Een hersenschudding verhoogt het risico op een nieuwe blessure
Profvoetballers die een hersenschudding oplopen, hebben het jaar daarna een bijna 50% hoger risico op een nieuwe blessure dan voetballers die herstellen van een andere blessure. Het is dus van groot belang om voetballers na een hersenschudding pas weer te laten spelen op het moment dat ze voldoende hersteld zijn.
Hersenschudding
De medische commissie van de wereldvoetbalbond FIFA pleit ervoor dat de teamartsen de mogelijkheid krijgen om een wedstrijd 3 minuten stil te leggen op het moment dat zij vermoeden dat een speler een hersenschudding heeft. Dat een hersenschudding een zeer serieuze blessure is, bleek tijdens de WK-finale in Brazilië in 2014. De Duitser Christoph Kramer kreeg zo’n harde klap tegen zijn hoofd dat hij door de teamartsen van het veld geholpen moest worden. Hoewel hij toch het veld weer in kwam, moest hij vervolgens na 14 minuten alsnog de strijd staken. Kramer was zo in de war dat hij aan arbiter Rizzoli gevraagd zou hebben of hij echt de WK-finale aan het spelen was.
Er zijn aanwijzingen dat na een hersenschudding het risico op een nieuwe blessure tijdelijk verhoogd is. Dit zou te maken hebben met het feit dat voetballers na een hersenschudding cognitief minder goed functioneren waardoor onder andere balansverstoringen en aandachtsproblemen kunnen ontstaan. Of voetballers na een hersenschudding inderdaad een hoger risico hebben op het krijgen van een nieuwe blessure is onderzocht door Zweedse onderzoekers.
Champions League injury study
De onderzoekers hebben voor hun gegevens gebruik gemaakt van de Champions League injury study. In deze studie zijn van alle spelers van de 46 teams die uitkwamen in de Champions League tussen juli 2001 en juni 2012 alle blessures geregistreerd. Hierbij is een speler door de clubarts als geblesseerd geregistreerd op het moment dat hij vanwege een fysieke oorzaak niet in staat was volledig deel te nemen aan een training of wedstrijd. Uit de data blijkt dat 1665 spelers geblesseerd zijn geraakt met een totaal van 8695 blessures. Van de 1665 spelers hebben er 66 een hersenschudding opgelopen. De overige 1599 spelers hadden andere blessures, zoals spierblessures en botbreuken. In vergelijking met spelers die een andere blessure hadden opgelopen, liepen de spelers in het jaar na hun hersenschudding een hoger risico op een nieuwe blessure. Dit gold zowel voor acute blessures als overbelastingsblessures. Wanneer alleen de groep spelers werd geanalyseerd die een hersenschudding had opgelopen bleek dat zij in vergelijking met het jaar voor hun hersenschudding, in het jaar daarna een 47% hoger risico hadden op een nieuwe blessure. Dit bleek alleen het geval te zijn voor acute blessures en niet bij overbelastingblessures.
Betere screening
De resultaten van deze studie laten overduidelijk zien dat de medische staf van een voetbalploeg de gevolgen van een hersenschudding zeer serieus moet nemen. Als een speler tijdens een wedstrijd tekenen vertoont van een hersenschudding zou hij gewisseld moeten worden en pas weer mogen gaan trainen op het moment dat hij voldoende hersteld is. Of een speler weer speelklaar is, is te bepalen met behulp van cognitietesten. Door de resultaten hiervan te vergelijken met die van testen die zijn afgenomen op het moment dat de speler gezond was, is te bepalen of een speler speelklaar is. Indien de FIFA definitief instemt met het voorstel van hun medische commissie om ‘medische time outs’ toe te staan, kunnen deze testen eventueel op dat moment afgenomen worden. De resultaten van deze studie ondersteunen daarmee dus direct het voorstel van de medische commissie. Waarom spelers na een hersenschudding een hoger risico hebben op een nieuwe blessure is overigens op basis van deze studie niet te zeggen. Er is immers geen oorzakelijk verband aangetoond. Daarnaast is het onduidelijk of het blessurerisico na een hersenschudding ook bij andere contactsporten, zoals rugby en ijshockey verhoogd is.
Bron
- Nordström A, Nordström P, Ekstrand J. (2014) Sports-related concussion increases the risk of subsequent injury by about 50% in elite male football players. Br. J. Sports Med., 48: 1447-1450