Spring naar content

Burn-out en extrinsieke motivatie gaan bij atleten vaak samen

Burnout bij atleten is gerelateerd aan extrinsieke motivatie. Dit vonden onderzoekers van de universiteit van Californië bij bijna 600 atleten. Degenen die een hoge score op een burnout-vragenlijst behaalden, scoorden ook hoog op extrinsieke motivatie. Zo gaven zij aan minder vaak te sporten voor het plezier, maar vaker omdat zij zich ertoe verplicht voelden.

Sommige atleten krijgen tijdens hun carrière een burn-out. Zij vertonen dan symptomen van emotionele en fysieke uitputting, prestatievermindering, een verslechtering van het vertrouwen in de eigen prestatie en een minder sterk gevoel van verbinding met hun sport. Hoe en waarom een burn-out ontstaat is nog onduidelijk. Wel zijn wetenschappers het erover eens dat er, naast een fysieke, ook een belangrijke psychologische component van burn-out bestaat. Een mogelijke psychologische kant van burn-out is onderzocht door Holmberg en Sheridan. Zij bestudeerden bij Amerikaanse universitaire atleten de relatie tussen burn-out en motivatie volgens de Self-Determination Theory. Deze theorie onderscheidt verschillende vormen van motivatie. Belangrijk hierbij is de mate waarin een persoon het gevoel heeft dat hij vrij is om te beslissen wat hij doet. Als iemand zich heel vrij voelt is dit over het algemeen positief en vaak is de motivatie dan intrinsiek. Als iemand zich gedwongen voelt om iets te doen heeft dit vaak negatieve gevolgen en vaak is de motivatie dan extrinsiek. Hier tussenin bevinden zich vormen van motivatie waarbij een persoon zich niet geheel vrij en niet geheel verplicht voelt, bijvoorbeeld als iemand iets niet leuk, maar wel nuttig vindt of zich schuldig voelt als hij iets niet doet.

De twee auteurs legden aan 598 universitaire atleten (gemiddeld 21 jaar) twee vragenlijsten voor. Deze maten de motivatie en de mate van burn-out van de atleten. Uit de resultaten bleek dat scores op de burn-out-vragenlijst sterk samenhingen met extrinsieke motivatievormen. Dit betekent dat de atleten met hogere scores op de burn-out-vragenlijst meer het gevoel hadden dat zij om externe redenen hun sport beoefenden. Zij hadden minder het gevoel dat zij dit om intrinsieke redenen zoals plezier in het spel deden. Atleten die een hoge score behaalden op intrinsieke motivatie hadden juist lage scores op de burn-out-vragenlijst.

Helaas is uit deze studie niet op te maken wat oorzaak is en wat gevolg. Hoge scores op de burn-out-vragenlijst kunnen mede veroorzaakt zijn door extrinsieke motivatie, maar andersom kunnen gevoelens van burn-out misschien ook maken dat atleten zich meer verplicht voelen om te sporten en hier minder plezier aan beleven. Desondanks lijkt het aannemelijk dat intrinsieke motivatie kan beschermen tegen een burn-out. Trainers zouden hier rekening mee kunnen houden door aandacht te hebben voor plezier in het sporten. Ook kunnen zij proberen ervoor te zorgen dat atleten zich vrij voelen om beslissingen in hun sport te nemen. Atleten die zichzelf lijken te dwingen om te sporten kan een trainer juist extra in de gaten proberen te houden.

Bron

  1. Holmberg PM, Sheridan DA (2013) Self-determined motivation as a predictor of burnout among college athletes. Sport Psy., 27:177-187