Cortisolbepaling door middel van speekselanalyse
Speeksel wordt steeds vaker gebruikt als vervanger voor bloed om verschillende analyses uit te voeren. Zo worden bijvoorbeeld hormoonbepalingen gedaan aan de hand van speekselanalyse. In dit literatuurreview van Papacosta en Nassis is nagegaan hoe speeksel afgenomen dient te worden en welke bepalingen er betrouwbaar gedaan kunnen worden met behulp van speekselanalyse.
In deze samenvatting van het artikel van Papacosta en Nassis is ervoor gekozen alleen naar de resultaten van cortisol te kijken. Enerzijds om het overzichtelijk te houden, anderzijds omdat dit hormoon frequent gebruikt wordt om overtraining of het voorstadium van overtraining (overreaching) in kaart te brengen, hoewel de betrouwbaarheid van het vaststellen van overtraining aan discussie onderhevig is.
Ondanks dat de concentratie van cortisol in speeksel lager is dan in bloed (3-30 nmol/l in speeksel, 200-800 nmol/l in bloed), blijkt uit 3 studies dat verschillen in concentraties zowel in bloed als in speeksel goed vast te stellen zijn in rust en tijdens inspanning. In 4 studies wordt beschreven welke maatregelen er genomen moeten worden om zo betrouwbaar mogelijk rustbepalingen te doen. Twee uur voor de analyse mag er niet meer worden gegeten of gedronken, waarbij suikerhoudende en cafeïnehoudende dranken de analyse voornamelijk beïnvloeden. Daarnaast mag er minimaal 24 uur voor de analyse geen alcohol meer worden gedronken. Verder mag er geen kauwgom worden genuttigd en mogen de tanden 45 minuten voor de speekselanalyse niet meer gepoetst worden. Tot slot moet er gekeken worden of er geen wondjes aanwezig zijn in de mond, aangezien de cortisolwaardes in bloed vele malen hoger zijn dan in speeksel. Tien minuten voor de afname van het speeksel moet de sporter de mond spoelen met water en voor de afname moet eerst een keer het ‘oude’ speeksel worden doorgeslikt en wordt het nieuw aangemaakte speeksel gebruikt voor de analyse. Er zijn twee gangbare methodes om speeksel af te nemen: een wattenstaafje of schrapertje en passief kwijlen. Een wattenstaafje wordt echter afgeraden, aangezien dit de zuurgraad kan beïnvloeden net als een schrapertje, dat daarnaast ook nog eens wondjes kan veroorzaken. Daarom wordt passief kwijlen aangeraden. De samples moeten worden bevroren in -20°C of -80°C voor langere opslag, maar kunnen enkele uren bewaard worden op kamertemperatuur. Herhaalde metingen moeten op hetzelfde tijdstip van de dag worden uitgevoerd, om het effect van hormoonschommelingen over de dag te voorkomen.
Uiteraard kan de bepaling van cortisol tijdens en na inspanning ook van belang zijn om het acute effect van inspanning te analyseren. In 14 studies is aangetoond dat tijdens en na inspanning (onder andere Wingate-test, trainingswedstrijden en maximaaltesten) de cortisolwaardes tussen bloed en speeksel in vergelijkbare mate veranderen. De piekwaarde van cortisol in bloed wordt 20 minuten na inspanning gevonden en in speeksel 30 minuten na inspanning. Belangrijke kanttekening is dat cortisolspiegels tussen atleten aanzienlijk kunnen verschillen en dus alleen vergelijkingen van een atleet met zichzelf zinvol zijn.
Samenvattend kan uit het review van Papacosta en Nassis geconcludeerd worden dat de bepaling van cortisol uit speeksel een prima alternatief is voor cortisolbepaling uit bloed. Het is niet invasief, minder stressvol voor de atleet, zeer eenvoudig uit te voeren en vergt relatief weinig voorbereiding. Daarnaast is het een betrouwbare methode die, ondanks de lagere concentratie in speeksel, wat betreft veranderingen in cortisolconcentraties over de tijd vergelijkbaar is met de bepalingen uit het bloed.
Bron
- Papacosta E, Nassis GP (2011) Saliva as a tool for monitoring steroid, peptide and immune markers in sport and exercise science. J. Sci. Med. Sport, 14: 424-434.