Spring naar content

Welke plaats heeft sport in de provincie?

De plaats die sport inneemt in de Nederlandse provincies verschilt sterk. Sommige provincies – denk aan Gelderland, Groningen en Limburg – investeren substantieel in sport en andere juist veel minder. Het verschil in belangstelling voor sport en bewegen is ook terug te zien in de verkiezingsprogramma’s die voor de Provinciale Statenverkiezingen van 2019 zijn geschreven, zo blijkt uit een scan van die programma’s. Met de collegevorming in alle provincies moet blijken in hoeverre de coalities elkaar ook gaan vinden op het thema sport en bewegen

Sport in alle staten?

Kenniscentrum Sport heeft alle verkiezingsprogramma’s doorgespit, geïnspireerd door een eerdere, uitgebreide infographic van de aandacht voor sport in de Tweede Kamerverkiezingen. Het is geen wetenschappelijk verantwoord onderzoek, maar toch geeft het turven van een aantal signaalwoorden – ‘sport’, ‘bewegen’, ‘zwem’, ‘recreatie’, ‘fiets’, ‘wandelen’ en ‘water’ – een indicatie van de interesse in dit domein. Deze tekstanalyse geeft een beeld van aandacht voor sport per provincie: hoe donkerder gekleurd in het landkaartje, hoe meer aandacht voor sport en bewegen. In de tabel is te zien hoe deze waardering tot stand is gekomen: op basis van de individuele partijprogramma’s.

infographic sport en verkiezingen
Groningen, Gelderland en Limburg scoren bovengemiddeld in aandacht voor sport en bewegen bij de Provinciale Verkiezingen; in de Randstadprovincies daarentegen weinig aandacht.
  • Veel aandacht: aandacht voor 3 of meer onderwerpen van de georganiseerde sport. Ook aandacht voor bewegen in de openbare ruimte. Dit zijn Gelderland, Groningen, Limburg.
  • Gemiddelde aandacht: 1 of 2 onderwerpen van de georganiseerde sport. Daarnaast is er, vanuit de kerntaak, aandacht voor bewegen in de openbare ruimte. Dit zijn Drenthe, Friesland, Noord-Brabant, Overijssel, Zeeland.
  • Weinig aandacht: Geen aandacht voor georganiseerde sport. Sporadisch aandacht voor bewegen in de openbare ruimte. Dit betreft Flevoland, Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland.

Toelichting bij infographic

Wie de tabel verticaal bekijkt, ziet ook dat de politieke partijen op sportgebied geen landelijke lijn trekken, de aandacht verschilt per provincie.

Overigens ontbreken PVV en FvD in het overzicht, omdat de verkiezingsprogramma’s van deze partijen te laat beschikbaar waren of geen provinciale paragraaf bevatten. De ervaring leert dat deze partijen weinig aandacht hebben voor dit thema. Kleinere partijen en lokale partijen zijn evenmin meegenomen in deze scan.

Benieuwd naar wát de partijen dan over sport en bewegen te zeggen hadden? Dat is terug te vinden in 12 pdf’s onderaan dit artikel, met de citaten uit programmateksten per provincie gerubriceerd.

Klik hier voor een blik op de beschikbare provinciale beleidsplannen.

Uiteindelijk bepaalt de samenstelling van de nieuwe colleges en de bijbehorende collegeakkoorden hoeveel aandacht sport en bewegen daadwerkelijk gaat krijgen in provincies in de komende vier jaar.

Campagne voor en door de sport

De rol van de provincies is om de ambities van het Rijk op het gebied van sport uit te werken en de gemeenten te ondersteunen in het uitvoerende werk, in de vorm van advisering, uitvoering, voorlichting en coördinatie.

Om het belang van sport voor de samenleving – en een actieve rol van provincies daarin – te benadrukken hebben NOC*NSF, een aantal sportbonden en provinciale sportfederaties hun krachten gebundeld in SportcampagneTeam NL. Zij hebben een brief opgesteld, bestemd voor de informateurs van provinciale en regionale sportakkoorden (zie ook de Kamerbrief over implementatie Sportakkoord). Kernboodschap: “Sport verbindt, draagt bij aan de volksgezondheid, brengt ons dichter bij de natuur, vergemakkelijkt de integratie van mensen met een beperking, en migratieachtergrond, is goed voor de economie.”

Ook de Vereniging Sport en Gemeenten heeft – samen met NOC*NSF – een soortgelijke brief geschreven en deze in februari naar alle wethouders sport gestuurd, met als boodschap: “Als verbindend middenbestuur kan de provincie lokale/regionale initiatieven ondersteunen en versterken. Vanuit haar kerntaken in recreatie en ruimtelijke ordening maar ook vanuit haar regisserende en faciliterende rol.”

Het SportcampagneTeam en ook VSG ziet de provincie idealiter als verbinder met een sleutelrol tussen het Nationale Sportakkoord uit 2018 en de lokale sportakkoorden die in een aantal gemeenten al zijn gesloten. “De provincie kan een cruciale rol spelen bij de ambitie om iedere inwoner zonder belemmeringen in een veilige en gezonde omgeving met plezier te laten bewegen”, aldus de brief. De provincie kan volgens VSG en NOC*NSF in de lokale sportakkoorden de optiek vanuit ‘de sport’ ondersteunen en versterken.

Grootinvesteerders

Hoe actief de provincies in de praktijk zijn in die faciliterende c.q. regierol verschilt dus nogal, zoals blijkt uit de inventarisatie van de verkiezingsprogramma’s. Ook het geld dat provincies reserveren voor hun sportbeleid verschilt sterk, weet Jo Lucassen, onderzoeker bij het Mulier Instituut.

“Limburg, Gelderland en Noord-Brabant investeren al jaren flink. Je ziet dat deze provincies proberen hun topsportprofiel helder te krijgen, ze kijken welke sporten bij het dna van hun provincie past. Daar zetten ze op in, bijvoorbeeld bij het binnenhalen van evenementen. Ook in het breedtesportbeleid zie je die accentuering terug.”

Niet toevallig behoren de drie hiervoor genoemde provincies ook tot de rijkste provincies van het land. En dat is weer voor een groot deel te danken aan de verkoop van aandelen van energiereuzen Nuon en Essent, ruim tien jaar geleden. Dat de provincies in de Randstad ontbreken bij het rijtje grootinvesteerders in sport, is volgens Lucassen nog op een andere manier te verklaren. “Daar heb je veel grote steden die vaak al een vrij stevig sportbeleid voeren. De sportbegroting van Amsterdam is in de orde van grootte van die van het ministerie van VWS. Dus in die provincies is een stevige provinciale rol minder noodzakelijk.”

Overigens zegt een hoge of lage sportbegroting niet alles, weet Paul Hover, ook onderzoeker bij het Mulier Instituut, uit ervaring. Hij onderzocht bijvoorbeeld in opdracht van Overijssel – een provincie die sport juist geen prominente plek in het beleid geeft – de economische omvang van de hippische sector.

In Overijssel hebben marktpartijen plannen ontwikkeld om de positie van de regio op dit terrein te verstevigen. Om de plannen goed te kunnen beoordelen en een eventuele rol van de provincie te kunnen bepalen, is onderzoek gewenst. “Daarbij kijken we goed naar Limburg, waar ook is geïnvesteerd in een nieuwe accommodatie. Soms past sport heel goed in ruimtelijke en economische doelen. Men kijkt dus: hoe kunnen we een eventuele investering legitimeren? Als er wordt geïnvesteerd hoeft dit dus niet op de sportbegroting terug te vinden zijn.” De impact is er niet minder om. “Als provincies meedoen, dan kan het om miljoenen euro’s gaan.”

Wat levert de aandacht op?

De vraag is natuurlijk ook wat de aandacht voor sport en bewegen oplevert. Leidt een al goed verankerd provinciaal sportbeleid (bijvoorbeeld Gelderland) ook tot meer politieke aandacht voor het onderwerp? En houdt de aandacht gelijke tred met de behoefte aan beweegstimulerende maatregelen? Niet altijd: wie kijkt naar het percentage inwoners dat voldoet aan de beweegrichtlijnen, ziet dat GGD-regio’s in Zuid-Holland en Limburg daar de laagste percentages hebben. In Limburg krijgt sport en bewegen wél provinciale aandacht; in Zuid-Holland niet.

Provinciale sportakkoorden

In een tweetal provincies zijn de sportieve ambities al vertaald naar provinciale sportakkoorden met een groot aantal partners, variërend van kennis- en onderwijsinstellingen tot sportbonden, van evenementorganisatoren tot zorg en welzijnsinstellingen. Het gaat om Gelderland en Zeeland.

Het Gelders sportakkoord

  • Ruim 130 partners;
  • 24 miljoen voor sport in deze coalitieperiode;
  • Investeringen in (top)sportevenementen en side events, talentontwikkeling, versterking van verenigingen, vitale sportparken, sportieve innovatie, sportieve buitenruimte en routenetwerken.
Jan Markink, gedeputeerde sport Gelderland in collegeperiode 2015-2019
Jan Markink, gedeputeerde sport (VVD) in de provincie Gelderland

Gedeputeerde Sport Jan Markink van de VVD licht het akkoord toe: “We verbinden met het Gelders Sportakkoord sport aan onze nieuwe omgevingsvisie, waarmee we een gezond, veilig, schoon en welvarend Gelderland nastreven. Want sport maakt onze provincie maatschappelijk en economisch krachtiger en daarmee aantrekkelijk om te wonen, werken en ondernemen.

Een goed voorbeeld waarin veel samenkomt is volgens Markink het WK Damesvolleybal 2022, dat grotendeels in Gelderland plaatsvindt. “Minstens zo belangrijk als het organiseren van het feitelijke evenement, is de aanloop die we inmiddels met de NeVoBo, 24 Gelderse gemeenten, verenigingen, maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven gestart zijn om met volleybal heel Gelderland maatschappelijk en economisch te verbinden en versterken.”

Het is de bedoeling dat van het provinciale Gelderse Sportakkoord een stimulerende werking uitgaat, zodat ook op lokaal niveau Gelderse sportakkoorden worden gesloten.

Zeeuws Sportakkoord ‘Sport Verenigt Zeeland’

  • Ruim 30 partners
  • 1 miljoen euro jaarlijkse investering provincie in sport-(infrastructuur), dus 4 miljoen in afgelopen periode
  • investeringen in topsport, Zeeuws Sportakkoord, routenetwerken voor fietsen, wandelen, varen en andere buitensport, SportZeeland en kernsportevenementen in het kader van Zeelandpromotie.
Voorblad van Zeeuws Sportakkoord
Het Zeeuws Sportakkoord is op 7 maart getekend.

Op initiatief van de Provincie Zeeland is in voorjaar 2018 gestart met het proces om te komen tot een Zeeuws Sportakkoord. Begin maart 2019 is dit akkoord ondertekend. De ambitie luidt: ‘Meer Zeeuwen in beweging’.

De provincies kan een belangrijke taak vervullen bij het vertalen van een ambitie zoals deze naar de regio, vertellen Patrick Vader van SportZeeland en Tjitte van de Buijs van de provincie. “We beschikken over de positie om de regio te verbinden, te netwerken en hebben ook genoeg zicht op de lokale verschillen.”

Zeeland is aan de slag gegaan met een heel praktisch netwerkproces onder leiding van SportZeeland en Kenniscentrum Sport. De inhoudelijke thema’s zijn overgenomen uit het Nationale Sportakkoord en naar Zeeuwse ambities vertaald. “Natuurlijk met aandacht voor de couleur locale, zo heeft topsport in Zeeland wat minder focus dan elders.”

Wat Van de Buijs en Vader opvalt, is het enthousiasme onder de stakeholders: “Het inspireert gemeenten bij het vormgeven van hun nieuwe sportbeleid en het zorgt voor verbinding met de natuur, onderwijs en gezondheidssector. De provincie had ook de mogelijkheid extra middelen vrij te maken en gaat ervan uit dat alle stakeholders ook hun verantwoordelijkheid nemen om van Zeeland een gezonde provincie te maken.”

Hun advies aan andere provincies: pak het idee van een provinciaal sportakkoord op. “Het is een kans om sport en bewegen nog nadrukkelijker op de bestuurlijke agenda te plaatsen, wat uiteindelijk bijdraagt aan meer mensen in beweging.”

Alle quotes uit verkiezingsprogramma’s per provincie hier te vinden