Spring naar content

Jongens hebben minder spiervermoeidheid dan mannen

De spieren van jonge jongens raken tijdens maximale inspanning minder snel vermoeid dan die van volwassen mannen. Daarnaast blijkt dat jongens sneller herstellen van spiervermoeidheid dan mannen. Hoe dit verschil te verklaren is blijft voor alsnog onduidelijk.

Het blijft voer voor discussie: kunnen kinderen op dezelfde manier en intensiteit trainen als volwassenen? Zo vragen trainers zich nogal eens af of kinderen bijvoorbeeld fysiek gezien hetzelfde op trainingsprikkels reageren als volwassenen. Ratel en collega’s hebben onderzocht of spieren van jonge jongens net zo snel vermoeid raken als die van volwassen mannen. Daarnaast hebben ze onderzocht of voornamelijk centrale of perifere vermoeidheid de oorzaak is van de afname in spierkracht. Spiervermoeidheid is te onderscheiden in centrale en perifere vermoeidheid. Onder centrale vermoeidheid verstaat men een verstoorde aansturing van de spieren door de hersenen. Bij perifere vermoeidheid treedt er bijvoorbeeld uitputting van de energievoorraad op in de spier en is het samentrekkingsmechanisme van de spier verstoord.

Statische spierkracht

Er namen 11 jongens van gemiddeld 10 (8-11) jaar en 12 volwassen mannen van gemiddeld 24 (18-30) jaar deel aan het onderzoek. Van alle deelnemers is de maximale van de kniestrekkers bepaald. Zij moesten vervolgens 5 seconden hun kniestrekkers maximaal aanspannen en daarna 5 seconden ontspannen. Dit is herhaald totdat de kracht die de deelnemers konden leveren minder dan 60% van hun maximale kracht was. Tijdens de test is ook meerdere malen elektrostimulatie toegepast. Door een elektrische prikkel toe te dienen op het moment dat iemand vrijwillige maximale kracht levert (geleverde kracht) zal de spier door de elektrische stimulans van buitenaf een beetje extra kracht kunnen leveren (elektrisch gestimuleerde kracht). Het verschil tussen de geleverde kracht en de elektrisch gestimuleerde kracht is te gebruiken om te bepalen in welke mate er sprake is van centrale vermoeidheid en perifere vermoeidheid. Drie, 6 en 15 minuten na de test moesten de deelnemers nogmaals 5 seconden hun kniestrekkers maximaal aanspannen om te zien hoe snel het herstel in spierkracht optrad.

De jongens raakten minder snel vermoeid dan de mannen. Zo duurde het bij de jongens gemiddeld 50 herhalingen voordat ze minder dan 60% van hun maximale kracht konden leveren, terwijl dit voor de mannen na gemiddeld 34 herhalingen was. Bij de jongens speelde centrale vermoeidheid een steeds grotere rol, terwijl bij de mannen voornamelijk sprake was van perifere vermoeidheid. De jongens waren na 3 minuten volledig hersteld terwijl dit voor de mannen na 15 minuten nog niet het geval was.

Conclusie

Uit dit onderzoek blijkt dat jongens minder snel vermoeid raken en ook sneller herstellen dan volwassen mannen. Daarnaast is er vooral sprake van centrale spiervermoeidheid bij jongeren en juist van perifere spiervermoeidheid bij volwassenen. Hoewel de onderzoekers verschillende theorieën aanhalen blijft het onduidelijk wat de precieze reden is voor dit verschil. Voor trainers is het belangrijk om bij het maken van trainingsschema’s rekening te houden met het feit dat jongens minder snel vermoeid raken tijdens intensieve krachtoefeningen dan volwassen mannen en sneller herstellen.

Bron

  1. Ratel S, Kluka V, Vicencio SG, Jegu AG, Cardenoux C, Morio C, Coudeyre E, Martin V (2015) Insights into the mechanisms of neuromuscular fatigue in boys and men. Med. Sci. Sports Exerc., DOI 10.1249/MMS.0000000000000697