Spring naar content

Kuitspier en achillespees dragen bij aan Keniaanse loopsuprematie

De suprematie van de Kenianen op de middellange en lange loopnummers is mogelijk te verklaren door de spier-pees-eigenschappen van de kuitspier. In vergelijking met Japanse lopers is de achillespees van Kenianen relatief lang en de spierbuik van de kuitspier relatief kort. Ook blijkt dat de kuitspier zich minder aanspant tijdens het lopen hetgeen minder energie kost.

Suprematie

Leden van de Kalenjin-stam, waartoe veel Keniaanse en Ethiopische lopers behoren, domineren al jarenlang de middellange en lange loopnummers. Hoewel deze stam slecht 0,07% van de wereldbevolking uitmaakt, hebben hardlopers van deze stam de laatste 50 jaar 34% van alle medailles op de WK’s en Olympische Spelen op deze nummers gewonnen [1]. Waarom leden van deze stam zo uitzonderlijk goed kunnen hardlopen is niet geheel duidelijk. De afgelopen jaren is met tal van studies naar verklaringen gezocht. Zo zou de suprematie onder andere toe te schrijven zijn aan de bouw van de benen, het dieet, de hoogte waarop de lopers zijn geboren en leven, en het vooruitzicht op prijzengeld (zie hier). Een groep onderzoekers uit onder andere Japan en Finland heeft onderzocht of inderdaad de benen, en dan in het specifiek de kuitspier en de achillespees, een mogelijke verklaring bieden voor de opmerkelijke resultaten.

Spier-pees-eigenschappen kuitspier

Dit hebben zij gedaan door de spier-pees-eigenschappen van de kuitspier tijdens het lopen te onderzoeken bij 11 Keniaanse toplopers en 11 Japanse subtoppers. De Keniaanse lopers hadden een gemiddeld persoonlijk record op de marathon van ongeveer 2:12 uur en de Japanners van 2:25 uur. Bij alle lopers is in rust de lengte van het onderbeen, het moment dat de achillespees heeft over het enkelgewricht en de lengte van de spierbuik van de kuitspier gemeten. Vervolgens moesten de lopers 2 keer 2 minuten hardlopen op een lopende band met een snelheid van respectievelijk 9,0 en 13,9 km/uur. Tijdens het hardlopen is onder andere een echo-opname gemaakt van de kuitspier en zijn EMG-metingen uitgevoerd. Tevens is de looptechniek geanalyseerd.

Uit de resultaten blijkt dat de Keniaanse lopers in vergelijking met de Japanners relatief lange onderbenen hebben. Daarnaast levert de achillespees van de Kenianen een groter moment over de enkel. Tevens is de spierbuik van de kuitspier relatief kort en de achillespees relatief lang. Wel bleek dat er bij de Kenianen tijdens de stand- en afzetfase kleinere hoekveranderingen optraden in de knie en enkel. Verder bleek dat de Kenianen bij een snelheid van 13,9 km/u tijdens de land- en afzetfase minder lengteveranderingen hadden in de achillespees en spierbuik van de kuitspier dan de Japanners en dat de kuitspier minder geactiveerd werd. Dit zou een verklaring kunnen geven voor een het relatief lage energieverbruik van Keniaanse toplopers. Tot slot is er een sterke relatie gevonden tussen het moment dat de achillespees levert en het persoonlijk record op de marathon, waarbij een groter moment op een snellere tijd duidt.

Tot slot

Hoewel uit deze uitvoerige studie blijkt dat er nogal wat verschillen bestaan in de spier-pees-eigenschappen van de kuitspier van Keniaanse en Japanse hardlopers, biedt dat nog geen duidelijk verklaring voor de suprematie van de Kalenjin-stam. Er is immers alleen een vergelijking gemaakt met Japanse lopers die ook nog eens een aanzienlijk langzamer persoonlijk record hadden. Mogelijk hebben lopers met een gelijk persoonlijk record en/of lopers van een ander ras dan de Japanners wel vergelijkbare spier-pees-eigenschappen als de Kenianen. De eigenschappen zijn in ieder geval niet bewust de manipuleren. Wat de verklaring voor de suprematie ook mag zijn, voorlopig lijkt er in ieder geval geen eind te komen aan de Keniaanse zegereeks.

Bronnen

  1. Tucker R, Onywera VO, Santos-Concejero J (2014) Analysis of the Kenyan distance running phenomenon. Int. J. Sports Physiol. Perform., DOI: 10.1123/ijspp.2014-0247
  2. Sano K, Nicol C, Akiyama M, Kunimasa Y, Oda T, Ito A, Locatelli E, Komi PV, Ishikawa M (2014) Can measures of muscle-tendon interaction improve our understanding of the superiority of Kenyan endurance runners? Eur. J. Appl. Physiol., DOI: 10.1007/s00421-014-3067-7