Spring naar content

Hemoglobinemassa stijgt even veel na gesimuleerde en echte hoogtestage

Het maakt voor de stijging van de hemoglobinemassa (Hb-massa) niet uit of sporters een gesimuleerde hoogtestage uitvoeren of werkelijk op hoogte verblijven. Bij goed getrainde triatleten stijgt de Hb-massa na een verblijfsduur van 230 uur op 2250 m (gesimuleerde) hoogte in beide gevallen namelijk met ongeveer 4%.

Veel duursporters gaan op hoogtestage om hun prestatie op zeeniveau te verbeteren. Het idee hierachter is dat het lichaam meer rode bloedcellen aanmaakt als reactie op de lagere zuurstofspanning die op hoogte heerst. Als gevolg hiervan stijgt de Hb-massa en daarmee de capaciteit van het bloed om zuurstof te transporteren. Een onder topsporters veel gebruikte vorm van hoogtestage is Live High Train Low. Hierbij slaapt en verblijft een sporter op hoogte maar traint hij op zeeniveau. Indien een verblijf op hoogte om welke reden dan ook niet wenselijk is, kunnen sporters ervoor kiezen zichzelf bloot te stellen aan een gesimuleerde hoogte. Dit kan door in een ruimte te verblijven waarin het zuurstofpercentage van de lucht is verlaagd. Het is echter de vraag of het lichaam hetzelfde reageert op een gesimuleerde hoogte als op “echte” hoogte. Op “echte” hoogte is het zuurstofpercentage immers hetzelfde als op zeeniveau, maar is de lucht ijler doordat de luchtdruk lager is. Bij een gesimuleerde hoogte daarentegen is het zuurstofpercentage lager dan op zeeniveau maar de luchtdruk is gelijk. Onderzoekers uit Zwitserland, Frankrijk en Spanje hebben nu onderzocht of de stijging van de Hb-massa gelijk is voor beide vormen van een hoogtestage indien de duur van de blootstelling aan de hoogte gelijk is.

Goed getrainde triatleten

De onderzoekers hebben dit gedaan door 28 mannelijke goed getrainde triatleten die op zeeniveau wonen in drie groepen te verdelen; een groep die 18 dagen op een hoogte van 2250 meter verbleef (n=11), een groep die even lang op gesimuleerde hoogte van 2250 meter verbleef (n=10) en een controlegroep (n=8) die op zeeniveau verbleef. Alle groepen trainden gedurende de 18 dagen even lang en intensief op een hoogte van <1200 meter. Voorafgaand aan de studie en na afloop daarvan moesten de triatleten 3 km hardlopen en een fietstest uitvoeren op een fietsergometer. Deze laatste test is uitgevoerd om het maximale vermogen te bepalen. Daarnaast is bloed afgenomen. De triatleten die werkelijk op hoogte verbleven, zijn dagelijks langer aan de hoogte blootgesteld dan hun collega’s die op een gesimuleerde hoogte verbleven (17,4 versus 13,1 uur). Om toch een eerlijke vergelijking te maken wat de duur van de blootstelling aan hoogte in uren betreft, is bij de triatleten die werkelijk op hoogte verbleven ook na 13 dagen bloed afgenomen.

Hb-massa

Uit de resultaten blijkt dat de stijging van de Hb-massa na een gelijke verblijfsduur, dus na 13 dagen op ‘echte’ of 18 dagen op gesimuleerde hoogte, even groot was (respectievelijk 4,4% versus 4,1%). Na de 13e dag steeg de Hb-massa niet verder in de groep die echt op hoogte verbleef. De prestatie op de 3 km hardlopen verbeterde in beide hoogtegroepen ook in gelijke mate. De groep die op hoogte verbleef verbeterde zich van 10:43 min naar 10:18 minuten terwijl de groep die op een gesimuleerde hoogte verbleef zich verbeterde van 10:23 min naar 10:02 minuten. De controlegroep verbeterde hun looptijd van 10:32 min naar 10:19 min. In geen van de groepen is een verandering gevonden in het maximale vermogen.

Tot slot

De resultaten van deze studie laten zien dat het voor de stijging van de Hb-massa niet uitmaakt of sporters een gesimuleerde hoogtestage uitvoeren of werkelijk op hoogte verblijven. Bij een gelijke verblijfsduur in uren stijgt de Hb-massa in beide gevallen even veel. Verder is het opvallend dat ook de controlegroep zich verbeterde op de 3 km, zonder dat hun Hb-massa was gestegen. Omdat de omvang van deze prestatieverbetering kleiner was dan die in de groepen die op hoogtestage zijn geweest betreft dit waarschijnlijk een trainingseffect. Dat roept vervolgens wel de vraag op welk deel van de gevonden prestatieverbetering in de hoogtegroepen toe te schrijven is aan de uitgevoerde training en welk deel aan de gestegen Hb-massa. Er is in ieder geval een sterk verband gevonden tussen de prestatieverbetering en de stijging van de Hb-massa. Tot slot blijken er ook in deze studie grote individuele verschillen op te treden in de stijging van de Hb-massa (-1,4 tot 10,6%) tijdens een verblijf op hoogte. Dit bevestigt wederom dat de effecten van een hoogtestage niet voor alle sporters gelijk zijn.

Bron

  1. Hauser A, Schmitt L, Troesch S, Saugy JJ, Cejuela-Anta R, Faiss R, Robinson N, Wehrlin JP, Millet GP (2015) Similar hemoglobin mass response in hypobaric and normobaric hypoxia in athletes. Med. Sci. Sports Exerc., doi: 10.1249/MSS.0000000000000808