Spring naar content

Goede bepaling lactaatdrempel blijkt lastig

De lactaatdrempel nauwkeurig vaststellen is makkelijker gezegd dan gedaan. De drempel hangt niet alleen af van de opbouw van de inspanningstest, maar ook van de methode om de drempel vervolgens te berekenen. Australisch onderzoek laat zien dat de meeste methodes geen goede bepaling opleveren.

Duursporters gebruiken inspanningstesten niet alleen om te meten hoe fit ze op dat moment zijn, maar ook om hun trainingsintensiteit voor de komende periode te bepalen. Tijdens dergelijke testen worden vaak de maximale zuurstofopname (VO2max) en de lactaatdrempel (LD) bepaald. Waar onderzoekers het redelijk eens zijn over de juiste manier om de VO2max te meten, is dat voor de LD niet het geval. In de praktijk doen veel verschillende testen en rekenmethoden de ronde. Australische wetenschappers hebben nu onderzocht welke invloed de opbouw van de inspanningstest, en de gebruikte rekenmethode, hebben op de nauwkeurigheid van de LD.

Wat is er al bekend?

  • Duursporters gebruiken hun VO2max en lactaatdrempel om de intensiteit van hun trainingen te bepalen.

Wat is nieuw?

  • De meeste berekeningen van de LD komen slecht overeen met de beste manier om deze te bepalen; de ‘maximal lactate steady state test’.
  • Voor een steekhoudende meting van de VO2max en de lactaatdrempel zijn twee verschillende tests nodig.

Veel methoden onnauwkeurig

Veel combinaties van testen en rekenmethodes leveren een onbetrouwbare LD op. Van de 58 LD’s die de onderzoekers bepaalden, bleken er slechts 11 voldoende overeen te komen met de meest nauwkeurige manier om het te bepalen; een dertig minuten durende test die meerdere dagen achtereen herhaald moet worden (maximal lactate steady state test).

De onderzoekers kwamen hier achter door zeventien getrainde wielrenners zeven of acht keer aan een inspanningstest te onderwerpen. Eerst bepaalden ze de LD volgens de gouden standaard. Vervolgens moesten de wielrenners vier testen uitvoeren waarbij de snelheid waarmee de intensiteit toenam verschilde. Vervolgens zijn op veertien verschillende manieren de LD’s berekend aan de hand van het bloed dat is afgenomen tijdens alle inspanningstesten.

Hoe wel te testen

Wat betreft de opbouw van de inspanningstest worden de meest representatieve LD’s verkregen door de intensiteit elke vier minuten toe te laten nemen. Door vervolgens de bloedlactaatconcentraties te analyseren aan de hand van één van de drie zogenoemde “ModDMax-methodes”, zijn de LD’s het meest nauwkeurig. Een exacte beschrijving van deze rekenmethodes valt te lezen in het originele artikel dat openbaar beschikbaar is.

Tot slot

Een nauwkeurige LD bepalen blijkt dus lastiger dan het in eerste instantie lijkt. Zowel de duur van de inspanningsblokken als de gebruikte methode om de drempel te berekenen beïnvloeden de nauwkeurigheid van de LD. Wanneer eenmaal voor een bepaalde test en rekenmethode is gekozen, is het belangrijk hier ook aan vast te houden. Zodoende zijn de resultaten van verschillende testen goed met elkaar te vergelijken.

In de praktijk worden de VO2max en de LD nog wel eens bepaald tegelijkertijd bepaald aan de hand van één enkele inspanningstest. De resultaten van deze studie bevestigen dat dat een slecht idee is. Zo volstaat een test van 8-12 minuten om de VO2max te bepalen, terwijl voor de LD een test vereist is die ongeveer een half uur duurt.

Bron

  1. Jamnick NA, Botella J, Pyne DB, Bishop DJ (2018) Manipulating graded exercise test variables affects the validity of the lactate threshold and VO2peak. PLoS ONE 13(7): E0199794