Regionale samenwerkingsverbanden voor inclusief sporten: samenwerking loopt goed, financiële borging kan beter
Bij de meerderheid van de regionale samenwerkingsverbanden voor inclusief sporten en bewegen loopt de samenwerking goed, maar over de financiële borging bestaan nog zorgen. Dat blijkt uit een online vragenlijst van het Mulier Instituut onder de regiocoördinatoren van deze verbanden.
Het lukt de samenwerkingsverbanden in veel gevallen om lokale/regionale partners te betrekken bij de ontwikkeling van beleid en activiteiten op het gebied van inclusief sporten en mensen met een beperking. De meeste verbanden hebben hun programma’s en partnerschappen op orde en bevinden zich inmiddels in de uitbreidingsfase, waarin zij uitbreiden naar nieuwe doelgroepen of samenwerkingen.
Om dit succes voort te kunnen zetten moeten beleidsmakers en organisaties aandacht hebben voor de behoeftes van de regiocoördinatoren. Ze hebben het meest behoefte aan financiële zekerheid: minder dan de helft van de regiocoördinatoren beoordeelt de financiële borging van het regionaal samenwerkingsverband als goed. Structurele financieringsbronnen en extra budget om materiaal aan te schaffen en activiteiten te organiseren blijken belangrijk voor de financiële borging van regionale samenwerkingsverbanden.
Andere uitkomsten van het onderzoek zijn:
- Mensen met een beperking vormen nog steeds de meestvoorkomende doelgroep van de regionale samenwerkingsverbanden, maar de afgelopen jaren is er ook steeds meer aandacht voor mensen met een lage sociaaleconomische status, ouderen en LBHT-personen.
- In de rolverdeling binnen het samenwerkingsverband staat de regiocoördinator centraal: deze neemt de regie in bijna drie kwart van de verbanden. Het werk van de regiocoördinator wordt vooral aangevuld door buurtsportcoaches, die op lokaal niveau werken.
- Het betrekken van ervaringsdeskundigen kan beter. Volgens iets meer dan de helft van de regiocoördinatoren lukt het matig of niet om deze deskundigen erbij te betrekken, omdat dit niet structureel gebeurt, omdat de ervaringsdeskundigen lastig te vinden zijn of vanwege tijdsgebrek.
- De regiocoördinator heeft veel verschillende taken, bijvoorbeeld in verband met de lokale uitvoering van landelijke initiatieven en het contact met regionale organisaties en stakeholders (zoals ziekenhuizen en zorgverzekeraars).
- Volgens de regiocoördinatoren is communicatie de belangrijkste succesfactor voor een goede regionale samenwerking. Korte lijnen en regelmatig overleg dragen hieraan bij.
- Een groot deel van de regiocoördinatoren wil graag kennis uitwisselen met andere verbanden, duidelijke afspraken maken over wie wat doet en meer beschikbare uren.
De regionale samenwerkingsverbanden zijn opgezet in het kader van het gehandicaptensportprogramma Grenzeloos actief (2015-2019). De meeste verbanden zijn sinds 2019 zelfstandig blijven voortbestaan, waarmee de doelstelling van het beleidsprogramma Grenzeloos actief is bereikt.
Lees het volledige rapport ‘De regionale aanpak voor sporten en bewegen voor mensen met een beperking’.
Neem voor meer informatie contact op met Maxine de Jonge.
Bron: Mulier Instituut