Spring naar content

Intensieve warming-up in combinatie met thermokleding verbetert de sprintprestatie

Een intensieve warming-up kort voor een explosieve sprinttest leidt tot betere sprintprestaties van skeletonners. Het dragen van goed isolerende warme kleding tussen de warming-up en de start van de test zorgt voor een nog grotere prestatieverbetering. Dit concluderen de sportwetenschappers uit Engeland onder aanvoering van Christian Cook.

Het is alom bekend dat een warming-up de prestatie kan verbeteren. Er komen steeds meer bewijzen dat de timing van de warming-up belangrijk is voor het behoud van het effect van de warming-up op de prestatie. Zo bleek bij een zwemonderzoek van West en collega’s al dat een kortere tijd tussen de warming-up en een zwemtest tot een substantieel betere zwemprestatie leidde. Dit artikel van West is recentelijk samengevat door Topsport Topics (link). De auteur van het huidige artikel, Cook, was ook betrokken bij het zwemonderzoek. In het huidige onderzoek van Cook en collega’s is bij skeletonners onderzocht welke rol de intensiteit en de timing van de warming-up speelden op de te leveren 3 x 20 meter sprintprestatie.

Drie mannelijke en 3 vrouwelijke olympische skeletonners namen deel aan het onderzoek van Cook en zijn collega’s. In wisselende volgorde voerden de 6 atleten 5 soorten warming-up uit. Kort gezegd bestond 1 vorm van warming-up uit een standaard warming-up van korte sprints, knieheffen, krachtoefeningen zoals opdrukken en dynamisch rekken. Vervolgens verschilde de intensiteit en de timing van de warming-up. Tot slot droegen de atleten soms ook geïsoleerde thermokleding. Zie tabel:

IntensiteitAfgerond voor de sprintsThermokleding
Vorm 1Matig35 minutenNee
Vorm 2Hoog35 minutenNee
Vorm 3Hoog15 minutenNee
Vorm 4HoogEerste deel 40 minuten, tweede deel 15 minutenNee
Vorm 5HoogEerste deel 40 minuten, tweede deel 15 minutenJa direct na de warming-ups

Tussen elke testdag zaten 2 dagen rust en de tests vonden plaats in een laboratorium waar het 20 graden was.

De warming-up waarna de atleten thermokleding droegen leverde de beste sprintprestaties op (gemiddeld ongeveer 4% sneller dan na de basis warming-up (de eerste vorm). De warming-up die als een na beste uit de bus kwam was de derde vorm: een intensieve warming-up kort voor de start van de sprinttest. Dit leverde een verbetering op van ongeveer 3,5%. Zowel de optimale warming-up als de daarbij behaalde winst was gelijk voor vrouwen en mannen.

Uit de studie van Cook en collega’s blijkt dat een intensieve warming-up kort voor de start van een test en, niet onwaarschijnlijk, een wedstrijd kan bijdragen aan een betere sprintprestatie. Als de atleet dan ook nog thermokleding draagt tussen de warming-up en het moment van presteren kan dit zelfs tot een nog grotere prestatieverbetering leiden. Het is aannemelijk dat dit niet alleen voor skeletonners positief werkt maar ook voor andere sporters die korte explosieve inspanningen moeten leveren. Deze resultaten sluiten goed aan bij een eerdere studie die is samengevat door Topsport Topics (link). Of deze vorm van warming-up ook in een warme omgeving leidt tot deze positieve effecten is niet duidelijk. Daarnaast gaven atleten aan wel te moeten wennen aan het idee om tussen hun warming-up en de sprint nog te moeten aan- en uitkleden.

Bron

  1. Cook C, Holdcroft D, Drawer S, Kilduff LP (2012) Designing a warm-up protocol for elite bob-skeleton athletes. Int. J. Sports. Physiol. Perf., In press