Spring naar content

Congresverslag TeamNL Leaders in Performance Conference Sports Nutrition

Op woensdag 5 oktober 2022 vond de TeamNL Leaders in Performance Conference Sports Nutrition plaats op Papendal. Topwetenschappers presenteerden hier de laatste ontwikkelingen op het gebied van sportvoeding. Hieronder volgt een selectie uit de onderwerpen die werden besproken tijdens de conferentie.

Plantaardige versus dierlijke eiwitten

Luc van Loon van Maastricht UMC+ beantwoordde de vraag of plantaardige eiwitten net zo goed zijn voor spieropbouw als dierlijke eiwitten. In het kort luidde zijn antwoord: ja. Eiwitten uit planten zijn een goede stimulus voor spieropbouw[1]. Het is dus mogelijk om veel spiermassa te kweken met een plantaardig dieet. Plantaardige producten zijn bovendien duurzamer en vaak goedkoper dan dierlijke producten. Wel zitten er een aantal haken en ogen aan een plantaardig topsportdieet.

Kwaliteit

In de eerste plaats is de kwaliteit van plantaardige eiwitten iets minder goed dan die van dierlijke eiwitten. Dat betekent dat je er meer van moet eten dan van bijvoorbeeld kip of melkproducten. Dit maakt de dagelijkse hoeveelheid voedsel en ook de calorie-inname groter. Dat kan een nadeel zijn voor sommige sporters, bijvoorbeeld sporters die hun calorie-inname willen beperken. Dit probleem kan deels worden opgelost door eiwitten te isoleren uit planten – net zoals weipoeder wordt geïsoleerd uit melk. Hierdoor neemt voor dezelfde hoeveelheid eiwitten het volume en het aantal calorieën af. Er komen steeds meer van deze supplementen op de markt, maar er is nog meer onderzoek nodig om de beste combinaties van eiwitbronnen te vinden.

Die combinaties zijn belangrijk omdat het aminozuurprofiel van veel plantaardige eiwitbronnen niet compleet is: er ontbreken enkele essentiële aminozuren. Dit zijn aminozuren die niet door het menselijk lichaam kunnen worden gemaakt, en die dus uit voeding moeten komen. Dit tekort kun je oplossen door plantaardige eiwitbronnen samen te voegen. Zo geeft bruine rijst met erwten een complete combinatie aan aminozuren[2]. Het is echter best een puzzel om de juiste hoeveelheden en combinaties te vinden. Volgens Van Loon zijn voedingsdeskundigen onmisbaar om deze puzzel op te lossen.

Meer weten over een plantaardig topsportdieet? Lees de factsheet vegetarisch en veganistisch dieet of beluister onze podcastaflevering met Luc van Loon.

Verstoord eetgedrag en eetstoornissen in de sport

Therese Mathisen van de Østfold University in Noorwegen vertelde waarom topsporters relatief vaak last hebben van verstoord eetgedrag of een eetstoornis en wat sporters en hun omgeving daaraan kunnen doen.

Spectrum 

Allereerst benadrukte Mathisen dat verstoord eetgedrag een spectrum is dat gaat van gezond eten en een positief zelfbeeld aan het ene uiterste, via diëten en verstoord eetgedrag, naar een eetstoornis aan het andere uiterste. Mensen kunnen heen en weer bewegen op dit spectrum. Verstoord eetgedrag uit zich dus niet altijd in het klassieke beeld van een uitgemergelde anorexiapatiënt, zeker niet bij sporters.

Sporters zijn vatbaar voor verstoord eetgedrag, zo blijkt uit onderzoek[3]. Volgens Mathisen trekt de topsportwereld mensen aan die gevoelig zijn voor eetstoornissen: topsporters zijn vaak enigszins dwangmatig, strikt in het volgen van routines en perfectionistisch. Kenmerken die handig kunnen zijn voor een topsporter, maar ook risicofactoren zijn voor het ontwikkelen van eetstoornissen. Daarnaast is het bij sommige sporten een voordeel om een laag lichaamsgewicht of vetpercentage te hebben. Ook is het vaak met de sportcultuur verweven om veel nadruk op het figuur te leggen. Sociale media en nietsverhullende sporttenues helpen hier niet bij. Ten slotte waarschuwde Mathisen dat vroege specialisatie kan bijdragen aan het ontwikkelen van verstoord eetgedrag, als na de puberteit blijkt dat de lichaamsbouw niet helemaal geschikt is voor de sport waarin gespecialiseerd is.

Alarmsignalen

Mathisen somde een aantal alarmsignalen op die kunnen wijzen op verstoord eetgedrag. Allereerst zijn sporters met een eetstoornis vaak somber, bezorgd en erg kritisch op zichzelf. Een extreme focus op eten en bepaalde rituelen rondom maaltijden passen ook bij verstoord eetgedrag. Als sporters bijvoorbeeld liever alleen eten, tijdens of na het eten steeds naar de wc gaan, in het geheim eten of ineens enorme hoeveelheden eten wegwerken, kan dit wijzen op een eetstoornis. Meer trainen dan afgesproken is ook een alarmsignaal. Fysieke symptomen van verstoord eetgedrag zijn onder andere slechter presteren, verminderde belastbaarheid, slecht slapen, concentratieproblemen en aspecifieke klachten zoals buikpijn, hoofdpijn en spierpijn. Verstoord eetgedrag wordt vaak getriggerd door een bepaalde gebeurtenis. Dit kan een negatieve opmerking van een coach of teamgenoot zijn, maar ook iets als een coachwissel, blessure of voor het eerst uit huis gaan.

Eetstoornissen voorkomen

De sleutel om eetstoornissen te voorkomen, ligt volgens Mathisen in een drievoudige aanpak. Ten eerste kunnen sporters en ouders beter worden geïnformeerd over voeding en mentale gezondheid. Interactieve scholingen die toegepast zijn op sporters en uit meerdere sessies bestaan, zijn het meest effectief[4]. Ten tweede moeten coaches goed nadenken over hun beleid rondom wegen en meten. Mathisen adviseert coaches om niet te veel nadruk te leggen op gewicht, sporters niet vaker te wegen dan strikt noodzakelijk en de resultaten met zo min mogelijk mensen te delen. Ten slotte zou in veel sporten zelf iets moeten veranderen: bijvoorbeeld in de regelgeving rondom gewichtsklassen en weegmomenten, of in kledingeisen.

Meer weten over eetstoornissen in de topsport? Beluister onze podcastaflevering met Jessica Gal.

Slaap meten

Veel sporters gebruiken tegenwoordig wearables om hun slaap te meten. Shona Halson van de Australian Catholic University presenteerde de voor- en nadelen hiervan.

Nieuwe inzichten

Volgens Halson kunnen wearables soms nieuwe inzichten geven over iemands slaapgedrag. Wearables kunnen de slaapduur redelijk betrouwbaar berekenen en worden steeds beter in het detecteren van slaapstadia (hoewel dat momenteel nog niet volledig betrouwbaar is), waarmee ze iets over de slaapkwaliteit kunnen zeggen[5]. Voor sporters kan het bijvoorbeeld interessant zijn om het effect van verstoringen zoals alcohol of een jetlag op hun slaap te zien. Ook kunnen wearables steeds nauwkeuriger de menstruatiecyclus bijhouden, waardoor ze effecten hiervan op de slaap inzichtelijk kunnen maken.

Nadelen

Het meten van slaap met wearables heeft ook nadelen. Zo zijn de wearables inclusief de bijbehorende abonnementen behoorlijk prijzig en is de privacy van de data niet gegarandeerd. Ook zijn de algoritmes die de aanbieders gebruiken niet bekend en is het ook niet bekend waar bepaalde aanbevelingen in de apps op gebaseerd zijn. Gebruikers kunnen door hun wearable stress krijgen over hun slaapgedrag en minder goed slapen. Uit onderzoek blijkt ook dat mensen minder goed presteren als je ze vertelt dat ze niet goed slapen, terwijl dat wel zo is[6].

Halson concludeerde dat slaap meten voor sommige sporters nuttig kan zijn, zolang de sporter zich bewust is van de beperkingen van de methode. In ieder geval maken de wearables de communicatie tussen sporter en coach over slaap en slaapgedrag een stuk makkelijker.

Bekijk ook onze factsheet slaap.

Bronnen

  1. Van Vliet S, Burd NA, van Loon LJC. The skeletal muscle anabolic response to plant- versus animal-based protein consumption. J Nutr 2015 145(9):1981-1991.
  2. Pinckaers PJM, Trommelen J, Snijders T, van Loon LJC. The anabolic response to plant-based protein ingestion. Sports Med 2021 51(Suppl 1):59-74.
  3. Sundgot-Borgen J, Klungland Torstveit M. Prevalence of eating disorders in elite athletes is higher than in the general population. Clin J Sport Med 2004 14(1):25-32.
  4. Stice E, Shaw H. Eating disorder prevention programs: a meta-analytic review. Psychol Bull 2004 130(2):206-227.
  5. Miller DJ, Sargent C, Roach GD. A validation of six wearable devices for estimating sleep, heart rate and heart rate variability in healthy adults. Sensors 2022 22(16), 6317.
  6. Rahman SA, Rood D, Trent N, Solet J, Langer EJ, Lockley SW. Manipulating sleep duration perception changes cognitive performance – an exploratory analysis. J Psychosom Res 2020 132: 109992.