvoetbalster Rocky Hehakaija haalt drempels weg, stimuleert én vraagt commitment. Zij richtte Favela Street op, een onderbouwd persoonlijk ontwikkelingsprogramma voor meiden. Ze zegt: “Een aantrekkelijk programma, eigen invulling en persoonlijke benadering zorgt ervoor dat de meiden er júíst bij willen horen.”

Opgroeien in twee culturen en sportdeelname

De voorkeur om vanaf de puberteit alleen met vrouwen te sporten, komt vooral voor bij islamitische meiden. Door de overgang van meisje naar (jonge) vrouw willen en/of mogen sommige meiden niet meer zo makkelijk in de nabijheid van mannen sporten als voorheen. Sommige meiden krijgen of zoeken ruimte om met culturele en religieuze gebruiken en opvattingen om te gaan. Er is namelijk geen sprake van een ‘juiste’ manier van gedrag.  Zo droeg het ene meisje in  een gezin wel een hoofddoek en de andere niet en willen sommige meiden in geen enkel geval met mannen sporten en doen anderen dat wel, als het niet anders kan. Diverse gemeenten bieden ‘women only’ sportmogelijkheden aan. Overigens zijn deze niet in alle gemeenten te vinden. Vaak is het aanbod beperkt, ver van huis en weinig flexibel.

Wereldmeiden MDT

Wereldmeiden MDT stimuleert regelmaat en het opdoen van sociale contacten. Deze sportinterventie is een maatjesproject waarin meiden die inburgeren samen sporten met Nederlandse meiden. Dit vergroot hun sociale netwerk. Willie Westerhof, projectleider van Wereldmeiden: “Al sportend ontstaan er vriendschappen en leren ze over elkaars cultuur.”

Niet eendimensionaal

Concluderend is de ‘afwezigheid’ van deze meiden in de sport niet eendimensionaal te begrijpen. Statusposities zoals inkomen, levensfase, vrouw-zijn en culturele achtergrond hebben extra invloed op belemmeringen die de meiden ervaren. Hoewel de meiden vaak wel positieve sportervaringen hebben en sport belangrijk vinden, hebben ze tot nu toe nog onvoldoende een goede plek gevonden waar ze zich sportief en sociaal genoeg thuis voelen om de drempels die ze hebben te (willen) overwinnen. De in- en uitsluiting in de sport is echter niet absoluut of definitief: je kunt ook weer instappen en uiteindelijk toch ergens een goede plek vinden.

‘Belangrijk om in gesprek te gaan’

Laura Butselaar en Jamilla Vervoort, specialisten Jeugd bij Kenniscentrum Sport & Bewegen: “Voor beleidsadviseurs is het goed om te beseffen dat de lagere sportdeelname van deze meiden voortkomt uit een combinatie van belemmeringen, die samenhangen met meerdere statusposities en die ook niet voor alle meiden op dezelfde manier uitpakken. Er is dus geen ‘one-size-fits-all’ aanpak. Dit vraagstuk vraagt om dialoog met de meiden en ruimte voor uitvoerende professionals, zoals meiden-/jongerenwerkers en buurtsportcoaches, om deze gesprekken aan te gaan. De praktijkvoorbeelden en aanbevelingen in dit artikel bieden goede handvatten om samen met de doelgroep te werken aan een passend sport- en beweegaanbod waaraan zij (structureel) willen en kunnen deelnemen.”

Aanbevelingen

Aanbevelingen om meer meiden structureel te laten sporten en bewegen:

  • Betrek meiden bij het bedenken en opzetten van sport- en beweegactiviteiten
  • Zet (vrouwelijke) professionals in voor een betere afstemming en begeleiding naar sport- en beweegaanbod.
  • Verklein financiële drempels door goedkope sportabonnementen die flexibel opzegbaar zijn.
  • Zorg voor meer keuzevrijheid in het aanbod; vorm, tijdstip, samenstelling, abonnementen, ‘women only’.

Over het onderzoek

Elf meiden zijn samen met één van hun ouders geïnterviewd. Ook zijn er twee focusgroepen gehouden met in totaal vierentwintig meiden. De individuele ervaringen zijn in een bredere maatschappelijke context geplaatst, om beter te begrijpen op welke manieren zij voor een grotere groep meiden kunnen opgaan.

Lees meer