Extreme focus op sport gaat samen met grote bereidheid tot het nemen van risico’s
Toptalenten nemen meer gezondheidsrisico’s als hun sport een grote rol inneemt in hun leven. Atleten die hun leven buiten de sport ook belangrijk vinden, lopen minder kans op risicogedrag. Dit ontdekten Duitse onderzoekers na een studie bij meer dan 1100 jonge topatleten uit alle Olympische sporten.
Atleten raken regelmatig geblesseerd. Soms accepteren atleten het risico op een blessure, bijvoorbeeld door bij pijn toch door te trainen. Ook kan het zijn dat zij een voordeel op de korte termijn (meedoen aan een wedstrijd) belangrijker vinden dan het nadeel op lange termijn (een blessure). Het kan voor een coach nuttig zijn om te weten welke atleten sneller dergelijke gezondheidsrisico’s nemen.
Methode
Schnell en collega’s onderzochten de bereidheid tot het nemen van gezondheidsrisico’s bij jonge sporttalenten. Zij vroegen 1138 toptalenten geboren tussen 1992 en 1995 door middel van vragenlijsten in hoeverre deze zich identificeren met hun rol als atleet. Hiermee wilden zij bepalen in hoeverre de atleten zichzelf alleen als atleet zien, en hoe belangrijk ze deze “rol” vinden. Ook vroegen zij hoe belangrijk andere zaken in het leven voor atleten zijn, zoals hun rol als bijvoorbeeld student, en in hoeverre zij bepaald gedrag als risicovol inschatten (perceptie van risico). Ook is gemeten hoe belangrijk zij hun gezondheid en carrière op lange termijn vonden.
Resultaten
De atleten zijn in groepen verdeeld op basis van hun bereidheid om fysieke gezondheidsrisico’s te nemen. Daarna zijn de eigenschappen van deze groepen geanalyseerd. Jonge topsporters die vaak gezondheidsrisico’s nemen, blijken hun rol als atleet zeer belangrijk te vinden. Degenen die laag scoren op risicogedrag, hechten minder belang aan hun rol als atleet. Verder zijn talenten vaker bereid om risico’s te nemen als hun leven buiten de sport minder belangrijk is, of als zij de risico’s als minder groot inschatten.
Conclusie
In deze studie is een vragenlijst gebruikt. Het is daarom niet zeker of atleten die aangeven bereid te zijn grote risico’s te nemen, dit ook in werkelijkheid zullen doen. Ook kan dit model maar ongeveer 25% van het risicogedrag verklaren. Dit betekent dat voor 75% andere factoren een rol spelen in het risico-gedrag van jonge topatleten. Dit zijn bijvoorbeeld de coach, de ouders en de persoonlijkheid van de atleet. Uit de resultaten blijkt dat risicogedrag vooral gerelateerd is aan hoe de talenten denken over het belang van de rol als atleet, het belang van andere rollen in het leven, en de te nemen risico’s. Op deze factoren zou een coach kunnen proberen in te spelen als een atleet te veel risico’s lijkt te nemen. Dit kan op de lange termijn voor de atleet wellicht voordelig zijn door bijvoorbeeld een langere sportcarrière of minder blessures na de sportcarrière mogelijk te maken.
Bron
- Schnell A, Mayer J, Diehl K, Zipfel S, Thiel A (2013) Giving everything for athletic success! – Sports-specific risk acceptance of elite adolescent athletes. Psy. Sport Exerc. 15:165–172