Duidelijk beeld van sport- en beweeggedrag van kinderen met een beperking ontbreekt
Kinderen met een beperking worden wel meegenomen in landelijke bevolkingsonderzoeken, maar gegevens over het sporten en bewegen van deze doelgroep worden niet gepubliceerd vanwege te lage aantallen. Ad hoc onderzoeken, vaak met kleine steekproeven, bieden beperkt zicht op de sport- en beweegdeelname van kinderen met verschillende soorten beperkingen. Daarnaast zijn de verschillen in uitkomsten van dit soort onderzoeken groot. Wel is duidelijk dat kinderen met een beperking minder vaak sporten en bewegen dan hun leeftijdsgenoten in de algemene bevolking.
Dit blijkt uit een verkenning naar het sport- en beweeggedrag van kinderen met een beperking in Nederland. Dit onderzoek is uitgevoerd met steun van het Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Voor deze verkenning is online gezocht naar data over (het sport- en beweeggedrag van) kinderen met een beperking. Daarnaast zijn experts (o.a. DUO en CBS) gevraagd naar mogelijke beschikbare data.
Andere uitkomsten zijn:
- Het aantal kinderen en jongeren met een beperking of chronische aandoening in Nederland is lastig vast te stellen. De marges bij de schattingen van het aantal kinderen met specifieke beperkingen zijn groot.
- De belangrijkste redenen waarom kinderen met een beperking sporten of bewegen zijn plezier, lichaamsbeweging en sociale contacten.
- De meest voorkomende belemmeringen die kinderen met een beperking ervaren bij het sporten en bewegen zijn gebrek aan zin, onvoldoende begeleiding en onvoldoende mogelijkheden in de buurt om te (gaan) sporten en bewegen.
- Er zijn verschillende manieren om de sport- en beweegdeelname van kinderen met een beperking te monitoren: onderzoek via screening, onderzoek via scholen, internationale literatuur en secundaire analyse van bestaande databronnen. De verschillen in onderzoek leiden tot aanzienlijke verschillen in uitkomsten.
Aanbevolen wordt om stapsgewijs toe te werken naar een uitvoeringsplan voor de integrale monitoring van de sport- en beweegdeelname van kinderen met een beperking. De ontwikkeling van een zogenaamde kernindicator ‘sport- en beweegdeelname kinderen met een beperking’ is een belangrijke stap in het uitvoeringsplan voor de monitoring. Afstemming tussen de diverse partijen die nieuwe data ontwikkelen en bestaande beheren en partijen die daarvan gebruik maken voor analyses is cruciaal.
Lees de volledige rapportage.
Neem voor meer informatie contact op met Maxine de Jonge.
Bron: Mulier Instituut