Langdurige dehydratie leidt tot slechtere herhaalde sprint bij honkballers
Honkballers die door inspanning in de hitte 3% lichaamsgewicht verliezen door te zweten, presteren de volgende dag slechter op een serie van herhaalde sprints als zij dit vochtverlies niet goed aanvullen. Dit blijkt uit een Amerikaanse studie waarin de prestatie van getrainde honkballers op 3 series van 8 sprints van 30m in goed gehydreerde en niet goed gehydreerde staat vergeleken is.
Dehydratie betekent een tekort aan vocht (water) in het lichaam. Dit leidt onder andere tot een lager bloedvolume. Hierdoor moet het hart harder werken om alle organen, waaronder de spieren, van voldoende bloed te voorzien. Ook maakt een tekort aan vocht in het lichaam het moeilijker om bij inspanning of in warmte het lichaam voldoende te koelen. Hoewel in theorie dehydratie dus slecht is voor de sportprestatie (zie bijvoorbeeld in dit factsheet), zijn er ook studies waarin geen effect van dehydratie op de prestatie is gevonden. Of dehydratie door inspanning in de hitte een negatief effect heeft op een herhaalde sprintprestatie de volgende dag hebben Amerikaanse onderzoekers bij honkballers uitgezocht.
Dehydratie en herhaalde sprints
Aan deze studie namen 8 getrainde honkballers van gemiddeld 21 jaar deel. Zij deden dezelfde inspanningstest 2 keer, met een week rust ertussen. Om te beginnen moesten zij zich intensief inspannen op een loopband in de hitte (38° C). Dit duurde net zo lang tot zij 3% aan lichaamsgewicht verloren hadden. Vervolgens kreeg de helft van de spelers genoeg water te drinken om weer volledig gehydreerd te zijn, en de andere helft van de spelers bleef 3% gedehydreerd. Na een week wisselden de honkballers van groep. De dag na de inspanning in de hitte deden de honkballers een herhaalde sprinttest die bestond uit 3 series van 8 sprints van 30m, met 45 seconden rust tussen de sprints en 3 minuten rust na elke serie. Voor en na de sprinttest zijn onder andere de hydratiestatus (met urinemonsters en aan de hand van het lichaamsgewicht), de hartfrequentie, het gevoel van uitputting en het gevoel van fitheid gemeten.
Uit de resultaten blijkt dat er geen verschil was in de sprintprestatie voor de eerste serie van 8 sprints als gevolg van dehydratie. De honkballers presteerden echter wel slechter op de 2e en 3e serie sprints als zij het vochtverlies niet hadden aangevuld, vergeleken met de goed gehydreerde situatie. Zij liepen de sprints in de 2e serie gemiddeld 0,16 s (5,03s in plaats van 4,87s) langzamer en de sprints in de 3e serie gemiddeld 0,21 s (5,12 in plaats van 4,91 s) langzamer. Ook was de hartfrequentie gedurende de 2e (168 versus 158 slagen per minuut) en 3e sprintserie (172 versus 167) hoger wanneer de sporters gedehydreerd waren en gaven zij aan zich vermoeider en minder fit te voelen.
Conclusie
Een langdurig verlies van 3% aan lichaamsgewicht door dehydratie verslechtert de herhaalde sprintprestatie van getrainde honkballers. Dit is echter niet het geval voor de eerste 8 sprints die zij uitvoeren. Hoewel een negatief effect van dehydratie dus wellicht niet meteen merkbaar is, lijkt het toch belangrijk voor sporters om goed gehydreerd aan een wedstrijd te beginnen. De meeste sporters vullen waarschijnlijk hun vochtverlies na inspanning in de hitte goed aan. Voor sporters die bewust of onbewust te weinig drinken na inspanning in de hitte (bijvoorbeeld om een laag lichaamsgewicht te behouden), is het belangrijk om te weten dat dit slecht kan zijn voor een herhaalde explosieve prestatie.
Bron
- Davis JK, Laurent CM, Allen KE, Green JM, Stolworthy NI, Welch TR, Nevett ME (2015). Influence of dehydration on intermittent sprint performance. J. Strength Cond. Res., doi: 10.1519/JSC.0000000000000907