Spring naar content

Wat staat er in het regeerprogramma over sport en bewegen?

Het kabinet-Schoof heeft op 13 september zijn regeerprogramma gepresenteerd. Daarna is de Miljoenennota aangeboden en zijn de Algemene Politieke Beschouwingen gehouden. Welke rol is in de plannen en debatten weggelegd voor sport en bewegen? En waar komt dat mogelijk in de knel? Lees het in dit overzichtsartikel.

Sport, bewegen en preventie werden in mei beperkt genoemd in het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet. Nu is er een regeerprogramma, waarin de ambities uitgebreider zijn beschreven. Het kabinet streeft naar een “gezonder, sportiever en fitter Nederland”. Concrete maatregelen en meetbare doelen worden daarin opnieuw beperkt benoemd. De planbureaus SCP, PBL en CBS benoemen in hun Reflectie brede welvaart dat structurele maatregelen voor het terugdringen van gezondheidsverschillen nog ontbreken.

Het is helder waar de focus van het kabinet de komende jaren ligt: bestaanszekerheid, woningen en asiel. De sport- en beweegsector zal, nog meer dan in voorgaande jaren, duidelijk moeten maken waar en hoe investeren in sport en bewegen bijdraagt aan de ambities van het nieuwe kabinet voor Nederland. Tijdens de Algemene Beschouwingen is na een uitgebreide lobby vanuit de sportsector een amendement ingediend om sport te ontzien bij de voorgestelde btw-verhogingen, juist vanuit de optiek vanuit de oppositie dat kostenverhogingen sport en bewegen minder toegankelijk maakt voor kwetsbare groepen.

In dit artikel delen we de belangrijkste plannen en maatregelen uit het regeerprogramma in relatie tot sport en bewegen. Lees hier de samenvatting of het integrale regeerprogramma.

Vincent Karremans. Foto: Martijn Beekman

De samenvatting van de plannen voor sport die staatssecretaris Vincent Karremans (Jeugd, Preventie en Sport) zelf deelt op social media: “We gaan, ondanks alle geruchten en berichtgeving, volgend jaar op VWS in ieder geval niet bezuinigen op sport.” Daarbij geven de zinsneden ‘volgend jaar’ en ‘op VWS’ ruimte om na 2025 wel te bezuinigen en hebben regeringsplannen vanuit andere departementen wel invloed op sport en bewegen. Ook zou ‘niet bezuinigen op sport’  kunnen betekenen dat er geen enkele ruimte voor extra investering in sport is.

Welke budgetten zijn beschikbaar voor sport en bewegen?

Dit staat er in het voorstel van wet voor de vaststelling van de begrotingsstaten van VWS in 2025  over sport en bewegen: “Van het beschikbare budget voor 2025 van € 208,7 miljoen is 93,7% juridisch verplicht of bestuurlijk gebonden in verband met de aangegane verplichtingen voor instellingssubsidies en (meerjarige) projectsubsidies. Het betreft onder meer de instellingssubsidies aan NOC*NSF, het Instituut Sportrechtspraak, het Kenniscentrum Sport & Bewegen en Mulier Instituut. Bij de projectsubsidies betreft het onder meer de subsidieregeling stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties, topsportevenementen, de uitwerking van de deelakkoorden van het Sportakkoord en de Beweegalliantie.”

De uitwerking kun je lezen in de Memorie van Toelichting, die door minister Fleur Agema (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) naar de Tweede Kamer is gestuurd. Op 2 december is het wetgevingsoverleg sport gepland: dan komt de sportbegroting aan de orde.

Afschaffing verlaagd btw-tarief?

Een van de meest bekritiseerde plannen is de aangekondigde maatregel om het btw-tarief voor sport te verhogen. Het kabinet verwacht hiermee volgens minister-president Schoof 185 miljoen euro aan inkomsten (en voor de hele btw-aanpassing op cultuur, sport, boeken, horeca en media 2,3 miljard euro) om andere plannen in de rijksbegroting te kunnen bekostigen. In de budgettaire bijlage van het hoofdlijnenakkoord is overigens sprake van 219 miljoen euro aan opbrengst vanuit sport. In plaats van 9% geldt in de regeringsplannen vanaf 2026 het btw-tarief van 21% voor ‘culturele diensten’. Daaronder vallen ook commerciële sportaanbieders en toegang tot sportwedstrijden. 

Een brede coalitie van de eerder genoemde bedreigde sectoren heeft hiertegen geprotesteerd, met een veel gedeelde petitie en op Prinsjesdag met een ‘kassabon voor de samenleving’. Voorbeelden uit de sport: deelname aan de Nijmeegse Vierdaagse gaat van 180 naar bijna 200 euro, 3×3-basketbal voor 18-plussers van 96 naar 106 euro, een los kaartje banenzwemmen van 8 naar bijna 9 euro en een seizoenskaart schaatsen van 221 naar 245 euro. En voor veel gezinnen met jonge kinderen de grootste verhoging: het behalen van zwemdiploma’s A/B/C gaat van gemiddeld 1.450 euro naar 1.610 euro per kind.

De Raad van State constateert in haar advies over het Belastingplan 2025 dat de motivering van de regering ontbreekt waarom sommige diensten wel en andere diensten niet onder het verhoogde btw-tarief moeten vallen. Ook is onvoldoende duidelijk gemaakt wat de effecten van deze wijziging zijn, anders dan de verwachte budgettaire inkomsten.

Alternatieven voor btw-verhoging worden onderzocht

Op het moment van publicatie van dit artikel ligt er een amendement van D66 en CDA op de begroting om de btw-verhoging op sport in te ruilen voor een nieuwe accijns op e-sigaretten en verhoging van de accijns op tabak. Er was ook nog een motie van de SP om de btw-verhoging voor alle sectoren niet door te voeren, in ruil voor een ‘miljonairsbelasting’: deze is aan het eind van de Algemene Beschouwingen verworpen.

Bij dit debat op 18 en 19 september 2024 is veel aandacht gevraagd – ook door partijen als SP, JA21 en GroenLinks/PvdA – voor de verwachte impact van de btw-verhoging op 7 miljoen sporters, bijvoorbeeld jongeren die naar de sportschool gaan en deze uitlaatklep hard nodig hebben. Het kabinet krijgt het verwijt onvoldoende onderzoek te hebben gedaan naar deze impact op met name kwetsbare, minder actieve groepen. Ook met het oog op stapeling van regelingen die de koopkracht negatief beïnvloeden, plus de bezuinigingen op uitkeringen naar de gemeenten en het Ravijnjaar.

Minister-president Schoof verwijst naar een eerdere evaluatie van de btw-tariefstelling waaruit zou blijken dat het verlaagde tarief niet het gewenste effect heeft (namelijk dat sport daarmee toegankelijker wordt voor mensen met een kleine beurs) – het voordeel komt immers ook terecht bij mensen die zo’n tegemoetkoming financieel niet nodig hebben. Schoof heeft in het debat een kleine handreiking gedaan, door aan te geven dat het kabinet open staat voor aanpassing van het voorstel, als een aanvaardbare andere dekking wordt gevonden door de Kamer. D66 neemt hierin het voortouw onder aanvoering van financieel expert Hans Vijlbrief.

Het belastingplan 2025 staat op 21 oktober op de agenda van de commissie Financiën in de Tweede Kamer, met nog een vervolg op 4 november, waarna stemming plaatsvindt op 11 november. Dit artikel wordt daarna geactualiseerd.

Gezonde omgeving, mentale gezondheid en inactieve groepen

Het kabinet streeft naar “een gezonde generatie in 2040” en naar “een gezonder, sportiever en fitter Nederland”. De regering zet in op “voldoende bewegen” om bij te dragen aan een gezonde leefstijl en een verhoging van ons fysieke en mentale welzijn. Wat dat concreet betekent, vraagt nadere uitwerking in een “samenhangende effectieve preventiestrategie”, zo staat in het regeerprogramma.

Aandachtspunten die het kabinet noemt, zijn gezonde leef- en schoolomgeving, mentale gezondheid van jongeren en studenten en groepen die minder sporten en bewegen. In de passage over sport is niet uitgewerkt hoe groot die ambities zijn, welke maatregelen erbij horen en wie daarbij worden betrokken. Voor de Caribische gemeenten wil de regering met lokale overheden werken aan doorontwikkeling van publieke gezondheid: “Bewegen en een gezonde leefstijl moeten onderdeel worden van het dagelijks leven van inwoners” van Bonaire, Saba en Sint Eustatius. In de passage over armoedebeleid benoemt het kabinet dat het de aanpak van kinderarmoede wil verbeteren – ook met het oog op gezondheid en levensduur.

Hoe verder met het Actieplan Nederland Beweegt?

Vier jaar geleden bundelden vijf ministeries de krachten om 75% van de Nederlanders te laten voldoen aan de beweegrichtlijnen: het Actieplan Nederland Beweegt. De Beweegalliantie is daarin een van de opvallende elementen. Het is op dit moment nog niet bekend welke elementen van het actieplan overeind blijven en wat gaat verdwijnen onder het nieuwe kabinet.

De Brede SPUK en SPUK stimulering sport worden met 10% gekort. Gemeenten zullen met een kleiner budget veel maatschappelijke opgaven moeten oplossen. Wettelijke taken krijgen daarbij voorrang. Sport is geen wettelijke taak, iets waarover in eerdere discussies over een Sportwet wel op aangedrongen is door verschillende partijen, zoals de NL Sportraad. Meer informatie over de toekomst van de SPUK (en ook over de verhoging van de kansspelbelasting)  lees je in dit artikel: Vijf vragen over kabinetsplannen en de impact op de sport.

De regering wil investeringen in preventie beter kunnen relateren aan besparingen later. Daarom wil het kabinet samen met partners uit de zorg een investeringsmodel voor preventie ontwikkelen. Het is niet bekend of sport en bewegen als partner zullen aansluiten bij het ontwikkelen van dit model. Wat betreft gemeenten: die moeten lokaal vooral inzetten op bewezen effectieve maatregelen, zoals valpreventie en de interventie Kansrijke start.

‘Voorkomen blijft immers beter dan genezen’

Ook in de passages over zorg worden de ambities van een gezond opgroeiende jeugd, een fitter en sportiever Nederland en het voorkomen van ziekte benoemd. Deze ambities moeten het beleid blijven bepalen, ook als het financieel tegenzit – aldus het regeerprogramma. “Voorkomen blijft immers beter dan genezen.”

Wat betreft die preventie stelt het kabinet: “Niet blijven doorlopen met medische klachten is een effectieve vorm van preventie.” De concrete maatregel die daar volgens de regering bijhoort, is het flink verlagen van het eigen risico. Zorgorganisaties stellen daarbij de vraag of het verlagen van het eigen risico voldoende is, als preventieve maatregel om de jeugd gezonder en de Nederlander fitter te maken.

Het ministerie van VWS komt nog met een aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord en een Hoofdlijnenakkoord Ouderenzorg. De sportsector kan een rol voor sport en bewegen in die akkoorden proberen te agenderen in samenwerking met preventie- en zorgkoepels.

Sport en bewegen bij andere ministeries in beeld?

Het regeerakkoord biedt ook bij andere ministeries zowel kansen als bedreigingen voor de sector sport en bewegen. Hieronder staat een selectie daarvan.

Onderwijs, cultuur en wetenschappen

  • Focus op versterking lezen, schrijven, rekenen. Komt bijvoorbeeld bewegingsonderwijs in de knel? Dat moet nog blijken.
  • School en Omgeving gaat door. Maar wel uitsluitend voor scholen waarvan de leerlingen relatief grote achterstanden hebben en minder toegang hebben tot activiteiten zoals sport, cultuur, techniek en natuur.
  • Maatschappelijke Diensttijd wordt afgeschaft. Met name maatschappelijke organisaties als Life Goals maar ook verenigingen missen hierdoor jonge vrijwilligers.
  • Bezuinigingen wetenschap. Dit heeft ongetwijfeld impact op lopend en nieuw onderzoek naar sport en bewegen op instellingen voor hoger onderwijs.

Binnenlandse Zaken & Koninkrijksrelaties/Infrastructuur & Waterstaat

  • Streven naar duurzame leefomgeving die uitnodigt tot bewegen. Het kabinet wil rekening houden met voldoende groen, integratie van natuur in de leefomgeving en met ruimte om te bewegen. Maar dit alles mag geen belemmerend effect hebben op woningbouw. Een interessant spanningsveld, met de opgave van 100.000 woningen per jaar erbij. In de Nota Ruimte worden gebiedsgerichte ruimtelijke keuzes gemaakt voor wonen, landbouw en natuur; ruimte voor sport en bewegen wordt (nog) niet als prioriteit genoemd.
  • Voetgangers en fietsers worden niet genoemd. In de passages over infrastructuur gaat het primair over de auto.

Justitie en Veiligheid

  • Investeringen in veilig sporten en bewegen. Versterkingsplan Veilig en Gastvrij Voetbal gaat door.
  • Mogelijk kansen op aanhaken bij programma’s vanuit J&V: bij ‘vergroting veiligheid lhbtiq+personen’ en ‘Preventie met Gezag’ (voorkomen dat jongeren in criminaliteit belanden). Bij dit laatste programma wordt de lokale aanpak van gemeenten ondersteund. Open vraag is nog welke rol erkende sport- en beweeginterventies, zoals De Harde Leerschool, hierbij gaan spelen.

Economische Zaken/Buitenlandse Handel

  • Het kabinet onderzoekt hoe Europese fondsen beter benut kunnen worden door bedrijven en kennisinstellingen voor innovatie. Dit biedt ook de sport- en beweegsector en sportonderzoekers kansen om projectvoorstellen in te dienen voor Europese programma’s als Horizon Europe (onder andere voor preventie van kanker, klimaatadaptatie en ‘smart cities’); extra interessant als nationaal beschikbare budgetten teruglopen.