Spring naar content

Intensieve voorlichting kan eetstoornissen voorkomen

Het is mogelijk om door middel van intensieve scholing eetstoornissen te voorkomen bij jonge topatletes. Uit Noors onderzoek blijkt dat door een jaar lang voorlichting te geven op scholen voor topatleten de kans op eetstoornissen aanzienlijk vermindert.

Eetstoornissen komen nogal eens voor in de (top)sportwereld. Een eetstoornis kan een zwaar stempel drukken op zowel de fysieke als mentale capaciteiten van een sporter. Een bekend voorbeeld van een sporter die een eetstoornis had is Leontien van Moorsel. Zij heeft tijdens haar carrière een tijd lang anorexia nervosa gehad. Voortbordurend op haar eigen ervaringen heeft zij een “foundation” opgericht waarbij ze ondersteuning biedt aan mensen met een eetstoornis. In Noorwegen is een onderzoeksgroep werkzaam die actief bezig is met het in kaart brengen van het eetstoornisprobleem bij atleten. De groep wetenschappers gaat nu een stap verder door te onderzoeken of een voorlichtingsprogramma wellicht kan leiden tot het voorkomen van eetproblemen bij jonge topatleten.

Onderwijs op scholen

In totaal hebben er 16 topsportscholen meegedaan aan deze studie. Uiteindelijk kwam dit neer op 465 jonge atleten van gemiddeld 16 jaar die bijna 2 jaar gevolgd zijn. Bij 9 scholen is het interventieprogramma aangeboden en bij de overige 6 scholen is geen extra aandacht besteed aan het voorkomen van eetstoornissen. De interventie duurde 1 jaar en bestond onder andere uit het volgen van lessen en groepsgesprekken, het beschikbaar stellen van een persoonlijke coach die vragen kon beantwoorden en uit thuisopdrachten. Niet alleen de atleten maar ook de ouders/begeleiders en coaches kregen voorlichting. Negen maanden na de interventie zijn alle leerlingen weer gemeten.

Op de interventiescholen is er bij geen enkel meisje dat gezond was bij aanvang van de interventie een eetstoornis gediagnostiseerd aan het eind van de studie. Echter, op de controlescholen was bij 8 van de 61 meisjes (13%), die eerst gezond waren, aan het eind van de studie deze diagnose wel vastgesteld. Bij de jongens was er nauwelijks sprake van een verschil. Bij geen van de jongens van de interventiescholen is een eetstoornis gediagnostiseerd terwijl bij slechts 1 jongen van de controlescholen is dit wel gebeurd.

Conclusie

Het lijkt erop dat intensief begeleiden van jonge topatletes er voor kan zorgen dat de kans op een eetstoornis behoorlijk afneemt. Ook in Nederland bestaan er sportklassen op middelbare scholen. Wellicht is het goed om gedurende hun middelbare schooltijd aandacht te besteden aan de eetstoornisproblematiek. Maar het zou ook goed zijn dit breder te trekken en bijscholing aan te bieden bij bijvoorbeeld topsportprogramma’s. Dan zou het bijvoorbeeld kunnen gaan om programma’s waar het risico op eetstoornissen relatief hoog is zoals wielrennen en gewichtsklassesporten als roeien en vechtsporten.

Bron

  1. Martinsen M, Bahr R, Børresen R, Holme I, Pensgaard AM, Sundgot-Borgen J (2014) Preventing eating disorders among young elite athletes: a randomized controlled trial. Med. Sci. Sports Exerc., 46: 435-447