Spring naar content

Hoogtestage kan tot betere prestaties leiden vergeleken met gesimuleerde hoogtestage

De prestatie op een 3 km hardlooptest verbetert drie weken na een 18-daagse hoogtestage op 2250 m maar niet na een gesimuleerde hoogtestage. Zowel direct na een hoogtestage als na een gesimuleerde hoogtestage verbetert de VO2max en het maximale vermogen. Het lijkt er op dat de effecten van een hoogtestage anders zijn dan die van een gesimuleerde hoogtestage.

“Live high, train low” – LHTL

Een hoogtestage kan de duurprestatie van sporters te verbeteren. Op hoogte verblijven en op zeeniveau trainen (LHTL) is een veelgebruikte methode. De sporter ondervindt de positieve effecten van de lage zuurstofspanning in de tijd dat hij zich niet in hoeft te spannen en wel kan trainen op normale intensiteit doordat de luchtdruk (weerstand) op zeeniveau hoger is dan op hoogte. Een hoogtestage kan gesimuleerd worden door bijvoorbeeld te verblijven in een hoogtekamer. In deze kamer is de zuurstofspanning verlaagd zodat deze gelijk is aan de zuurstofspanning op hoogte, maar de luchtdruk is nog wel zo hoog als op zeeniveau. Tot op heden is het onduidelijk of de effecten van gesimuleerde LHTL verschillen van de effecten van daadwerkelijke LHTL. Dit is in Zwitserland uitgezocht.

Hoogte vs gesimuleerde hoogte

Goed getrainde mannelijke triatleten (leeftijd: gemiddeld 23 jaar, VO2max: gemiddeld 70 ml.kg/min) zijn 33 weken gevolgd en uitgebreid getest. Ze zijn opgedeeld in 2 groepen. De eerste groep van 14 triatleten verbleef 18 dagen op een hoogte van 2250 m (gemiddeld 17 uur per dag). De andere groep van 13 triatleten verbleef 18 dagen in hoogtekamers (gemiddeld 12 uur per dag) waarvan de zuurstofspanning ongeveer gelijk is aan de zuurstofspanning op 2250 m. Alle triatleten trainden op 1150 m. Een aantal keer voor en na de hoogtestage hebben alle triatleten een 3 km hardlooptest op een 400 meter baan uitgevoerd op ongeveer zeeniveau. Daarnaast is er direct voor en direct na de hoogtestage onder andere een VO2max-test gedaan en zijn verschillende bloedwaarden bepaald. Elke nacht tijdens de hoogtestage is de zuurstofsaturatie en hartfrequentie gemeten.

In beide groepen verbeterde onder andere de VO2max, het maximale vermogen tijdens de VO2max-test en de hemoglobinemassa in het bloed. Er was geen verbetering in 3 km looptijd bij beide groepen tot 3 weken na de hoogtestage. Echter, 3 weken na de hoogtestage liet de groep die op hoogte verbleef wel een verbetering zien in 3 km looptijd (gemiddeld 10:11 min naar 9:48 min) en de groep die op gesimuleerde hoogte verbleef niet. De groep die op 2250 m verbleef vertoonde iedere nacht een lagere zuurstofsaturatie van het bloed dan de groep die op gesimuleerde hoogte verbleef.

Conclusie

De VO2max en het maximale vermogen tijdens de VO2max test kunnen verbeteren door te verblijven op hoogte en gesimuleerde hoogte. Een verbetering van de prestatie op de 3 km hardlooptest is echter alleen 3 weken na terugkomst van het verblijf op hoogte gevonden. Het lijkt er dus op dat er verschillen zijn in de effecten van een verblijf op hoogte en gesimuleerde hoogte, waarbij het verblijf op hoogte op termijn een verbeterde 3 km prestatie geeft. Het is wel opvallend dat de sporters 5 uur per dag korter op gesimuleerde hoogte verbleven. Dit zou kunnen bijdragen aan de verschillen in prestaties na 3 weken. De auteurs geven echter geen duidelijke verklaring voor de verbetering in 3 km looptijd.

Bron

  1. Saugy JJ, Schmitt L, Cejuela R, Faiss R, Hauser A, Wehrlin JP, Rudaz B, Delessert A, Robinson N, Millet GP (2014) Comparison of “Live High-Train Low” in Normobaric versus Hypobaric Hypoxia. PloS one, 9(12), e114418