Spring naar content

Cafeïne leidt tot toegenomen kans op slapeloosheid en nervositeit

Atleten die cafeïne innemen om sportprestaties te verbeteren kunnen last krijgen van bijwerkingen. Dit is onderzocht bij atleten die in het normale leven weinig tot geen cafeïne nemen. Uit dit Spaanse onderzoek blijkt dat na inname van cafeïne de kans op slapeloosheid en nervositeit aanzienlijk toeneemt.

Cafeïne en de bijwerkingen

Er is duidelijk aangetoond dat cafeïne een positief effect kan hebben op de prestatie. Vooral bij het leveren van een duurprestatie kan de inname van cafeïne tot enkele procenten verbetering leiden. De algemene aanname is dat het innemen van cafeïne ook kan leiden tot de nodige bijwerkingen. Niet alle beweringen lijken echter gestaafd door wetenschappelijk onderzoek. Zo blijkt de kans op uitdroging bijvoorbeeld wel mee te vallen, zeker tijdens inspanning, terwijl het algemene beeld decennia lang was dat cafeïne tot uitdroging kan leiden. Salinero en zijn collega’s hebben onderzocht hoe groot de kans is op andere, vaak genoemde bijwerkingen zoals slapeloosheid en nervositeit na de inname van cafeïne.

Slapeloosheid en nervositeit

In totaal hebben 90 jonge kracht- of duurgetrainde atleten van gemiddeld 24 jaar, die in het dagelijks leven niet of nauwelijks cafeïne nemen, deelgenomen aan de studie. Eenmaal dronken de atleten een uur voor een sportspecifieke training een sportdrank met 3 mg/kg lichaamsgewicht cafeïne en op een andere dag dronken zij voor dezelfde training een placebodrank. Er zat een week tussen beide testdagen. Zowel de onderzoekers als de atleten wisten niet wanneer een atleet cafeïne of een placebo had ingenomen. De atleten hebben zowel op de avond na de training als de volgende ochtend enkele vragenlijsten ingevuld. Daarin is onder andere gevraagd in welke mate de atleten last hadden van nervositeit, hoofdpijn, maag- darmproblemen en slapeloosheid.

Uit de analyse van de vragen bleek dat er aanzienlijk meer atleten last hadden van een nerveus gevoel en slapeloosheid na de inname van cafeïne ten opzichte van de placebodrank. Zo had 13,2% van de atleten last van een nerveus gevoel voor het slapen gaan terwijl geen enkele atleet dat had na het drinken van een placebodrank. De volgende ochtend gaf 31,2% van de atleten aan last te hebben gehad van slapeloosheid terwijl 10% van hen aangaf hier last van te hebben als zij een placebodrank hadden gedronken. De inname van cafeïne leidde niet tot meer hoofdpijn of maag- en darmklachten. Vrouwen en mannen hadden in gelijke mate last van de bijwerkingen.

Conclusie

De kans is aanzienlijk dat atleten die niet gewend zijn aan het innemen van cafeïne last krijgen van bijwerkingen als zij opeens cafeïne innemen. De vaak aanbevolen dosis van 3 mg/kg lichaamsgewicht kan leiden tot meer nervositeit en slapeloosheid. Het is belangrijk atleten voor deze bijwerkingen te waarschuwen. Het is dan ook aan te raden om de inname van cafeïne te beperken als atleten last hebben van bijwerkingen. Of gewenning aan cafeïne leidt tot minder bijwerkingen is aan de hand van deze studie niet te zeggen.

Bron

  1. Salinero JJ, Lara B, Abian-Vicen J, Gonzalez-Millán C, Areces F, Gallo-Salazar C, Ruiz-Vicente D, Del Coso J (2014) The use of energy drinks in sport: Perceived ergogenicity and side effects in male and female athletes. Br. J. Nutr., In Press DOI: 10.1017S0007114514002189