Zo maak je sport en bewegen mogelijk voor volwassenen met inkomensarmoede
Ruim 900.000 mensen in Nederland hebben een laag inkomen en lopen daarmee kans op armoede. Deze mensen sporten wekelijks minder, zijn minder vaak lid van een sportvereniging en ervaren meer belemmeringen om mee te doen met sport en bewegen ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Naast persoonlijke en sociale factoren zijn beperkte financiële middelen vaak een drempel om deel te nemen. In 2019 had slechts een derde van de gemeenten een financiële regeling die sport- en beweegdeelname voor volwassenen (18-plussers) met inkomensarmoede mogelijk maakte.
In dit artikel vind je cijfers en feiten over de sport- en beweegdeelname van mensen met inkomensarmoede en de belemmeringen die zij ervaren. Ook lees je meer over het in 2020 opgerichte Volwassenenfonds Sport & Cultuur, waar je je als gemeente bij kunt aansluiten om financiële drempels voor inwoners weg te nemen. Het financieel toegankelijk maken van sport- en beweegactiviteiten voor de doelgroep kan een belangrijke eerste stap zijn om deze doelgroep mee te laten doen.
Cijfers over sport- en beweegdeelname
Mensen met inkomensarmoede hebben vaak een lage sociaaleconomische status (ses) en wonen vaker in zogenaamde aandachtswijken. Naast veel voorkomende financiële problemen, kampen mensen ze vaker met een minder goede gezondheid en ongezonde leefstijl. Zo is er vaker sprake van overgewicht. Ze sporten en bewegen minder dan mensen zonder inkomensarmoede. Ook zijn ze vaker sociaal uitgesloten en doen ze minder mee in de samenleving[1].
De verschillen in sport- en beweegdeelname naar sociaal economische status zijn als volgt[2]:
- 21% van de volwassenen met een lage ses sport wekelijks, ten opzichte van 74% van de mensen met een hoge ses.
- 25% van de volwassenen met een lage ses heeft nog nooit gesport, ten opzichte van 3% van de mensen met een hoge ses.
- 24% van de volwassenen met een lage ses die sport, is lid van een vereniging ten opzichte van 38% van de mensen met een hoge ses.
- Hoe lager de ses, hoe meer belemmeringen om te sporten vanwege gezondheid worden ervaren.
- 31% van de volwassenen met een lage ses voldoet aan de beweegrichtlijnen, ten opzichte van 58% van de mensen met een hoge ses.
Belemmeringen voor sport- en beweegdeelname
Een knellende financiële situatie is voor deze doelgroep een belangrijke drempel om niet deel te nemen aan sport- en beweegactiviteiten. Sporten en bewegen kost geld: niet alleen het lidmaatschap, maar denk ook aan bijkomende kosten als sportattributen en een drankje na het sporten. De kern van het probleem is de financiële situatie, maar daaromheen speelt veel meer. Bijvoorbeeld gevoelens van schaamte, stress en gebrek aan eigenwaarde, wat ook weer invloed heeft op hun sport- en beweegdeelname. Ook culturele opvattingen over sport en bewegen kunnen een rol spelen, net als een gebrek aan ervaring met sporten en het ervaren van gezondheidsklachten of beperkingen. Arm zijn betekent dus meer dan te weinig geld hebben. Het verschilt per persoon of en hoe iemand armoede ervaart en tegen welke belemmeringen hij/zij aanloopt om te (gaan) sporten en bewegen.
Brede inzet van lokale initiatieven
Een brede inzet van lokale initiatieven is nodig om volwassenen met een laag inkomen te helpen om mee te (blijven) doen aan georganiseerde sport- en beweegactiviteiten. Denk bijvoorbeeld aan het verbeteren van de communicatie over het aanbod en regelingen waar de doelgroep gebruik van kan maken. Het stimuleren en ondersteunen van sportaanbieders om een inclusieve vereniging te worden, is ook belangrijk. Stellen ‘dat iedereen welkom is’, is onvoldoende om van een inclusief sportbeleid te kunnen spreken. Inclusie vraagt actieve inspanningen en de bereidheid om zaken anders aan te pakken dan gebruikelijk. Lees ook het artikel Zo kun je als gemeente sociale ongelijkheid in sport tegengaan.
Ook de buurtsportcoach kan een belangrijke rol spelen. Bijvoorbeeld door sportaanbieders te verbinden aan maatschappelijke organisaties die de doelgroep goed kent. En door het werken met ervaringsdeskundigen voor nieuwe beleidsontwikkelingen. Er zijn al veel waardevolle initiatieven, maar er is tegelijk nog veel ruimte voor verbetering. Het financieel toegankelijk maken van sport- en beweegactiviteiten voor de doelgroep kan de eerste, en een belangrijke, stap zijn om ze te helpen mee te kunnen (blijven) doen. Gemeenten kunnen hiervoor zelf een regeling inrichten of zich aansluiten bij het Volwassenenfonds Sport & Cultuur.
Inspiratiesheet Meedoen
Lees in de Inspiratiesheet voor buurtsportcoaches van Kenniscentrum Sport & Bewegen hoe je sport, bewegen en culturele activiteiten meer toegankelijk kunt maken voor mensen die leven met inkomensarmoede. In de inspiratiesheet zijn ook lokale initiatieven uit andere gemeenten te vinden.
Financiële belemmeringen wegnemen met Volwassenenfonds Sport & Cultuur
De missie van het Volwassenenfonds Sport & Cultuur is het wegnemen van financiële drempels bij volwassenen die leven rond de armoedegrens, zodat ook zij de kracht van sport en cultuur kunnen ervaren. Het fonds zorgt ervoor dat contributie en/of materialen worden betaald. Dit doen ze door gemeenten te ondersteunen bij de administratie en inrichting van de regeling om deze doelgroep te bereiken. Een gemeente bepaalt zelf het beschikbare budget en de spelregels die gelden voor aanvragen. Er zijn ondertussen (februari 2022) 29 gemeenten aangesloten bij het Volwassenenfonds Sport & Cultuur.
Heb jij als gemeente ook interesse om aan te sluiten? Vanuit het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) is een tijdelijke subsidie beschikbaar gesteld voor gemeenten die aan willen haken bij het Volwassenenfonds en daarmee de sport- en beweegparticipatie van deze doelgroep mogelijk willen maken. Kijk voor meer informatie op de website van het Volwassenenfonds Sport & Cultuur.
Praktijkvoorbeelden
Benieuwd hoe andere gemeenten sport en bewegen voor volwassenen met een laag inkomen integreren in hun minimaregelingen? Wij vroegen het drie gemeenten. Lees deze praktijkvoorbeelden:
Bronnen
- Armoede en sociale uitsluiting 2021, Centraal Bureau voor de Statistiek, Den Haag 2021
- Sociaaleconomische status en deelname aan sport en bewegen van volwassenen, Mulier Instituut, Utrecht 2020