Spring naar content

Congresverslag ECSS 2022 (deel 1)

Van 30 augustus tot en met 2 september vond het 27ste jaarcongres van het European College of Sport Science (ECSS) plaats in Sevilla. Vooraanstaande wetenschappers bespraken de laatste stand van zaken en nieuwste ontwikkelingen op verschillende gebieden, waaronder de menstruatiecyclus, nitraat-inname en spiereiwitsynthese. Dit is deel 1 van het congresverslag, met samenvattingen van enkele presentaties.

Menstruatiecyclus in de sportpraktijk

Blessurerisico

Kirsten Legerlotz van de Universiteit van Berlijn trapte het symposium ‘Onderzoek naar vrouwelijke atleten – toepassingen voor prestatie, gezondheid en blessurerisico’ af met een presentatie over het effect van vrouwelijke geslachtshormonen op spieren, pezen en blessurerisico.

Relatie menstruatiecyclus en voorstekruisbandblessures

Legerlotz benoemde dat er een verband bestaat tussen voorstekruisbandblessures en de menstruatiecyclus, en dan met name een relatie tussen meer blessures in de folliculaire fase (periode voor de ovulatie) en de ovulatiefase. De oorzaak voor dit verband is onbekend. Legerlotz vertelde dat veel mensen aannemen dat hormonen een rol spelen – specifiek het hormoon oestrogeen. Dat dit hormoon piekt in de periode voor de ovulatie betekent alleen niet direct dat dit de oorzaak is voor meer kruisbandblessures. Volgens Legerlotz kunnen hieraan ook andere factoren ten grondslag liggen.

Gedrag

Een oorzaak voor meer voorstekruisbandblessures zou een verandering in gedrag kunnen zijn. Zo besprak Legerlotz enkele studies waaruit bleek dat er verhoogde testosteronwaarden waren tijdens de ovulatie[1,2] en studies waarbij mensen meer risicogedrag en motivatie lieten zien tijdens de ovulatie. Omdat meer testosteron kan leiden tot risicogedrag en verhoogde motivatie, is het mogelijk dat sporters vaker in een bepaalde situatie komen waardoor blessures ontstaan[3].

Slappe pezen, banden en andere balans

Andere factoren die ten grondslag kunnen liggen aan blessureleed zijn slappe pezen en banden en een veranderende balans. Deze factoren variëren in de menstruatiecyclus, maar een eenduidige relatie met een bepaalde fase in de menstruatiecyclus is nog niet aangetoond[4-6]

Geen ‘one-fits all approach’
Legerlotz sloot haar presentatie af met de boodschap dat de oorzaak voor de relatie tussen blessures en menstruatiecyclus nog onbekend is. Meer onderzoek is nodig om deze oorzaak te achterhalen. Een ‘one-fits all approach’ werkt niet volgens Legerlotz, coaches moeten kijken naar het individu. Dit kan bijvoorbeeld betekenen dat een coach een onbevreesde skiër (die zich in de ovulatiefase bevindt en in slechte weersomstandigheden moet trainen) attendeert op het feit dat ze niet ‘bulletproof’ is. 

Hormonale anticonceptie

Na Legerlotz gaf Mette Hansen van de Universiteit van Aarhus een presentatie over hormonale anticonceptie en het effect op spieraanpassingen en blessurerisico. In haar presentatie besprak ze onder andere een recente overzichtsstudie over het effect van de menstruatiecyclus en hormonale anticonceptie op aanpassingen door krachttraining[7]. Hieruit bleek dat er veel tegenstrijdige studies zijn van veelal matige kwaliteit. Dat concludeerden ook de auteurs van een andere overzichtsstudie[8]

Volgens Hansen is het wel bekend dat er zowel positieve als negatieve effecten zitten aan het gebruik van hormonale anticonceptie. Afhankelijk van het type zou hormonale anticonceptie spiergroei bevorderen tijdens krachttraining. Ook zou die het risico op een voorstekruisbandblessure verminderen. Daarentegen zou anticonceptie het herstel kunnen verminderen na een voorstekruisbandblessure of een andere peesblessure. Ook zou het kunnen leiden tot langer herstel na een zware krachttraining, zo concludeerde Hansen.

Kennis en communicatie over menstruatiecyclus

Kerry McGawley van de Mittuniversitetet in Zweden sloot het symposium af met haar presentatie over het verbeteren van de kennis en de communicatie rondom het thema menstruatiecyclus. Ze besprak een studie waaruit bleek dat slechts 8 procent van een groep van 140 langlaufers/biatleten zei voldoende te weten over de menstruatiecyclus in relatie tot hun sport[9]. Van dezelfde groep communiceerde minder dan een derde (27 procent) met hun coach over hun menstruatiecyclus. Dat er een gebrek aan kennis en communicatie over de menstruatiecyclus bestaat in de topsport, bevestigen andere studies die McGawley aanhaalde. Omdat de menstruatiecyclus invloed heeft op training, prestatie en blessurerisico, is het volgens McGawley ontzettend belangrijk dat coaches hierover communiceren met hun vrouwelijke sporters.

Nitraat voor sportprestaties

Delphi-studie

Oliver Shannon, onderzoeker aan de Universiteit van Newcastle, vertelde over de resultaten van zijn Delphi-studie naar het effect van nitraat voor betere sportprestaties[10]. Een Delphi-studie is een onderzoeksmethode waarbij de meningen van een groot aantal experts wordt gevraagd ten aanzien van een onderwerp waarover geen consensus bestaat. Door de antwoorden van andere experts terug te koppelen, wordt in een aantal rondes geprobeerd tot consensus te komen. Deze methode is volgens Shannon interessant omdat de literatuur naar de werking van nitraat voor sporters beperkt is vanwege kleine onderzoekspopulaties (waaronder weinig vrouwen) en matig toepasbare kennis voor de sportpraktijk. 

Voor wie, hoeveel en wanneer

Volgens een expertpanel van twaalf gerenomeerde voedingexperts is het effect van nitraat kleiner bij personen met een hogere aerobe fitheid (V̇O2peak > 60 ml/kg/min). Een optimale dosis voor sporters is om 8-16 mmol nitraat acuut of 4-16 mmol nitraat per dag langdurig te nemen (waarbij de laatste dosis 2-4 uur vóór de training wordt ingenomen) om de prestatiebevorderende effecten te maximaliseren. Het advies hierbij luidt om met name de inname van nitraat via groenten en groentesappen te verhogen. Tot slot geldt consensus over de veiligheid van acute nitraatsuppletie tot ongeveer 16 mmol, terwijl de veiligheid van langdurige nitraatsuppletie meer onderzoek vereist.

Eiwitinname voor het slapen gaan

Glenn van Lieshout van de Universiteit van Maastricht presenteerde zijn onderzoek naar het effect van eiwitinname (caseïne en wei) voor het slapen gaan op de eiwitsynthese in spiercellen. Hij vertelde dat het innemen van eiwitten voor het slapengaan – zowel caseïne als wei – nuttig lijkt voor het herstel van duursporters. 

Dat eiwitinname de eiwitsynthese in de myofibrillen (die zorgen voor de spiercontractie) stimuleert, was al bekend. Samen met zijn onderzoeksgroep keek Van Lieshout daarom of eiwitten voor het slapengaan ook de eiwitsynthese in the mitochondriën (die zorgen voor de energieproductie) voor het herstel na een duurtraining verbeterde. Daarbij onderzochten ze ook of er een verschil was in eiwitsynthese tussen caseïne en wei-eiwit. Op basis van de studieresultaten concludeerde Van Lieshout dat eiwitinname voor het slapengaan de mitochondriale en myofibrillaire eiwitsynthese verbeterde tijdens het herstel in de nacht. Hierbij maakt het niet uit of mensen caseïne of wei-eiwit hadden genomen.

Bronnen

  1. Cook CJ, Kilduff LP, Crewther BT. Basal and stress-induced salivary testosterone variation across the menstrual cycle and linkage to motivation and muscle power. Scand J Med Sci Sports. 2018 Apr;28(4):1345-1353. doi: 10.1111/sms.13041. 
  2. Mehta PH, Lawless DesJardins NM, van Vugt M, Josephs RA. Hormonal underpinnings of status conflict: Testosterone and cortisol are related to decisions and satisfaction in the hawk-dove game. Horm Behav. 2017 Jun;92:141-154. doi: 10.1016/j.yhbeh.2017.03.009. 
  3. Legerlotz K, Nobis T. Insights in the Effect of Fluctuating Female Hormones on Injury Risk-Challenge and Chance. Front Physiol. 2022 Feb 17;13:827726. doi: 10.3389/fphys.2022.827726. PMID: 35250631; PMCID: PMC8891628.
  4. Emami F, Kordi Yoosefinejad A, Motealleh A. Comparison of static and dynamic balance during early follicular and ovulation phases in healthy women, using simple, clinical tests: a cross sectional study. Gynecol Endocrinol. 2019 Mar;35(3):257-260. doi: 10.1080/09513590.2018.1519788. Epub 2018 Oct 23. 
  5. Fridén C, Ramsey DK, Backstrom T, Benoit DL, Saartok T, Lindén Hirschberg A. Altered postural control during the luteal phase in women with premenstrual symptoms. Neuroendocrinology. 2005;81(3):150-7. doi: 10.1159/000086592. Epub 2005 Jun 28. 
  6. Lee BJ, Cho KH, Lee WH. The effects of the menstrual cycle on the static balance in healthy young women. J Phys Ther Sci. 2017 Nov;29(11):1964-1966. doi: 10.1589/jpts.29.1964. Epub 2017 Nov 24. 
  7. Thompson B, Almarjawi A, Sculley D, Janse de Jonge X. The Effect of the Menstrual Cycle and Oral Contraceptives on Acute Responses and Chronic Adaptations to Resistance Training: A Systematic Review of the Literature. Sports Med. 2020 Jan;50(1):171-185. doi: 10.1007/s40279-019-01219-1. PMID: 31677121.
  8. Elliott-Sale KJ, McNulty KL, Ansdell P, Goodall S, Hicks KM, Thomas K, Swinton PA, Dolan E. The Effects of Oral Contraceptives on Exercise Performance in Women: A Systematic Review and Meta-analysis. Sports Med. 2020 Oct;50(10):1785-1812. doi: 10.1007/s40279-020-01317-5. PMID: 32666247; PMCID: PMC7497464.
  9. Solli GS, Sandbakk SB, Noordhof DA, Ihalainen JK, Sandbakk Ø. Changes in Self-Reported Physical Fitness, Performance, and Side Effects Across the Phases of the Menstrual Cycle Among Competitive Endurance Athletes. Int J Sports Physiol Perform. 2020 Sep 21:1-10. doi: 10.1123/ijspp.2019-0616. Epub ahead of print. PMID: 32957079.
  10. Shannon OM, Allen JD, Bescos R, Burke L, Clifford T, Easton C et al. Dietary Inorganic Nitrate as an Ergogenic Aid: An Expert Consensus Derived via the Modified Delphi Technique. Sports Med. 2022 May 23. doi: 10.1007/s40279-022-01701-3. Epub ahead of print. PMID: 35604567.