Spring naar content

Kwaliteit van skitraining verbetert door actief herstel tussen runs

Als slalomskiërs na een trainingsrun boven op de berg 3 minuten wandelen, skiën zij de daaropvolgende run sneller en vaker zonder fouten dan wanneer ze 3 minuten passief herstellen. Uit Canadees onderzoek blijkt verder dat deze vorm van actief herstel leidt tot een lagere concentratie melkzuur bij aanvang van de volgende run in vergelijking met 3 minuten passieve rust.

Slalom

Slalomskiën is een discipline die veel kracht en techniek vraagt van de skiër en waarbij de concentratie melkzuur hoog op kan lopen gedurende de afdaling. Als slalomskiërs bijvoorbeeld tijdens een training twee runs kort achter elkaar moeten uitvoeren is het van belang dat de concentratie melkzuur zo snel mogelijk daalt na de eerste run. De onderzoekers White en Wells hebben onderzocht of actief herstel tussen trainingsruns hier een bijdrage aan kan leveren en of deze vorm van herstel leidt tot prestatieverbetering.

Actief herstel

Veertien zeer goed getrainde alpineskiërs van gemiddeld 18 jaar waren verdeeld in 2 groepen. Beide groepen moesten 8 maal een slalomafdaling uitvoeren. Na een rit van 6 minuten in de skilift stond 1 groep bij terugkomst op de berg 3 minuten passief te wachten voordat zij aan hun volgende run mochten beginnen. De andere groep moest voor de start van de volgende run 3 minuten lang wandelen op hun skischoenen (5 km/u). De prestaties bij iedere run zijn uitgedrukt in het tijdsverschil met de geskiede tijd van de eerste run. Daarnaast telden de onderzoekers het aantal correct uitgevoerde runs. Verder is de concentratie melkzuur in het bloed vlak voor de start van iedere run gemeten en is de ervaren vermoeidheid bepaald. Een cyclus van elke run, de rit in de skilift, de metingen en de herstelperiode duurde in totaal 12 minuten.

De geskiede tijden tijdens de eerste runs verschilden niet tussen beide groepen. Zoals gezegd gaven de onderzoekers alleen het verschil in tijden tussen de runs en niet de werkelijk geskiede tijd, maar deze is enigszins te herleiden en lag rond de 1 minuut. Bij de latere runs skiede de controlegroep ongeveer 1,3 seconden langzamer terwijl de tijden van de skiërs die actief herstelden gelijk bleven gedurende de 8 runs. Daarnaast maakten de skiërs uit de controlegroep aanzienlijk meer fouten tijdens de laatste paar runs waardoor er in totaal 11 keer een run voortijdig was afgebroken. Alle skiërs die actief herstelden skieden de 8 runs foutloos. Hoewel de concentraties melkzuur bij de eerste paar runs gelijk was tussen beide groepen trad er bij de latere runs een verschil op. De controlegroep had voor aanvang van de latere runs een melkzuurconcentratie van ongeveer 6 mmol/L terwijl dit voor de groep die actief herstelde ongeveer 3 mmol/L was. De ervaren vermoeidheid verschilde niet tussen beide groepen na de verschillende runs.

Conclusie

Hoewel de kwaliteit van de beschrijving van de resultaten van dit onderzoek te wensen overlaat, komt er wel naar voren dat actief herstel tijdens een slalomtraining voor skiërs nuttig kan zijn. Als het doel is om zo snel mogelijk en met zo min mogelijk fouten trainingsruns te skiën, lijkt het invoeren van een korte periode van actief herstel verstandig. Door even kort de tijd nemen om een stukje te wandelen bij terugkeer op de berg is het herstel te bevorderen. Dit kan kan leiden tot snellere afdalingen en minder fouten.

Bron

  1. White GE, Wells GD (2014) The effect of on-hill active recovery performed between runs on blood lactate concentration and fatigue in alpine ski racers. J. Strength Cond. Res., In Press DOI: 10.1519/JSC.0000000000000677