Extra eiwit innemen tijdens zware training heeft geen nut

Het is niet nuttig voor sporters om al tijdens de training extra eiwit in te nemen. Wielrenners die tijdens de training een sportdrank met extra eiwitten en koolhydraten innamen presteerden niet beter dan degenen die tijdens de training alleen koolhydraten kregen. Een eiwithoudende sportdrank heeft dus geen meerwaarde als sporters na afloop van hun training voldoende eiwitten binnenkrijgen.

Intensieve training kan de sportprestatie verbeteren omdat de spieren van sporters zich aan de zware inspanning aanpassen. Krachttraining zorgt bijvoorbeeld voor dikkere spiercellen, en duurtraining zorgt ervoor dat het energieverbruik met behulp van zuurstof binnen de spiercellen verbetert. Omdat spiercellen voor een groot deel uit eiwitten bestaan, moeten sporters voor een optimale aanpassing aan hun training voldoende eiwit binnenkrijgen. Ook zijn eiwitten nodig om spiercellen te herstellen die beschadigd zijn door het leveren van zware inspanning. Of het nuttig is om al tijdens zware training eiwit in te nemen is uitgezocht door een groep experts op het gebied van sportvoeding uit Denemarken.

Zware trainingsstage

De onderzoekers wilden weten of topwielrenners beter zouden presteren of herstellen als zij tijdens de trainingen van een zware trainingsstage (van in totaal 27 uur training) extra eiwit zouden innemen. Achttien Deense wielrenners uit het nationale team (gemiddeld 20 jaar) werden daarom in 9 paren verdeeld die een vergelijkbaar gewicht, duurvermogen en prestatieniveau hadden. Van ieder paar kreeg één wielrenner tijdens de training een sportdrank met eiwit en koolhydraten, en de ander alleen koolhydraten te drinken. In de bidons (750 ml drank per trainingsuur) die de wielrenners van de onderzoekers kregen zat in totaal 14 gram eiwit en 69 gram koolhydraten of 84 gram koolhydraten per training. De onderzoekers hebben voor deze hoeveelheden gekozen zodat alle sporters per training evenveel energie (kJ) zouden binnenkrijgen. Na afloop van iedere trainingssessie kregen de wielrenners dezelfde hoeveelheid eiwitten en koolhydraten te eten.

Mette Hansen en collega’s konden geen enkel verschil ontdekken tussen beide groepen wielrenners. De sporters presteerden voor en na de trainingsstage vergelijkbaar, zoals bleek uit de twee inspanningstests die ze deden (één van tien seconden en een vijf minuten durende maximale uitputtingstest). Er was ook geen verschil in veranderingen in stoffen die een aanwijzing kunnen zijn voor de mate van spierschade, stress en een verstoring van het immuunsysteem. Dit bleek uit de tests die de onderzoekers deden met behulp van een aantal bloed- en speekselmonsters van de sporters voor, tijdens en na de trainingen.

Conclusie

Wielrenners die tijdens een zware trainingsstage van zes dagen een sportdrank drinken met daarin eiwitten en koolhydraten, presteren en herstellen niet beter dan degenen die tijdens de training alleen koolhydraten binnenkrijgen. Zolang topsporters na het trainen voldoende eiwitten eten (of drinken), heeft het toevoegen van eiwit aan een sportdrank dus geen zin.