Spring naar content

Een GPS blijft onnauwkeurig tijdens sprinten ongeacht de meetfrequentie

Het meten van de gelopen afstand met een GPS is onnauwkeurig bij hoge loopsnelheden. Volgens Johnston en zijn Australische collega’s geldt dit zowel voor het meten met een meetfrequentie van 5 als 10 Hz. De meetfouten kunnen respectievelijk oplopen tot bijna 8 en 12%.

Het gebruik van een GPS (global positioning system) is een veel toegepaste methode om positie en loopafstanden/-snelheden te bepalen in veldsporten. Topsport Topics heeft hier al eens eerder aandacht aan besteed door er een artikel over samen te vatten. Het doel van trainers die een GPS gebruiken is onder andere om inzicht te krijgen in de afstand en snelheid die een speler loopt gedurende een wedstrijd of training. Johnston en collega’s hebben onderzocht hoe betrouwbaar een GPS afstanden kan meten bij verschillende loopsnelheden. Ze hebben onderscheid gemaakt in een GPS met een meetfrequentie van 5 en van 10 Hertz.

Acht getrainde mannen liepen acht keer een vierkant circuit van 165 meter. Het circuit was opgedeeld in stukken waarbij de proefpersonen afwisselend een van tevoren vastgestelde afstand moesten wandelen, joggen, hardlopen, sprinten en een aantal meter behendigheidsoefeningen moesten uitvoeren. De acht deelnemers liepen deze acht rondes meerdere keren verdeeld over enkele dagen om de nauwkeurigheid van een GPS te bepalen. De nauwkeurigheid van de totaal afgelegde afstand en de afstand afgelegd bij lage, hoge en zeer hoge snelheid zijn vergeleken.

De afwijkingen in afgelegde afstand voor een GPS metend met een frequentie van 5 Hertz waren respectievelijk 1,2, 2,4, 7,9 en 6,0 procent voor de totaal afgelegde afstand en de gelopen afstand op een lage, hoge en zeer hoge snelheid. Voor de meting met een GPS met een meetfrequentie van 10 Hertz was dit respectievelijk 1,3, 1,7, 4,8 en 11,5 procent.

Uit de studie van Johnston en collega’s blijkt dat het in kaart brengen van de gelopen afstand bij verschillende snelheden met een GPS behoorlijk onnauwkeurig kan zijn. De afwijking kan oplopen tot boven de tien procent. Dit onnauwkeurig meten treedt zowel op bij een GPS met een meetfrequentie van 5 als bij eentje met 10 Hertz. Het is opmerkelijk dat ondanks de hogere meetfrequentie een GPS metend met 10 Hertz meer afwijking heeft tijdens sprinten dan een GPS met een meetfrequentie van 5 Hertz. Het gebruik van een GPS is een vrij eenvoudige en praktische manier van gegevens verzamelen in de sportpraktijk. Toch moet de begeleidingsstaf zich ervan bewust zijn dat een GPS hooguit een grove indicatie kan geven van de gelopen afstand bij een hoge snelheid gedurende een training of wedstrijd. Vooral bij explosieve sporten waar atleten veelvuldig sprinten (zoals bij rugby, hockey en voetbal) zal de trainer hier rekening mee moeten houden, aangezien de meetfout het grootst is bij hoge loopsnelheden.

Bron

  1. Johnston RJ, Watsford ML, Pine MJ, Spurrs RW, Sporri D (2013) Assessment of 5 Hz and 10 Hz units for measuring athlete movement demands. Int. J. Perf. Anal. Sport, 13: 262-274