Spring naar content

Weer starten met sporten en bewegen: hoe ondersteun je anderen?

Het is zover! Nadat het een tijd niet mogelijk was om verschillende sporten te beoefenen, kan het weer. Maar hoe ondersteun je iemand om sporten en bewegen (weer) op te bouwen? Waar begin je en waar moet je rekening mee houden bij het aanleren van nieuw gedrag, zeker in een situatie als deze? In dit artikel zetten we een aantal tips en adviezen op een rij om verantwoord te beginnen met sport en bewegen.

Een groot gedeelte van ons gedrag is gewoontegedrag en doen we op de automatische piloot. Dit betekent dat we er niet bewust bij nadenken. Mensen gaan vaak pas nadenken over hun gedrag, als ze zich er bewust van worden dat ze iets moeten veranderen. Of wanneer hun gewoontegedrag doorbroken wordt. Dit is precies wat er afgelopen periode is gebeurd. En dus is dit een uitgelezen moment om iemand te ondersteunen in het veranderen van zijn of haar sport- en beweeggedrag.

Zoek je meer tips en/of informatie over het veranderen van gedrag? Download dan ons E-book Gedragsverandering via de website van Kenniscentrum Sport & Bewegen.

In dit artikel geven we vijf tips om iemand te ondersteunen bij het (weer) opbouwen van sporten en bewegen.

1. Stel haalbare en concrete doelen

Het stellen van haalbare doelen is heel belangrijk. Veel mensen vinden het echter moeilijk om dit concreet te maken. Zo kan iemand als doel stellen: (weer) fit worden na een periode van minder bewegen. Maar wat is fit? En wanneer heb je dit doel behaald? Dit doel zal – zeker tussentijds – weinig voldoening opleveren.

Schrijf samen met de persoon die jij begeleidt dus concrete doelen en acties op, die je op korte termijn kunt halen. Het werkt motiverend als iemand tussentijds resultaat ziet, zonder dat het doel onhaalbaar voelt.

Een voorbeeld van een concreet doel: ‘drie keer in de week een uur hardlopen’. Aan dit doel kun je concrete acties koppelen, door zogenoemde als-dan plannen te formuleren. Bijvoorbeeld: ‘als ik op maandagavond klaar ben met eten, dan ga ik eerst een uur wandelen voordat ik op de bank ga zitten’. Dan weet iemand precies wat hij op maandagavond moet doen.

Het is mogelijk dat mensen na deze periode van thuisblijven, alles tegelijk willen oppakken (sporten, sociaal contact, enz.) Het risico daarvan is dat je het gevoel krijgt dat het niet meer te behappen is, om al deze doelen na te streven. Het is begrijpelijk dat mensen dan passief worden en al hun doelen laten varen. Als professional kun je mensen ondersteunen om een beperkt aantal doelen tegelijk na te streven. Zo blijft het behapbaar en blijft iemand gemotiveerd.

2. Houd rekening met belemmerende factoren

Als iemand zijn of haar gedrag wil veranderen, zit daar altijd een bepaalde motivatie achter. Denk daarbij aan positieve factoren zoals dat je lekkerder in je vel gaat zitten. Maar mensen ervaren tegelijk ook belemmerende factoren om echt aan de slag te gaan. Deze belemmerende factoren zijn vaak gebaseerd op eerdere ervaringen en beïnvloeden iemands huidige gedrag. Misschien heeft iemand bijvoorbeeld een negatieve ervaring gehad met blessures na een te fanatiek begin.

Een andere veel voorkomende belemmerende factor is angst om te gaan sporten en bewegen. Denk aan angst om op te vallen als je gaat hardlopen in de wijk. In deze tijd kan ook de angst om ziek te worden door contact met andere (buiten)sporters meespelen.

Het is belangrijk om het gesprek aan te gaan met jouw cliënt over hoe je deze belemmerende factoren of risico’s kunt verkleinen. En soms hoef je de belemmering zélf niet eens weg te nemen, maar kun je ook bespreken hoe iemand zijn of haar negatieve gevoelens bij een belemmering kan verkleinen.

3. Verwachtingen afstemmen

Nieuw gedrag aanleren gaat helaas nooit zonder horten of stoten. Toch hopen of verwachten mensen dit soms wel. Zorg als professional dat je deze gevoelens herkent. Leg uit dat iedereen die gedrag probeert te veranderen, deze gevoelens ervaart. En dat het normaal is dat veranderingen met vallen en opstaan gepaard gaan. Dit voorkomt dat mensen ontmoedigd raken, als het tussendoor even niet goed gaat. Merk je deze gevoelens keer op keer toch bij iemand? Ga dan terug naar de doelen die jullie samen gesteld hebben en kijk of deze misschien te hoog gesteld zijn.

4. Vier successen

Haalbare doelen op de korte termijn zijn belangrijk voor de motivatie van jouw cliënt. Wanneer iemand zo’n tussentijds doel behaald heeft, is het dus ook belangrijk om daarbij stil te staan. Bespreek wat iemand graag doet om zichzelf te belonen: bijvoorbeeld een leuke film kijken of cadeautje kopen voor zichzelf. Dit werkt motiverend en geeft energie om het nieuwe sport- en beweeggedrag vol te houden.

5. Iedereen is anders

In het algemeen geldt dat mensen hun gedrag aanpassen op wat ze in hun omgeving zien. Als je in een situatie niet weet hoe je je moet gedragen, kopieer je automatisch het gedrag van de mensen om je heen. Dit kan heel nuttig zijn, maar het kan ook lastig zijn bij het aanleren van nieuw gedrag. Dat een vriend of buurman geen moeite mee heeft om meer te gaan sporten, betekent niet dat dit voor iedereen gemakkelijk gaat.

Als professional is het goed je dat te realiseren en het regelmatig ter sprake te brengen. Iedereen is anders en heeft andere dingen nodig om gestelde doelen te behalen. Erken als professional dat het normaal en nuttig is dat iemand naar zijn omgeving kijkt, maar dat dit geen standaard hoeft te zijn voor hem- of haarzelf.

Meer lezen over mensen betrekken bij sport en bewegen?

Bronnen

  1. Biddle, S. J., & Mutrie, N. (2007). Psychology of physical activity: Determinants, well-being and interventions. Routledge.
  2. Brand, R., & Ekkekakis, P. (2018). Affective–reflective theory of physical inactivity and exercise. German Journal of Exercise and Sport Research, 48(1), 48-58.
  3. Hermsen, S., & Renes, R.J. (2016). Draaiboek gedragsverandering: de psychologie van beïnvloeding begrijpen en gebruiken. Amsterdam/Antwerpen: Uitgeverij Business Contact.