Wat beweegt mensen met een chronische aandoening?
Bewegen is goed voor mensen met een chronische aandoening, maar zij bewegen vaak te weinig. Ondanks het maatschappelijk belang weten we echter niet goed wat ze hierbij zelf belangrijk vinden. Een oud Nivel-panel van mensen met chronische aandoeningen deed mee aan een onderzoek. Veel van deze, vooral oudere mensen, willen ondanks hun aandoeningen meer bewegen. Gebrek aan energie en pijn en angst weerhoudt hen daarvan. Goed aanbod en goede begeleiding zou ze juist helpen. We zien mogelijkheden voor zorgverleners, sportaanbieders en gemeenten deze groep te stimuleren en faciliteren om meer te bewegen.
Mensen met chronische aandoeningen bewegen te weinig
In 2014 voldeed ongeveer de helft van de 5.3 miljoen Nederlanders met een chronische aandoening aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen (NNGB). Voldoende bewegen zorgt voor een betere lichamelijke gezondheid, meer mogelijkheden om mee te doen aan de maatschappij, meer zelfredzaamheid, en een betere kwaliteit van leven.
De beweegnorm zoals we die van 1998 tot 2017 hebben gekend, is door de Gezondheidsraad herzien en op 22 augustus 2017 vernieuwd gepresenteerd aan de minister van VWS als Advies Beweegrichtlijnen 2017. Als de minister het advies overneemt, worden de Beweegrichtlijnen definitief en vervangen zij de beweegnorm, fitnorm en combinorm.
De cijfers en informatie in dit artikel zijn nog gebaseerd op de oude norm.
Gebrek aan kennis over motieven
Het Kenniscentrum Sport heeft samen met het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (Nivel) onderzoek gedaan naar beweeggedrag en motivaties en belemmeringen bij mensen met chronische aandoeningen. 334 oud-leden van het Nationaal Panel Chronisch Zieken en Gehandicapten (NPCG) van het Nivel hebben meegewerkt aan dit onderzoek. De deelnemers waren gemiddeld 68 jaar oud.
Mensen willen meer bewegen
Vooral mensen die niet voldoen aan de NNGB willen graag meer bewegen. Bijna 60% wil dat wel, en maar acht procent niet. Ook van de mensen die al wel voldoen aan de beweegnorm, zegt maar een op de tien dat ze niet meer willen bewegen dan dat ze nu doen.
De groep die meer wil bewegen ervaart wel opvallend veel problemen. Veel mensen hebben die bij het recreatief bewegen en sporten, en ook meer dan de helft heeft moeite met normale dagelijkse activiteiten (=verzorging).
Belangrijkste belemmeringen
Gebrek aan energie of de gedachte dat ze het bewegen niet vol kunnen houden speelt zes op de tien parten bij het meer gaan bewegen.
‘Goede’ tweede bij de belemmeringen zijn pijn of angst. De groepen die deze belemmeringen noemen, hebben er ook nog eens weinig vertrouwen in om meer te kunnen gaan bewegen. Maar ze noemen ook voordelen: met 90 procent zijn vooral de fysieke voordelen erg belangrijk. Voor zeven op de tien is plezier, ontspanning en gezelligheid een belangrijke reden om meer te willen bewegen.
Goede begeleiding en aangepast aanbod nodig
De meerderheid vindt het belangrijk dat fysiotherapeuten of trainers met goede kennis van de aandoening hen begeleiden. Daarbij zeggen ze ook dat het voor hun makkelijker wordt om mee te doen als een activiteit is aangepast aan hun specifieke aandoening, of iets vergelijkbaars. Die wens is het sterkst bij mensen die last hebben van de belangrijkste belemmeringen van gebrek aan energie, pijn en angst.
Leerpunten voor zorgverleners, sportaanbieders en gemeenten
Met deze resultaten in de hand denken we dat zorgverleners vooral een belangrijke rol kunnen hebben bij het beoordelen of belemmeringen dermate ernstig zijn dat mensen alleen maar gebruik kunnen maken van zeer specialistisch aanbod. Zij kunnen mensen helpen bouwen aan het vertrouwen dat zij meer kunnen bewegen. Voor sportaanbieders ligt de focus vooral op (aandacht voor) voldoende echt/goed aangepast aanbod en de juiste kennis om te begeleiden, samen met het laten ervaren van de voordelen van bewegen. Tenslotte hebben gemeenten sterke troeven in handen: gerichte inzet van buurtsportcoaches en interventies, en faciliteren van aanbod dat echt bijdraagt aan beweegstimulering van de mensen die wel willen maar nu denken dat niet te kunnen.
Meer informatie is te vinden in het rapport ‘Wat beweegt mensen met een chronische aandoening?’