Anderhalve meter waarschijnlijk onvoldoende voor lopers en fietsers

De Rijksoverheid raadt burgers aan om anderhalve meter afstand tot elkaar houden om overdracht van het coronavirus te voorkomen. Voor wie buiten gaat wandelen, hardlopen of fietsen blijkt anderhalve meter achter elkaar blijven echter niet voldoende. Speekseldruppeltjes van de voorste persoon komen in de slipstream terecht en kunnen daardoor alsnog op de tweede persoon terecht komen.

Dit ontdekten Belgische en Nederlandse onderzoekers door een aantal computersimulaties uit te voeren. Hun modellen, die normaal gebruikt worden om de prestaties van topwielrenners en –hardlopers te verbeteren door middel van aerodynamica, blijken ook het gedrag van speekseldruppeltjes te kunnen simuleren. Bij personen die binnen stilzitten reiken de speekseldruppeltjes – die mogelijk virussen kunnen bevatten – niet verder dan anderhalve meter. Bij bewegende mensen is dit echter anders.

Slipstream

Wat blijkt: speekseldruppeltjes die ontstaan door uitademen, hoesten of niezen, komen in de slipstream van de voorste sporter terecht. Dit is de zone achter de sporter, waarin de lucht met de sporter meebeweegt. Wielrenners en hardlopers hangen graag in elkaars slipstream, omdat ze door de meebewegende lucht vooruit geholpen worden. De onderzoekers adviseren om nu juist níet in deze zone te blijven, om te vermijden dat de druppeltjes op de achterste sporter terecht komen. Zelfs de grotere druppeltjes, die bij stilstaan snel naar beneden vallen, komen nog op de achterste sporter terecht. De onderzoekers plaatsen wel een kanttekening: voor COVID-19 is nog niet bevestigd welke druppels precies een besmettingsrisico vormen.

Vier tot twintig meter

De onderzoekers rekenden uit hoe ver sporters dan wél uit elkaar moeten blijven. Ze hielden hierbij rekening met kalm weer zonder zijwind. Voor wandelaars die achter elkaar lopen zou vier meter onder deze omstandigheden voldoende moeten zijn. Voor hardlopen en rustig fietsen geldt hiervoor maar liefst een afstand van tien meter. Wielrenners blijven liever twintig meter uit elkaar. Wie náást elkaar loopt of fietst heeft wél genoeg aan anderhalve meter, aangezien de druppeltjes voornamelijk achter je terechtkomen. Tweetallen die naast elkaar sporten zijn wel moeilijker in te halen en kunnen dit daarom beter niet doen op drukke wegen en paden. Bij het inhalen kun je het best ruim op tijd beginnen met ‘voorsorteren’, zodat je niet direct achter je voorganger komt en de slipstream vermijdt.

Noot: dit artikel is gebaseerd op voorlopige onderzoeksdata en heeft nog geen peer-review ondergaan.