Spring naar content

Inactiviteit zorgt voor verslechterde eiwitopname in de spieren

Inactiviteit, bijvoorbeeld veroorzaakt door een blessure, leidt tot een verminderde gevoeligheid van spieren om eiwitten op te nemen. Uit een Maastrichtse studie blijkt dat spieren na 5 dagen inactiviteit nog maar ongeveer 40-50% van de normale opbouw van nieuw spierweefsel vertonen.

Inactiviteit en eiwitinname

Blessures zorgen er vaak voor dat een sporter zijn sport niet meer volledig kan beoefenen, waardoor de trainingsarbeid drastisch vermindert. Bij ernstige blessures, zoals een beenbreuk, kan een sporter een ledemaat zelfs helemaal niet gebruiken. Het voedingsadvies bij dit soort blessures is om de energie-inname te verminderen door minder vetten en koolhydraten binnen te krijgen maar om wel de inname van eiwit op peil te houden (zie hier). Dit is omdat de inname van evenveel eiwitten als voor de blessure kan bijdragen aan het tegengaan van het verlies van spierweefsel. Daarnaast is eiwit van belang voor het herstel. Het is echter de vraag of de spier bij inactiviteit nog steeds even gevoelig is voor het opnemen van eiwitten. Wall en collega’s hebben dit nu onderzocht.

Verminderd gevoelig

In totaal namen 12 jonge mannen van gemiddeld 22 jaar deel aan deze studie. Een van beide benen is 5 dagen lang in gips gezet zodat de knie niet meer kon buigen of strekken. Het andere been kon nog gewoon vrij bewegen. Alle deelnemers kregen gedurende deze 5 dagen een vastgesteld dieet dat bestond uit 44% koolhydraten, 22% eiwitten en 34% vet. Voor en na de 5 dagen gips is er een stukje spierweefsel uit een bovenbeenspier (m. vastus lateralis) van beide benen genomen. Daarnaast namen de deelnemers een speciaal eiwit in waardoor de onderzoekers het opnameproces in de spier konden volgen en daarmee konden bepalen hoeveel eiwit de bovenbeenspieren opnamen. Tot slot is met behulp van een CT-scan de omvang van de bovenbeenspier in kaart gebracht.

De dwarsdoorsnede van beide bovenbeenspieren was gelijk voor het gipsen. Hoewel de bovenbeenspier in het been dat nog vrij kon bewegen na 5 dagen gelijk bleef in dwarsdoorsnede, nam de dwarsdoorsnede in het geïmmobiliseerde been gemiddeld af met bijna 4%. Daarnaast was de gevoeligheid voor het opnemen van eiwitten in het niet ingegipste been 40-50% hoger in vergelijking met de bovenbeenspier die 5 dagen niet belast kon worden. Hieruit is af te leiden dat ook de daadwerkelijke opname van eiwit afgenomen is.

Conclusie

Het is duidelijk dat immobilisatie leidt tot een afname van spierweefsel. Deze afname is deels te verklaren doordat het eiwit uit voeding minder goed gebruikt wordt voor het behoud van en de aanmaak van nieuw spierweefsel. Hoewel het advies is om tijdens een blessure evenveel eiwitten in te blijven nemen als voor een blessure (ondanks een kleinere energiebehoefte) zal de spier niet in staat zijn om de spierafbraak volledig tegen te gaan. Het is dan ook te adviseren om bijvoorbeeld door middel van elektrostimulatie volledige inactiviteit tegen te gaan.

Bron

  1. Wall BT, Dirks ML, Snijders T, van Dijk JW, Fritisch M, Verdijk LB, van Loon LJ (2015) Short-term muscle disuse lowers myofibrillar protein synthesis rates and induces anabolic resistance to protein ingestion. Am. J. Physiol. Endocrinol. Metab., In Press, doi: 10.1152/ajpendo.00227.2015