Spring naar content

Hoe trainbaar is competitiveness? (drive/motivatie)?

– Molly McDowell– Talent Coach/Bonds Coach VU18 bij Nederlandse Basketball Bond

Competitiedrang

Om de vraag te beantwoorden of competitiveness (competitiedrang) trainbaar is, is het belangrijk eerst kort te beschrijven wat competitiedrang eigenlijk is. Hoewel competitiedrang namelijk vaak wordt omschreven als de wil om beter te presteren dan anderen [1], zijn er drie verschillende vormen van competitiedrang in de sportpsychologische literatuur: 1) hypercompetitief, 2) competitie vermijdend, en 3) persoonlijke ontwikkeling [1,2]. Belangrijk hierbij is dat de laatste vorm niet gekenmerkt wordt door een wil om beter te presteren dan anderen:

  1. Hyper competitieve sporters willen vooral persoonlijk succes behalen vanwege het geassocieerde hogere aanzien, macht of bezittingen (prijzen/titels) en worden gekenmerkt door een lage interesse in anderen, hoge zelfdunk afgewisseld met laag zelfvertrouwen, en een sterke behoefte aan belangstelling van anderen. Hyper competitieve individuen zoeken in vrijwel alle situaties competitie op;
  2. Competitie vermijdende personen gaan competitie juist uit de weg omdat ze bang zijn de goedkeuring en het positieve aanzien van anderen te verliezen wanneer ze niet goed presteren. Om dit te voorkomen zullen individuen die competitie vermijdend zijn verschillende strategieën toepassen om hun kansen op succes bewust te verkleinen zoals blessures of pijntjes verzinnen, of bezig zijn met zaken die afleiden van de wedstrijd;
  3. De laatste vorm van competitie is persoonlijke ontwikkeling en is gericht op het zo goed mogelijk worden in de specifieke taak/sport, los van het winnen ten opzichte van anderen.

Een trainer moet zichzelf dan in eerste instantie ook afvragen welke vorm van competitiedrang hij/zij wil verbeteren bij sporters. Deze vraag kan gedeeltelijk beantwoord worden door te kijken in hoeverre de verschillende vormen van competitiedrang belangrijk zijn voor een betere sportprestatie.

Competitiedrang en sportprestaties

Sporters zijn doorgaans competitiever ingesteld dan niet-sporters [3]. Sporters die beter presteren scoren echter niet altijd hoger op competitiedrang dan minder succesvolle sporters [4-6]. Een totaal competitiedrang score (combinatie van alle drie de beschreven vormen) gemeten met twee verschillende vragenlijsten correleerde bijvoorbeeld niet met de ranking binnen tennissers [4]. Hoewel er wel een positieve relatie was tussen motivatie voor competitie met anderen en marathonprestaties bij hardlopers, was deze maar klein [7]. Er zijn ook geen verschillen in hyper competitiviteit tussen medaillewinnaars en niet-winnaars binnen de atletiek [5]. Topsporters zijn doorgaans daarentegen wel meer gefocust op persoonlijke ontwikkeling dan op de prestatie ten opzichte van andere sporters [3,8,9]. Op grond van deze bevindingen lijkt het daarom vooral belangrijk dat een sporter focust op het verbeteren van zichzelf en het maximale uit zichzelf halen. Hoewel het voor de hand ligt dat een focus op prestatie ten opzichte van anderen ook belangrijk is voor een optimale prestatie, is de relevantie hiervan niet bekend.

Trainbaarheid van competitiedrang

Er is niet direct onderzocht of competitiedrang trainbaar is, en daarom is ook niet bekend welke methode hiervoor het beste is [1]. Wel is bekend dat competitiedrang afhangt van verschillende factoren [1]. Op basis van aspecten die competitiedrang beïnvloeden zijn er suggesties gedaan over methodes waarmee de competitiedrang mogelijk vergroot kan worden. De methode die het meest geschikt lijkt hangt daarbij mogelijk af van het type competitiedrang wat verbeterd moet worden. Methodes zoals doelen zetten worden bijvoorbeeld aanbevolen om de focus op een persoonlijke ontwikkeling te vergroten [3,10]. Belangrijk is dan wel dat deze doelen ook gaan over een persoonlijke verbetering, en niet relateren aan een vergelijking met andere sporters. Deze doelen kunnen ook tijdens wedstrijden of trainingen gebruikt worden om feedback te geven en om de focus op persoonlijke ontwikkeling te houden en te verhogen [10].

Er zijn ook verschillende methodes om mogelijk een grotere focus te krijgen op de prestatie ten opzichte van andere sporters. Een eerste methode is het vergroten van de ervaren rivaliteit door het belang van de competitie te benadrukken [1]. Als sporters meer rivaliteit ervaren zal er namelijk een grotere drang zijn om te willen winnen. Zou kan een aantal weken voorafgaand aan een wedstrijd het belang van een goede score extra benadrukt worden. Een tweede methode om deze vorm van competitiedrang te vergroten is het gebruiken van sociale vergelijking. [1]. In situaties waar er geen onafhankelijke meetbare uitkomst is om een resultaat te beoordelen (zoals een gelopen tijd op de 400 meter) kunnen twee sporters die zoveel mogelijk vergelijkbaar zijn op o.a. geslacht en prestatieniveau met elkaar vergeleken worden om de wil om te winnen te vergroten. Zo kunnen twee sporters uit een team van vergelijkbaar niveau met elkaar vergeleken worden. Een derde methode is het verminderen van de focus op het vermijden van falen en het vergroten van de ervaren autonomie en competentie [11]. Een kleinere nadruk op het vermijden van falen kan bijvoorbeeld behaald worden door als coach een minder controlerende coaching stijl te gebruiken [12]. Een controlerende coaching stijl wordt gekenmerkt door dwingende instructies en het opleggen van verplichtingen.

Tot slot zijn er ook verschillende factoren die mogelijk de competitiedrang verminderen [1]. Een eerste factor is het aantal tegenstanders: wanneer er meer tegenstanders zijn is een sociale vergelijking moeilijker en daardoor kan de competitiedrang mogelijk afnemen. Bij sommige sporten kan er daarom voor gekozen worden om wedstrijden op te zoeken waar minder tegenstanders zijn, die wel van goed niveau zijn. Een tweede factor is gerelateerd aan het vertrouwen: in een teamsport setting kan minder vertrouwen in de teamgenoten mogelijk ook tot minder competitiedrang leiden doordat er minder motivatie is om goed te presteren als team. Als trainer-coach kan je dit vertrouwen vergroten door meetbare doelen te stellen en bij te houden hoe het team en iedere individu hierop presteert.

Nadelen van focus op willen winnen

Wanneer een trainer de wil om te winnen of beter te presteren ten opzichte van anderen probeert te vergroten is het belangrijk te realiseren dat er ook nadelen zitten aan een grotere wil om te winnen. Competitie waarbij winnen het belangrijkste is verminderd namelijk de intrinsieke motivatie 13 en kan ook leiden tot hoger risico op onsportief gedrag.

Bronnen

  1. Swab RG, Johnson PD. Steel sharpens steel: A review of multilevel competition and competitiveness in organizations. Journal of Organizational Behavior. 2019;40(2):147-165.
  2. Houston JM, Mcintire SA, Kinnie J, Terry C. A factorial analysis of scales measuring competitiveness. Educ Psychol Meas. 2002;62(2):284-298.
  3. Gill DL, Dzewaltowski DA. Competitive orientations among intercollegiate athletes: Is winning the only thing? The Sport Psychologist. 1988;2(3):212-221.
  4. Houston JM, Carter D, Smither RD. Competitiveness in elite professional athletes. Percept Mot Skills. 1997;84(3_suppl):1447-1454.
  5. Bhardwaj S, Hooda M, Rathee NK. Hypercompetitive attitude among athletes: A behavioral analysis. European Journal of Physical Education and Sport Science. 2018;
  6. Soares AL, Leonardi TJ, Silva J, et al. Performance, motivation, and enjoyment in young female basketball players: An interdisciplinary approach. J Sports Sci. 2020;38(8):873-885.
  7. Deaner RO, Masters KS, Ogles BM, LaCaille RA. Marathon performance as a predictor of competitiveness and training in men and women. Journal of Sport Behavior. 2011;34(4)
  8. Vealey RS. Sport-confidence and competitive orientation: An addendum on scoring procedures and gender differences. Journal of Sport and Exercise Psychology. 1988;10(4):471-478.
  9. Gonçalves C, Carvalhov H, Gonçalves Â. Achievement and competitiveness in elite youth basketball: what matters? Revista de psicología del deporte. 2015;24(3):0043-45.
  10. Martin JJ, Gill DL. The relationships of competitive orientations and self-efficacy to goal importance, thoughts, and performance in high school distance runners. J Appl Sport Psychol. 1995;7(1):50-62.
  11. González-Hernández J, Gómez-López M, Manzano-Sánchez D, Valero-Valenzuela A. Motivated and without Fear of Failure: The Strength of Basic Psychological Needs in Youth Spanish Athletes in Team Sports. Journal of Human Kinetics. 2023;87:235.
  12. Moreno-Murcia JA, Huéscar Hernández E, Conte Marín L, Nuñez JL. Coaches’ Motivational Style and Athletes’ Fear of Failure. Int J Environ Res Public Health. May 4 2019;16(9)doi:10.3390/ijerph16091563
  13. Fortier MS, Vallerand RJ, Briere NM, Provencher PJ. Competitive and recreational sport structures and gender: A test of their relationship with sport motivation. Int J Sport Psychol. 1995;26:24-24.