Spring naar content

Hoogte voetenplankje niet bepalend voor ergometerprestatie van roeiers

Zeer goed getrainde roeiers kunnen minder krachtig afzetten en hebben een kleinere slaglengte als zij hun voetenplankje op een ergometer enkele centimeters hoger afstellen. Toch blijkt de prestatie niet te verslechteren. Daarnaast is de belasting op de onderrug in dit geval lager.

De roeiprestatie is afhankelijk van hoe goed een roeier de kracht die hij kan leveren met zijn benen, romp en armen over kan brengen op een roeiriem. Naast kracht spelen techniek en coördinatie een cruciale rol. De afstellingen in de boot bepalen de houding van de roeier en daarmee mede de kracht die hij kan leveren. Zo is de afstelling van het voetenplankje belangrijk, aangezien de hoogte van dit plankje onder andere bepalend is voor de enkel-, knie- en heuphoek waarbij een roeier zich afzet. Deze gewrichtshoeken zijn bepalend voor hoeveel kracht een roeier kan leveren. Roeiers denken dat als een voetenplankje wat hoger is afgesteld, zij meer kracht in horizontale richting kunnen leveren. Met andere woorden, meer kracht in de vaarrichting in plaats van naar beneden, wat gebeurt als het voetenplankje lager is afgesteld (figuur 1). Hoe groot de invloed is van de hoogte van het voetenplankje op de gewrichtshoeken en hoeveel effect dit heeft op de (richting van de) kracht en de techniek van een roeier heeft een groep Engelse en Canadese onderzoekers nu onderzocht.

Figuur 1. Grootte en richting van de kracht bij een laag (links) en een hoog (rechts) afgesteld voetenplankje. Uit: Buckeridge et al 2016

Niet te hoog

Hoe hoger het voetenplankje geplaatst is, hoe minder krachtig een roeier kan afzetten (tot 5 procent afname). Bij een hogere voetenplank is de haal van en roeier korter (tot 4 cm) en is de hoek die hij maakt met zijn heupen minder groot. De grootte van de kracht in de horizontale richting verandert niet. De belasting op de onderrugwervels S1/L5 nam in deze studie af naarmate het voetenplankje hoger geplaatst was. De prestatie op een gesimuleerde 500 meter veranderde niet door het voetenplankje op verschillende hoogtes te plaatsen (1,7, 3,4 en 5,1 centimeter boven de normale afstelling. Dit blijkt uit metingen op een roei-ergometer uitgevoerd bij Engelse roeiers die in de nationale selectie van onder-23 geroeid hebben.

Dat het hoger plaatsen van het voetenplankje niet leidt tot een grotere kracht in de horizontale richting verrast de onderzoekers. Zij denken dat dit komt omdat de roeiers bij een omhoog geplaatst voetenplankje hun heupen niet zo ver kunnen buigen aan het begin van de haal als bij een lager geplaatst voetenplankje. Dat is wellicht ook de reden dat de lengte van de haal afneemt bij het hoger plaatsen van het voetenplankje.

De onderzoekers concluderen dat het omhoog plaatsen van het voetenplankje de voorkeur kan hebben, omdat de roeiers dezelfde ergometerprestatie leveren maar minder kracht met de benen leveren. Daarnaast zou het eventueel het risico op overbelasting van de onderrug kunnen verkleinen.

Tot slot

Het is belangrijk om te weten dat de resultaten van deze studie niet direct naar roeien in het water te vertalen zijn. Het feit dat een boot in het water ligt en er dus geen sprake is van een vaste ondergrond zorgt voor een ander krachtenspel. Toch zou het goed zijn eens te spelen met de hoogte van het voetenbankje om te zien of een roeier zijn slaglengte daarmee juist kan verlengen of verkorten. Daarnaast roeien roeiers geregeld op ergometers en is het goed om te weten dat het verstellen van het voetenplankje de techniek en belasting van bijvoorbeeld de onderrug kan beïnvloeden.

Bron

  1. Buckeridge EM, Weinert-Aplin RA, Bull AM, McGregor AH (2016) Influence of foot-stretcher height on rowing technique and performance. Sports Biomech., In Press DOI: 10.1080/14763141.2016.1185459