Spring naar content

Adem uit: rugbyers houden sprinttest langer vol door training met minder zuurstof

Rugbyers verbeteren de herhaalde sprintprestatie na een sprinttrainingsprogramma met een ademhalingstechniek waarbij ze minder zuurstof binnen krijgen. Door deze zogeheten vrijwillige hypoventilatie sprinten spelers na een vierweekse trainingsperiode maar liefst zes keer vaker op een volhoudtest.

Dit ontdekte een groep Franse onderzoekers door rugbyers te laten sprinten met een bijzondere ademhalingstechniek; de spelers moesten vlak voor het begin van elke sprint uitademen, tijdens de sprint hun adem inhouden en na iedere sprint nog een keer uitademen om de laatste lucht uit hun longen te blazen. Hierdoor ontstaat een zuurstoftekort in de spieren, wat het lichaam probeert te compenseren door de bloedtoevoer naar de spieren te verhogen.

Het idee hierachter is hetzelfde als sprinttraining in een hoogtekamer: de doorbloeding verbetert na het trainingsprogramma, waardoor met name de snelle spiervezels meer zuurstof opnemen. Of deze fysiologische veranderingen ook optreden bij vrijwillige hypoventilatie, hebben de Fransen niet onderzocht. Een placebo-effect is daarom niet uit te sluiten, omdat de rugbyers wel wisten of ze hun adem inhielden of niet. Ook keken de Fransen niet of de verbeterde herhaalde sprintprestatie langer aanblijft na het trainingsprogramma; zij onderzochten de spelers alleen direct na het trainingsprogramma. Ondanks deze onduidelijkheden over vrijwillige hypoventilatie, kunnen sporters mogelijk op een goedkope en makkelijke manier hun herhaalde sprintprestatie verbeteren.

Wat is er al bekend?

  • De herhaalde sprintprestatie verbetert door training in een hoogtekamer.
  • Dit komt doordat de doorbloeding en zuurstofopname van spieren toeneemt.

Wat is nieuw?

  • Ook een ademhalingstechniek waarbij sporters minder zuurstof krijgen, verbetert de herhaalde sprintprestatie.

Zuurstofarme omstandigheden

De Fransen onderzochten 21 goed getrainde rugbyers die werden verdeeld in twee groepen; een groep die de adem inhield tijdens het sprinten en een controlegroep die normaal ademde tijdens het sprinten. Beide groepen moesten tweemaal per week, acht keer over een afstand van veertig meter sprinten. Deze sprintserie herhaalden ze twee tot drie keer met drie minuten rust ertussen.

Na het trainingsprogramma moesten de rugbyers in een volhoudtest wederom sprintjes trekken van veertig meter. Terwijl de spelers met vrijwillige hypoventilatie vijftien keer sprintten in plaats van negen keer, verbeterde de groep die normaal ademde niet: zowel voor als na het trainingsprogramma sprintten ze tien keer. Dat de spelers die hun adem inhielden ook echt minder zuurstof hadden, blijkt uit de zuurstofsaturatie: het zuurstofgehalte in het bloed was gemiddeld ruim vijf procent lager.

Begeleiding van professional

Hoewel de resultaten van het Franse onderzoek veelbelovend lijken, is de bewijslast voor vrijwillige hypoventilatie momenteel beperkt. Wanneer sporters deze methode willen uitproberen, is begeleiding van een sportarts of Strength & Conditioning Coach aan te raden.

Bron

  1. Fornasier-Santos C, Millet GP, Woorons X (2018) Repeated-sprint training in hypoxia induced by voluntary hypoventilation improves running repeated-sprint ability in rugby players. Eur. J. Sport. Sci., 18:504-512.