Zo stimuleer je meer gendergelijkheid in de sport (deel 2)
Als er niets verandert, duurt het nog decennia voordat mannen en vrouwen in de sport op gelijke voet staan. Hoogste tijd voor verandering dus. Een expertgroep deed in opdracht van de Europese Commissie aanbevelingen en schreef een actieplan: Naar meer gendergelijkheid in de sport. Wat kunnen we in Nederland verbeteren? In dit tweede deel: berichtgeving in de media, tegengaan van gendergerelateerd geweld en de sociale en economische aspecten.
Lees ook
Deel 1 van dit tweeluikOm gendergelijkheid systematisch op te nemen in sportbeleid, benoemde de expertgroep zes thema’s die aandacht verdienen. In dit tweeluik lichten we de zes centrale thema’s toe, met (meestal) een Nederlands voorbeeld.
Thema 4: Sociale en economische aspecten van sport
De expertgroep adviseert het volgende:
- Waarborg eerlijke juridische kaders, zoals gelijkwaardige contractvoorwaarden.
- Waarborg gelijke kansen voor professionele vrouwelijke sporters, inclusief loopbaanprogramma’s.
- Verminder economische ongelijkheid. Zorg ervoor dat de rechten van vrouwen op grond van nationale arbeidswetgeving volledig worden toegepast.
- Vraag aandacht voor discriminatie op de werkvloer. En zet systemen op om dit te monitoren.
- Zorg voor goede meldpunten.
Praktijkvoorbeeld Sociale en economische aspecten
In de collegebanken van Katelijne Boerma worden studenten klaargestoomd voor een baan binnen de sportsector. Boerma is als opleidingsmanager aan de Hogeschool van Amsterdam medeverantwoordelijk voor het zes jaar oude Sports Leadership Programme (SLP) en voor Sportkunde en Sport Studies. Het vinden van een evenwichtig balans tussen het aantal mannelijke en vrouwelijke studenten is voor haar een grote uitdaging. “Tweederde van onze studenten is man.” Deze opleidingscijfers passen bij de trend die de expertgroep schetst: slecht een derde van de managementposities op de Europese sportarbeidsmarkt wordt bekleed door een vrouw.
De expertgroep roept dan ook op om sportorganisaties te wijzen op de noodzaak van gelijke arbeidsvoorwaarden voor vrouwen. Boerma onderstreept deze hartenkreet. Ze is ervan overtuigd dat de sportwereld zich op zich bewust is van het belang van diversiteit. Maar tegelijkertijd verandert er nog weinig, terwijl een divers team volgens onderzoek beter presteert. “Men wil het, men roept het, maar de grote verandering blijft nog uit. Die verandering begint bij het bestuur van een bond, een hockeyvereniging of – in mijn geval – een opleiding.”
Boerma is ervan overtuigd dat je niet kunt roepen dat je meer diversiteit wilt in bijvoorbeeld het ledenbestand, als de organisatie uit alleen maar mannen bestaat. Daarnaast is een diverse werkomgeving niet alleen belangrijk voor representatie, vindt ze, maar het is ook gewoon goed voor je organisatie die zich beter laat leiden door een divers team. “Je dient in de sportsector een publiek doel, en die wereld bestaat uit mannen én vrouwen. Beiden hebben rolmodellen nodig”, stelt Boerma. Dat streeft ze na in haar eigen docententeam, dat ze zo divers mogelijk samenstelt.
Thema 5: Berichtgeving in de media
De expertgroep adviseert het volgende:
- Breid de berichtgeving over sport door vrouwen in de media uit, met de publieke media in een sleutelrol.
- Verbeter de beeldvorming: weg met de negatieve genderstereotypen. En neem meer vrouwelijke sportredacteuren aan.
- Maak mensen bewust van vooringenomen berichtgeving over sport door vrouwen.
- Steun wetenschappelijk onderzoek en stel nationale platforms in voor het monitoren van sportjournalistiek.
Praktijkvoorbeeld Berichtgeving
Verandering heeft een gezicht nodig. Toch is sport beoefend door vrouwen minder zichtbaar in de media, ziet sportjournalist Suse van Kleef. “Ik wil graag geloven dat vrouwensport ooit evenveel aandacht krijgt als mannensport, maar ik denk dat we daar nog decennia van verwijderd zijn.” Ze was ooit zelf voetballer en is de eerste vrouwelijke radiocommentator bij het voetbal. Daarmee is ze een boegbeeld in de Nederlandse sportjournalistiek.
In de media ontbreekt het zowel aan vrouwelijke journalisten als aan berichtgeving over vrouwensport. Daardoor lijkt mannensport belangrijker. De expertgroep vindt dat er meer aandacht moet worden besteed aan vrouwensport, waarbij ze vooral kijkt naar de rol van publieke media. Volgens Van Kleef ligt deze verantwoordelijkheid bij journalistieke organisaties, maar ook bij sportbonden. “De internationale wielerbond UCI kan bijvoorbeeld invloed uitoefenen door enkel ‘pakketten’ aan te bieden bij mediaorganisaties waarbij deze worden verplicht ook de Tour de France voor vrouwen uit te zenden.” Volgens van Kleef genereert deze media-aandacht dan automatisch meer sponsoren en zo breng je het niveau weer omhoog. Hierdoor wordt de status quo doorbroken, en dat is noodzakelijk.
Van Kleef ondersteunt het statement van de expertgroep om mediaorganisaties aan te moedigen meer vrouwelijke redacteuren in dienst te nemen. “De redacties en poules van journalisten in sport worden heel langzaam diverser, maar het is nog lang niet genoeg. Als ze niet in bussen naar je toe komen, betekent dat niet dat er geen interesse is of talent is.” Een veelgemaakte denkfout is volgens Van Kleef dat diversiteit zoiets als ‘moeten’ is en er nog veel te weinig wordt onderkend dat diversiteit de blik op de wereld breder maakt. “Terwijl dat nu juist je taak is als journalist”, aldus Van Kleef. Hiermee volgt Van Kleef de lijn van Katelijne Boerma en Nicole Edelenbos, die ook sterk de nadruk leggen op het belang van diversiteit binnen organisaties.
Thema 6: Tegengaan gendergerelateerd geweld
De expertgroep adviseert het volgende:
- Implementeer scholings- en preventieprogramma’s op alle niveaus, zeker in de breedtesport.
- Verzamel gegevens en monitor initiatieven over de omvang van het probleem en de effectiviteit van beschermingsmaatregelen.
- Zorg voor meldpunten: bescherm klokkenluiders en benoem medewerkers sociale veiligheid.
- Bevorder kennisuitwisseling om gendergerelateerd geweld in de sport te voorkomen.
Sport is belangrijk voor het fysieke, mentale en sociale welzijn en speelt daarmee een positieve rol in de samenleving. Maar het kan ook de omgeving zijn waarin intimidatie, geweld en misbruik plaatsvinden. Meer en meer sporters delen hun persoonlijke verhalen over relaties waarin misbruik heeft plaatsgevonden, ziet de expertgroep.
Hoewel de noodzaak voor iedereen duidelijk is, is de omvang van het probleem moeilijk in kaart te brengen. Daarom dringt de expertgroep aan op gegevensverzameling om de omvang van het probleem en de effectiviteit van beschermingsmaatregelen te meten. Daarnaast blijft het delen van ervaringen van groot belang.
Dit onderdeel van het rapport ligt Emine Bozkurt na aan het hart: “Het is niet nodig om de bully te spelen om de beste prestaties te krijgen. Met de expert Tine Vertommen in ons midden, hebben we echt de juiste adviezen gegeven om tot betere bescherming van sporters te komen. Ik hoop dat in Nederland ook Mariëtte Hamer – de eerste regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en -geweld – ook de sport een prominente plek in haar werk zal geven.”
Praktijkvoorbeeld Tegengaan gendergerelateerd geweld
De noodzaak van het delen van ervaringen ziet Miriam Reijnen ook. Reijnen is coördinator van het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN). Dit voorjaar won zij de Vrouw & Sportprijs 2022, bedoeld voor iemand die de vrouw in de sport een gezicht geeft. Ze heeft naar aanleiding van een onderzoek van de Commissie De Vries naar seksuele intimidatie in de sport het toenmalige Vertrouwenspunt Sport omgebouwd naar het huidige CVSN. Hiermee wordt een breed en belangrijk fundament gelegd voor veilig sporten in Nederland, en dat werpt zijn vruchten af.
Medio augustus 2022 zat het Centrum al op hetzelfde niveau aan dossiers als over het totaal van heel 2021. Recentelijk werd het duizendste dossier in behandeling genomen. “Dat doet me oprecht veel: het betekent dat melden van grensoverschrijdend gedrag steeds meer uit de taboesfeer komt. Daarmee wordt de omvang steeds duidelijker”, aldus Reijnen. Toch denkt ze dat we pas het topje van de ijsberg zien. “Het is slechts een begin, maar mede door de complexiteit van de onderwerpen, kost het agenderen simpelweg tijd.”
De oplossing kost tijd en vraagt toewijding van iedereen. Sportclubs kunnen volgens haar zelf zorgen voor een veilige sportomgeving door proactief te handelen en niet te wachten tot het misgaat. “Denk aan de Regeling Gratis VOG voor vrijwilligers, maar ook een makkelijk benaderbaar vertrouwenspersoon. En reserveer tijd om met elkaar in gesprek te gaan over dit thema tijdens bijeenkomsten op de vereniging”, adviseert Reijnen.
Wat is er al gebeurd in Brussel?
Sinds de overhandiging van het rapport heeft de expertgroep onder leiding van Emine Bozkurt flink aan de weg getimmerd. De expertgroep, ministeries en kennis- en sportorganisaties activeren in alle lidstaten aandacht voor het rapport. Concreet zijn er onder meer deze resultaten:
- Met ingang van 2023 wordt elk jaar een BeEqual Award uitgereikt voor bevordering van gendergelijkheid in de sport.
- Tijdens de Europese Week voor de Sport is bewust gekozen voor een nieuwe vrouwelijke ambassadeur: de Nederlandse buurtsportcoach en hockeyster Willemijn van Aggelen, die een duidelijke boodschap afgeeft in deze video.
- In alle voorzitterschappen van de Europese Unie en tijdens het jaarlijkse Europese Sportforum wordt het thema gendergelijkheid zoveel mogelijk geïntegreerd in de plannen voor de sport. Spanje heeft een conferentie over gender equality in de sport gepland tijdens zijn EU-voorzitterschap in de tweede helft van 2023.
Over de expertgroep en het vervolg
De expertgroep stond onder leiding van de Nederlandse expert en oud-Europarlementariër Emine Bozkurt. Ook Marijke Fleuren en Claudia Bokel leverden als commissielid een belangrijke bijdrage. Sinds de lancering van het actieplan is Bozkurt op tournee, om te stimuleren dat de praktische adviezen in elk Europees land en op Europees niveau worden overgenomen en ingevoerd. Uitnodigingen kwamen al van de ministers in de Raad van Europa en het Europees Parlement. In Nederland presenteerde Bozkurt het actieplan al aan de NL Sportraad. Hopelijk volgen de Tweede Kamer en de regering.
De foto boven dit artikel is afkomstig van Stichting 3×3 Unites, die een leader course hield voor meiden.