Hoe geschikt zijn verticale sprongmeters?
Het meten van spronghoogte wordt bij verschillende sporten, zoals volleybal, gebruikt als praktijktest om te zien hoe een sporter er voor staat. Verder word spronghoogte regelmatig gekoppeld aan de spierkracht van de benen van een sporter.
Er zijn verschillende methodes om spronghoogte te meten. Zo is er een aantal apparaten op de markt dat volgens de producenten zeer precies de spronghoogte kan meten. Zo is er de ‘Contact mat’ van Eleiko Sport, de ‘Belt mat’ van de Universiteit van Toronto, de ‘Quatro Jump’ van Kitlser en de ‘Vertec Vertical Jump Meter’. Buckthorpe et al. hebben met behulp van een ‘gouden standaard’-meting bestudeerd welke van de vier genoemde methodes het beste de juiste spronghoogte kan meten.
De ‘Contact mat’ bepaalt de spronghoogte aan de hand van de tijd dat de atleet in de lucht is. Met andere woorden: de tijd die de atleet niet met de mat in aanraking is. Bij de ‘Belt mat’ heeft de atleet een riem om zijn middel met daaraan een meetlint. Door de sprong wordt het meetlint uitgetrokken en kan de spronghoogte worden berekend. De ‘Quatro Jump’ is een draagbaar krachtenplatform. Met een krachtenplatform kan aan de hand van de kracht die geleverd wordt bij de afzet bepaald worden wat de spronghoogte is. De ‘Vertec’ is een paal waaraan aan de zijkant plaatjes van één centimeter dikte zitten. De atleet wordt gevraagd om door middel van een sprong met zijn dominante hand zo hoog mogelijk de plaatjes weg te tikken. Het hoogst afgetikte plaatje geeft de spronghoogte aan. De vier systemen werden vergeleken met de ‘gouden standaard’. Dit was een sprong op een krachtenplatform dat lag vergoten in de vloer van het laboratorium. Dit krachtenplatform kon dus niet bewegen. Ook hier werd de spronghoogte aan de hand van de afzetkracht berekend. Deze krachtenplatformen zijn zeer prijzig en niet gemakkelijk te plaatsen, waardoor ze in de sportpraktijk zelden worden gebruikt. Er namen veertig jongvolwassen mannen en vrouwen deel. Om te zien of er bij kleine en grote spronghoogtes verschillen gevonden werden varieerde de groep deelnemers van inactieve mensen tot aan nationale atleten. Alle deelnemers voerden drie sprongen op elk apparaat uit. Het gemiddelde werd meegenomen in de analyse.
Alle vier meetinstrumenten onderschatten de spronghoogte in vergelijking met de ‘gouden standaard’. De ‘Belt mat’ en de ‘Quatro Jump’ scoorden allebei zeer goed en weken gemiddeld respectievelijk 0,2 en 1,4 procent af. De ‘Vertec’ scoorde redelijk, met een gemiddelde afwijking van 4,8 procent. De ‘Contact mat’ scoorde echter erg slecht, met een onderschatting van 23 procent. Binnen elk meetinstrument was er geen verschil in afwijking bij grote en kleine spronghoogtes.
Uit het onderzoek van Buckthorpe et al. wordt duidelijk dat een ‘Belt mat’ en de ‘Quatro Jump’ de beste meetinstrumenten zijn om spronghoogte te bepalen. Deze instrumenten geven het beste de werkelijke spronghoogte weer. Volgens Buckthorpe et al. kan de onnauwkeurigheid van beide andere apparaten veroorzaakt worden doordat ze gevoelig zijn voor de sprongtechniek. De vraag is waarom de onderzoekers van drie sprongen het gemiddelde hebben genomen in plaats van alle sprongen mee te nemen in de analyse.
De ‘Belt mat’ is een relatief goedkoop instrument dat zeer precies de spronghoogte kan bepalen en is dus aan te raden als er weinig geld beschikbaar is en alleen de spronghoogte bepaald dient te worden.
Bron
- Buckthorpe M, Morris J, Polland JP (2011) Validity of vertical jump measurement devices. J. Sports Sci., DOI: 10.1080/02640414.2011.624539.