Spring naar content

Extra aminozuren helpen tegen spierpijn

Een drank met essentiële aminozuren vermindert spierpijn en krachtverlies na krachttraining. Dat blijkt een studie van Engelse wetenschappers. Rugbyers en American football spelers die voor en direct na zware krachttraining water dronken met de essentiële aminozuren leucine, isoleucine en valine hadden na hun oefeningen minder spierpijn en meer kracht.

Veel sporters die krachttraining doen bevorderen hun spiergroei met aminozuursupplementen. Toch lijkt er voor aminozuren nog een andere rol weggelegd als het gaat om spierkracht. Er zijn namelijk aanwijzingen dat een speciale groep aminozuren (‘branched chain amino acids’) kunnen bijdragen aan een sneller herstel van spierkrachtverlies na een zware krachttraining. De aminozuren waar het om gaat zijn leucine, isoleucine en valine. Dit zijn essentiële aminozuren, met andere woorden aminozuren die niet door het lichaam zelf kunnen worden aangemaakt, maar via voedsel moeten worden opgenomen. Deze aminozuren komen o.a. voor in bonen, granen en mais. Howatson en zijn collega’s veronderstellen dat de inname van deze aminozuren kan bijdragen aan een sneller herstel van de opgelopen spierschade na krachttraining. Zij hebben 12 proefpersonen een week voor en 4 dagen na 100 ‘drop jumps’ een aminozuurdrank of een placebodrank laten drinken. Deze 100 ‘drop jumps’ zijn een garantie voor spierpijn.

Zes van de 12 krachtgetrainde proefpersonen namen een week lang 2 keer per dag 10 gram aminozuren in, opgelost in 300 ml water. Een uur voor en direct na de 100 sprongen werd nog eens 20 gram extra ingenomen. Tot slot werd gedurende vier dagen na de sprongen weer 2 keer 10 gram per dag gedronken. Er was gekozen voor een verhouding van 2:1:1 leucine, isoleucine, en valine. De overige 6 proefpersonen nuttigden even vaak en veel water, maar dan zonder aminozuren en kunstmatig gezoet. Zowel voor, als 24, 48, 72 en 96 uur na de sprongen werden de zelfervaren spierpijn, de concentratie creatinekinase, een marker van spierschade, in het bloed en fysieke parameters (o.a. spierkracht en spronghoogte) onderzocht. De proefpersonen kregen het advies geen fysieke arbeid te leveren en geen extra aminozuren te nuttigen ten tijde van het onderzoek.

Howatson en zijn collega’s tonen aan dat de concentratie creatinekinase en de zelfervaren spierpijn lager is na inname van het aminozuurdrankje na de 100 uitgevoerde sprongen in vergelijking met de 6 drinkers van het placebodrankje. Ook was er minder verlies van maximale spierkracht van de kniestrekkers (gemiddeld 5-10%). Na 96 uur hadden beide groepen vergelijkbare waardes op alle parameters vergeleken met de metingen voor de 100 sprongen. De maximale spronghoogte verschilde niet gedurende de 96 uur tussen beide groepen.

De Engelse onderzoekers geven als verklaring voor de positieve bevindingen dat het aanbod van de drie essentiële aminozuren het herstel van spierschade bevordert. Doordat er meer aminozuren beschikbaar zijn op het moment dat de spier moet herstellen wordt door de onderzoekers verondersteld dat de ingenomen aminozuren noodzakelijke bouwstenen zijn.

Een tweetal zaken moet wel in ogenschouw worden genomen. Zo is wel het advies gegeven niets te veranderen aan het eetgedrag en het ontzien van zware fysieke arbeid, maar dit is niet werkelijk gecontroleerd. Daarnaast is niet duidelijk of de proefpersonen werkelijk geen idee hadden of ze in de placebogroep of in de aminozuurgroep zaten. Dit kan zijn weerslag hebben gehad op de fysieke prestatie die geleverd moest worden.

Ondanks de genoemde minpunten lijkt het er toch op dat krachtgetrainde atleten baat zouden kunnen hebben bij de inname van de essentiële aminozuren leucine, isoleucine en valine. Met de inname van deze aminozuren zouden de effecten van spierschade wel eens wat minder kunnen zijn na een zware krachttraining.

Bron

  1. Howatson G, Hoad M, Goodall S, Tallent J, Bell PG, French DN (2012) Exercise-induced muscle damage is reduced in recistance-trained males by branched chain amino acids: a randomized, double-blind, placebo controlled study. J. Int. Soc. Sports Nutr., 9:20