Spring naar content

Zo stimuleer je samen meer en beter bewegen in school en omgeving

De samenwerking tussen lokale partners en school staat centraal bij de landelijke ambities om kinderen meer en beter te laten bewegen. Uit de praktijk blijkt dat het vaak zoeken is om invulling en uitvoering te geven aan deze ambities. Kenniscentrum Sport & Bewegen heeft een handreiking ontwikkeld voor elke professional die op lokaal niveau met meer, veelzijdig en beter bewegen aan de slag wil. Dit artikel bevat een korte samenvatting van de handreiking met een aantal tips en goede voorbeelden.

Handreiking

De Handreiking stimuleren van meer en beter bewegen voor school en omgeving biedt kennis en inspiratie voor iedere professional die kinderen in en om school in beweging wil krijgen. In deze handreiking vind je informatie en handvatten over het neerzetten van een lokaal sportbeleid, inclusief belangrijke bouwstenen, praktische voorbeelden en concrete acties om kinderen te stimuleren meer te bewegen.

Meer bewegen gedurende de schooldag: hoe pak je dat aan? 

Voor het stimuleren van voldoende en veelzijdig bewegen gedurende de schooldag zijn er verschillende manieren. Zo kun je kiezen voor een brede aanpak zoals het 2+1+2-model of de Gezonde School. Het van oorsprong Arnhemse 2+1+2-model is een kapstok om kinderen 5 uur per week op school in beweging te krijgen. De Gezonde School is een landelijk programma dat onderwijsprofessionals helpt om een gezonde leefstijl op school vanzelfsprekend te maken. Hiervoor biedt de Gezonde School een overkoepelende aanpak op verschillende leefstijlthema’s. Ook kun je, eventueel met behulp van lokale sportbureaus, buurtsportcoaches of JOGG-regisseur, een aanpak op maat ontwikkelen.

Belangrijkste bouwstenen voor een actieve schooldag

Regelmatige afwisseling tussen zittend leren en bewegen zorgt ervoor dat kinderen naast cognitieve inspanning ook voldoende beweging, ontspanning en sociale momenten krijgen. Om sport en bewegen onderdeel van de schooldag te maken, zetten we de belangrijkste bouwstenen van een actieve schooldag voor je op een rij.

Inrichting fysieke ruimte: het schoolplein en de school zelf

Het schoolplein is dé kans voor het creëren van een rijke speel- en beweegomgeving voor kinderen. De Toolkit Schoolpleinen geeft inzicht in hoeverre het schoolplein kinderen uitdaagt om te bewegen en biedt concrete tips om kinderen meer en beter te laten bewegen op het schoolplein. Ook de inrichting van het schoolgebouw en klaslokaal kunnen bijdragen aan het stimuleren van meer bewegen gedurende de schooldag. Lees voor meer inspiratie dit artikel van IKC De Twijn uit Alblasserdam.

Actief transport van en naar school 

Het stimuleren van ouders, kinderen en leerkrachten om met de fiets of lopend naar school te komen, helpt om de dag te starten met beweging. Er bestaan diverse programma’s die ervoor zorgen dat kinderen vaker met de fiets naar school komen. Bijvoorbeeld De Schoolstraat, dit programma stimuleert scholen, gemeenten en provincies om een veilige schoolomgeving en schoolroutes te ontwikkelen.

Beter leren bewegen

Wettelijk is vastgesteld dat vanaf 2024 alle groepen, dus ook de kleuters, wekelijks twee lesuren bewegingsonderwijs krijgen van een bevoegde vakleerkracht. Vakvereniging KVLO ondersteunt scholen met praktische informatie voor goed bewegingsonderwijs. Ook helpt KVLO de scholen om aan deze wettelijke verplichting te kunnen voldoen. Bekijk voor meer informatie deze website van Impuls bewegingsonderwijs.

Bewegen tussen leren

Zittend leren kan goed worden afgewisseld met een bewegingsactiviteit. Zo is de buitenspeelpauze een geschikt moment om kinderen te stimuleren meer en intensiever te bewegen. Maak bijvoorbeeld gebruik van de erkende interventies van PLAYgrounds.

Een andere mogelijkheid zijn ‘energizers’, oftewel ‘beweegbreaks’. Energizers zijn korte, intensieve beweegactiviteiten die relatief gemakkelijk tussen de lessen door ingezet kunnen worden. Energizers zorgen voor een betere aandacht, concentratie en taakgerichtheid. Daarnaast vinden kinderen en leerkrachten energizers ontzettend leuk.

Bewegend leren

Ook bij bewegend leren wordt bewegen met leren gecombineerd. Het goed aanbieden van bewegend leren activiteiten is echter complex. De beweging mag bijvoorbeeld niet te moeilijk zijn. Verder kan het afstemmen van de leerstof op de verschillende niveaus van de leerlingen ingewikkeld zijn. Ook wil je elk kind een zo hoog mogelijke leerdichtheid aanbieden en voorkomen dat kinderen meeliften. Goede kennis over het ontwikkelen en uitvoeren van bewegend leeractiviteiten is dus belangrijk.  Mulier Instituut en Kenniscentrum Sport & Bewegen hebben goede voorbeelden verzameld op een onafhankelijk Bewegend Leren platform.

Naschools aanbod

Werk samen met partners uit de wijk, zoals buurtsportcoaches en sportverenigingen, aan een structureel sport- en beweegaanbod na schooltijd. Het is belangrijk om daarbij te kijken naar de behoeftes van verschillende groepen kinderen en ook kinderen te betrekken die (nog) minder enthousiast zijn over bewegen.  

Motorisch Testen

Voor het creëren van een passend beweegaanbod voor alle kinderen kunnen scholen – eventueel op initiatief van de gemeente – een meetinstrument voor motorische vaardigheden inzetten. Hiermee kan in kaart worden gebracht welke kinderen achterlopen in hun motorische ontwikkeling. De KVLO heeft een keuzewijzer met leerlingvolgsystemen en motorische testen ontwikkeld om leerlingen te volgen in hun beweegontwikkeling. Ook heeft Mulier Instituut voor gemeenten en scholen een handreiking ontwikkeld. Deze handreiking helpt bij het kiezen van een passend meetinstrument.

Verbinden van school met de sportinfrastructuur

Naast een achteruitgang in motorische fitheid en vaardigheid zijn Nederlandse kinderen de afgelopen jaren ook minder aan het sporten. Er zijn verschillende mogelijkheden om school en sportvereniging op lokaal niveau aan elkaar te verbinden. Scholen kunnen lokale sportverenigingen benutten om het bewegen gedurende de schooldag te stimuleren. Vice versa, kunnen lokale sportaanbieders via scholen kinderen in aanraking laten komen met diverse sport- en beweegactiviteiten om de kans op een passende sport te vergroten. 

Beleid voor verbinding tussen school en sport 

Sinds 2023 zijn het Sportakkoord II, de Brede Regeling Combinatiefuncties (BRC) en het Gezond en Actief Leven Akkoord (GALA) ondergebracht in de Brede SPUK-regeling. Via deze uitkering kunnen gemeenten jaarlijks een integraal plan van aanpak indienen voor extra ondersteuning bij het  verbinden van scholen en sportaanbod. Bijvoorbeeld voor de inzet van functionarissen vanuit de Brede Regeling Combinatiefuncties. 

Zo is de inzet van de Combinatiefunctionaris Onderwijs met name gericht op het organiseren van extra aanbod buiten schooltijd op en rond de school. Taken zijn onder andere het begeleiden en uitvoeren van activiteiten gericht op sport, bewegen en gezonde leefstijl. Daarnaast zijn de activiteiten gericht op het stimuleren van meer bewegen gedurende de schooldag, Ook het verzorgen van naschools aanbod en het verbinden van school met andere domeinen, zoals met lokale sport- en beweegaanbieders, behoren tot deze taken. Bekijk voor meer informatie en tools dit document over de Brede SPUK-regeling. 

Mogelijkheden om de verbinding tussen school en sport te realiseren 

Een aantal werkzame elementen spelen een rol spelen in het vergroten van deelname van jeugd aan de sportinfrastructuur.

Sportkennismaking

Op school kunnen kinderen eenvoudig kennismaken met een breed scala aan sporten, bijvoorbeeld via clinics. Zo wordt de kans op het vinden van een passende sport vergroot. Echter, een keuzetest of een clinic door een lokale vereniging of topsporter op school is niet voldoende. Het is noodzakelijk dat er direct aansluiting is bij het lokale sportaanbod. Er zijn verschillende platformen voor lokale sport- en beweegaanbieders waar aanbod en vraag samenkomen, bijvoorbeeld Sportmatch: zoek, boek en beweeg!

Versterken van het lokale sportaanbod

De verbinding tussen scholen en de lokale sportinfrastructuur om jeugd te laten sporten is essentieel. Echter, veel lokale verenigingen draaien op vrijwilligers. Dat maakt het lastig om de sportverenigingen systematisch te laten landen in de school. Daarnaast is het pedagogisch en didactisch niveau van de sportclinics vaak lager dan de lessen van het bewegingsonderwijs. Ook beschikken vrijwilligers vaak niet over een breed netwerk binnen het onderwijs, waardoor verbinding lastig tot stand komt. Hier ligt een belangrijke rol voor (lokale) sportprofessionals, zoals de buurtsportcoach. Een andere mogelijkheid is het inzetten van een clubkadercoach van NOC*NSF.

Wegnemen barrières

Om jeugd naar sport- en beweegaanbod te leiden, moeten veel drempels worden overwonnen. Met name voor de doelgroep waar sport en bewegen niet vanzelfsprekend zijn. Een belangrijke barrière voor sportdeelname is het ontbreken van financiële middelen. Het Jeugdfonds Sport en Cultuur kan helpen met financiële ondersteuning. 

Andere drempels zijn de fysieke en sociale afstand en de kennis van ouders over het belang van sport en bewegen. Voor veel gezinnen is het een enorme logistieke uitdaging om kinderen naar een sportvereniging te brengen. Daarnaast blijkt dat een relatief grote groep ouders onvoldoende kennis heeft van het belang van sport en bewegen voor de ontwikkeling van het kind. Meer lezen over hoe je deze drempels kunt wegnemen? Lees dan deze pagina in de handreiking. 

De school is dé plek om op een structurele manier voor voldoende en goed bewegen voor ieder kind te zorgen. Dit vraagt om samenwerking tussen lokale partners en de school, zowel in als rondom de school, om uiteindelijk alle kinderen te kunnen bereiken. Met belangrijke bouwstenen, concrete tips en praktische voorbeelden uit deze handreiking kun je als professional stappen zetten om dit voor elkaar te krijgen.