Dorstgevoel in de hitte niet altijd goede raadgever

Wielrenners kunnen tijdens een korte tijdrit in de warmte beter elke kilometer een klein beetje drinken dan dat ze op hun dorstgevoel vertrouwen. Wanneer ze dit gevoel volgen, drinken ze namelijk te weinig en fietsen ze het laatste deel van een tijdrit aanzienlijk langzamer.

De vraag of sporters tijdens wedstrijden op hun dorstgevoel moeten vertrouwen is al jaren voer voor discussie. Waar sporters tot enkele jaren geleden te horen kregen dat ze dit gevoel vooral voor moesten blijven, is het advies tegenwoordig wat genuanceerder. Opvallend genoeg was deze vraag nog niet opgehelderd voor een inspanning in de warmte waarbij sporters zelf mogen kiezen wanneer en hoeveel ze drinken, ook wel ad libitum drinken genoemd.

Griekse onderzoekers laten nu in het vakblad Medicine & Science in Sport & Exercise zien dat sporters in de warmte toch niet op hun dorstgevoel moeten vertrouwen. Wielrenners die dat wel doen, fietsen de laatste vijf kilometer van een nagebootst criterium van 30 kilometer namelijk vijf procent langzamer dan wanneer ze zich aan een voorgeschreven drinkprotocol houden. Dit zou voornamelijk te wijten zijn aan uitdroging en een hogere huid- en kerntemperatuur. De tests zijn namelijk uitgevoerd bij ruim 30 graden Celcius.

Hoe zit het nu?

Dat eerdere onderzoeksresultaten uitwezen dat het dorstgevoel wel te vertrouwen was, heeft mogelijk te maken met de verschillende manier waarop de studies zijn opgezet. Zo werd de vochtbalans in een eerdere studie gemanipuleerd via een infuus; een situatie die ver af staat van de sportpraktijk.

In het huidige onderzoek is daarentegen wel een situatie getest die zich in de praktijk voordoet. Dan blijkt dat wielrenners die ad libitum drinken, bijna twee procent van hun lichaamsgewicht aan vocht verliezen, terwijl dat maar een half procent is wanneer ze elke kilometer een beetje drinken. Daarnaast stijgen de huid- en kerntemperatuur tijdens de laatste vijf kilometer sterker wanneer de renners ad libitum drinken. Tot slot blijkt dat de wielrenners meer moeten zweten om dezelfde hoeveelheid warmte te verliezen wanneer ze ad libitum drinken.

Probeer eens uit

Deze nieuwe onderzoeksresultaten lijken er toch op te wijzen dat duursporters tijdens een korte wedstrijd in de warmte niet hun dorstgevoel moeten volgen maar een drinkprotocol moeten aanhouden. Dit kunnen zij doen door van te voren te plannen op welk momenten ze gaan drinken en hoeveel. Hoeveel vocht precies nodig is om niet uit te drogen zal per sporter verschillen en mede afhangen van hoe lang de inspanning duurt en hoe warm het is. Dit is bij benadering tijdens een trainingssituatie te bepalen.