Wat ‘beweegt’ (jong)volwassenen tijdens hun drukke leven?
Jongvolwassenen bevinden zich in de periode van 18-35 jaar vaak in de drukste periode van hun leven. Waar ze voor hun 18e jaar vaak nog thuis woonden, wonen ze nu vaak op zichzelf en maken zij verschillende levensgebeurtenissen mee in deze fase. In deze periode is deze groep nog jong en actief. Genoeg energie om voldoende te sporten en bewegen zou je denken. Toch heeft het sporten en bewegen in deze drukke levensfase te lijden onder een aantal zaken.
Welke belangrijkste levensgebeurtenissen zijn van invloed zijn op het starten of stoppen met sport en bewegen? Dit artikel gaat hierop in en biedt tips over hoe sportbeleid en -uitvoering zo goed mogelijk kan aansluiten op de behoeften van deze drukke 18- tot 35-jarigen. In dit factsheet vind je de exacte cijfers voor (jong)volwassenen en sport.
Sport en bewegen in deze levensfase
Het sport en beweeggedrag neemt op alle gebieden in de leeftijd van 18 tot 35 jaar af. Het wekelijks sporten vermindert en mensen zijn minder vaak lid van een sportvereniging. Ook dit deze groep een groot aantal uren per dag. Tegelijkertijd neemt het aantal dagelijks actieve uren toe, met name door meer huishoudelijke activiteiten. Het percentage overgewicht zien we bij deze leeftijdsgroepen fors oplopen. De twee belangrijkste motieven voor sporten en bewegen in deze levensfase zijn ‘verbeteren conditie’, gevolgd door ‘verbeteren/behouden gezondheid’. Belangrijke belemmeringen voor sporten en bewegen voor deze (jong)volwassenen zijn ‘tijdgebrek’, ‘ondanks voornemens, geen zin’ en ‘voorkeur voor andere dingen’.
Inspelen op belangrijke gebeurtenissen met sport en bewegen
Levensgebeurtenissen, zoals beginnen met werken en het krijgen van het eerste kind, veranderen het dagelijks leven aanzienlijk. Dit heeft invloed op het sport- en beweeggedrag. Veranderingen in vrije tijd, sociale netwerk, financiële middelen en lichamelijke gesteldheid hebben invloed de keuze om wel of niet te gaan sporten en bewegen. Deze veranderingen kunnen drastisch zijn, zoals starten of stoppen met (een) sport, maar ook subtieler, zoals het veranderen van de sportfrequentie of sportsetting. Hieronder beschrijven we de belangrijkste levensgebeurtenissen en hun invloed op het sport en beweeggedrag.
Professionele carrière
Veel (jong)volwassenen zijn druk bezig met hun carrière: ze doorlopen gedurende deze fase een HBO- of WO-opleiding en/of starten met hun eerste ‘echte’ baan. Studie- en werkverplichtingen en het onderhouden van sociaal contact maken het lastiger om sporten en bewegen in te passen in het dagelijks leven op dat moment. Andere punten met invloed op sport en bewegen zijn:
- De afstand tussen huis en opleiding of werk verandert, reisafstanden worden niet meer met de fiets overbrugd, dit is een mogelijke verklaring voor minder tijd besteden aan fietsen.
- Beginnen met werken leidt mogelijk tot verschuiving in sportdeelname: het vergroot zowel de kans om te starten als de kans op te stoppen met een sport. Startende werknemers lijken bij een nieuwe sport minder snel kiezen voor vaak sporten of een overstap maken naar een ‘lichtere’ sportsetting die laagdrempeliger en flexibeler is. Toename van fitness en afname van verenigingslidmaatschap kunnen een gevolg hiervan zijn.
Tips voor beleidsmakers en sportaanbieders
- Aanbieden flexibele sport- en beweegactiviteiten die gemakkelijk op, tijdens of naast studie/werk gedaan kunnen worden.
- Het samen sporten en bewegen met medestudenten/collega’s in een (nieuwe) omgeving die fysieke activiteit stimuleert.
- Beweging stimuleren tijdens werk/studie middels actief kantoormeubilair (bv. deskbikes en statafels), wandelen, joggen en fietsen tijdens de lunch, het aanbieden van bedrijfsfitness, bedrijfscompetities en een studentensportkaart, deelname via werk/studie aan (grote) breedtesportevenementen.
- Een infrastructuur die uitnodigt tot wandelen/fietsen naar werk of naar treinstation/bushalte.
Ouderschap
Het krijgen van kinderen is een belangrijke levensgebeurtenis. De gemiddelde leeftijd waarop Nederlandse vrouwen hun eerste kind krijgen steeg in 2018 naar 29,9 jaar. De geboorte van een kind zorgt voor een aanslag op de vrij besteedbare tijd van de ouders en belemmeren sportdeelname. Ook de prioriteit van sport neemt vaak af bij het opbouwen van een sociale band met hun kinderen.
- De kans om te starten met een sport wordt kleiner, terwijl de kans om de stoppen met een sport juist groter wordt. Na opsplitsing op basis van geslacht lijkt de stop-kans van sporten enkel groter te worden voor vrouwen; het effect voor mannen is niet significant. Mogelijke verklaringen zijn: extra fysieke lasten bij de vrouw na de bevalling en doorwerking van traditionele rolopvattingen ‘zorg voor de kinderen is meer een taak voor de moeder’.
- Mannen met jonge kinderen blijven wel meer sporten dan vrouwen met jonge kinderen, doordat zij vaker lid zijn van een vereniging en door competitie een hechtere band hebben met de club(sport).
Dat ouderschap mogelijk een grotere impact heeft op vrouwen dan op mannen, verdient speciale aandacht. Het doorbreken van traditionele rolpatronen, opvattingen en (ouderschapsverlof)regelingen draagt bij aan een gelijkwaardige verdeling van zorg en opvoeding.
Tips voor beleidsmakers en sportaanbieders
- Faciliteer de combinatie tussen sport en de zorg voor kind(eren). Bijvoorbeeld door sporten samen met kind(eren): babyzwemmen, ouder-kind-zwemmen, bootcamp of fitness met je baby, of tegelijk met kind(eren): tijdens de training (voetbal) van het kind. Het bieden van flexibele kinderopvang om te sporten door kinderdagverblijf of in sportaccommodatie zelf.
- Realiseren van concepten die expliciet de wensen en behoeften van (jonge) vrouwen en moeders aanspreken zoals breedtesportevenementen exclusief voor vrouwen (Ladiesruns, Mariekenloop, StrongSisterRun, obstaclerun voor vrouwen), of sportcentra en sportverbanden voor vrouwen (zoals Curves Kek!, Ladyfit en Strongher), of totaalconcepten gericht op welzijn, gezondheid en sport in een gezellige (festival)context (zoals Healthy Fest).
Relaties en wonen
Tot slot hebben relaties en zelfstandig wonen invloed op sport- en beweeggedrag. Zelfstandig gaan wonen vergroot zowel de kans om te starten als de kans op te stoppen met een sport. (Jong)volwassenen beëindigen hun lidmaatschap(pen) vaker en kiezen vervolgens voor nieuwe sportactiviteiten. Dit wordt vaak verklaard door verhuizing naar een andere plaats en het opbouwen van sociale contacten in de nieuwe woonomgeving. Een relatie kan een flinke stempel drukken op sportdeelname. Jongvolwassen met een relatie beoefenen bijvoorbeeld meer verschillende sporten tegelijk dan degene zonder relatie omdat samen sporten met hun partner de voorkeur krijgt boven de eigen sportvoorkeur.
- Alleenstaanden hebben, wanneer ze zelfstandig gaan wonen, een bijzonder vergrootte kans om te starten met (een) sport in het algemeen en vanuit een sociale motivatie en in competitief verenigingsverband.
- Huishoudelijke activiteiten nemen toe door het runnen van een eigen huishouden bij het zelfstandig gaan wonen.
- Bij samenwonen of trouwen verandert de kans om te starten met sporten niet, maar de kans om te stoppen met een sport en een verenigingslidmaatschap op te zeggen wordt groter. Samenwonen/trouwen zorgt naast huishouden en onderhouden van sociale contacten ook voor een meer gedeelde agenda, waardoor andere vrijetijdsactiviteiten moeten wijken.
Tips voor beleidsmakers en sportaanbieders
- Inspelen op de veranderingen in sociale contacten en verantwoordelijkheden bij verhuizing of samenwonen: Via sport nieuwkomers sociale contacten op laten doen door bijvoorbeeld nieuwe leden met open armen ontvangen, goed te begeleiden (communicatie) en te laten sporten in groepen of teams.
- Als sportaanbieder inspelen op het ‘samen sporten’ met de partner door partnerkortingen (en evt. familie en vrienden), of het (incidenteel) aansluiten te vergemakkelijken door flexibele abonnements/-lidmaatschapsvormen, of het aanbieden van lessen, trainingen, (invitatie)toernooien en wedstrijden waaraan zowel mannen als vrouwen (en dus stellen) samen kunnen deelnemen.
- Sport- en beweegaanbod en sportevenementen die aansluiten op de sociale beleving faciliteren: lichte sportverbanden zoals wandel-, hardloop-, fiets- en bootcampgroepen, breedtesportevenementen (family run).
- Faciliteiten bieden in de fysieke omgeving waar sportgroepen en individuen (stellen) van kunnen profiteren, zoals watertappunten, sportvoorzieningen in de openbare ruimte (beweegroutes en –tuinen, parken met outdoor sporttoestellen en ‘finse pistes’).
Meer lezen?
Vind publicaties over motivatie bij volwassenen in de Kennisbank Sport en Bewegen.