Spring naar content

Loopeconomie lager bij meer verzuring

Hardlopers verbruiken bij eenzelfde intensiteit van inspanning meer energie per kilometer wanneer ze meer melkzuur in hun bloed hebben. Hun energieverbruik is ruim vijf procent hoger indien de melkzuurconcentratie in het bloed vijf millimol per liter is in plaats van drie. Dit betekent dat toplopers 30 seconden meer nodig hebben om een afstand te lopen waar ze anders tien minuten over zouden doen.

Veel goedgetrainde duursporters maken bij het vaststellen van hun trainingsintensiteit gebruik van het zogenaamde omslagpunt. Het omslagpunt zou overeenkomen met de intensiteit waarop de spieren dusdanig veel melkzuur aanmaken dat de concentratie daarvan in het bloed ineens aanzienlijk stijgt. Volgens velen ligt dit punt bij een melkzuurconcentratie van ongeveer vier millimol per liter. Trainingen onder deze drempel worden over het algemeen beschouwd als rustig, terwijl trainingen daarboven als intensief gelden.

Duurlopers maken veel trainingskilometers onder hun omslagpunt, onder andere om hun loopeconomie te verbeteren. De loopeconomie geeft aan hoeveel energie een hardloper verbruikt om één kilometer hard te lopen. Een betere loopeconomie betekent een lager energieverbruik en kan daarmee tot een betere prestatie leiden.

Vermoeidheid zorgt echter voor een slechtere loopeconomie. Aangezien bij vermoeidheid de melkzuurconcentratie in het bloed meestal hoog oploopt, is de link tussen veel melkzuur en een slechtere loopeconomie snel gelegd. Onderzoekers uit Noorwegen hebben onderzocht hoe groot de invloed is van een hogere melkzuurconcentratie op de loopeconomie, en daarmee op de prestatie.

Indrukwekkend uithoudingsvermogen

Hardlopers die een iets hogere melkzuurconcentratie in hun bloed hebben, lopen hierdoor ruim vijf procent minder economisch, zonder dat ze een hogere hartfrequentie hebben. Dat blijkt uit de testgegevens van vier duurlopers en drie langlaufers. Deze duuratleten waren allen zeer goed getraind, blijkend uit hun indrukwekkende zuurstofopnamevermogen van 81 milliliter per kilogram per minuut. Ook hadden alle atleten veel loopervaring.

Het grote verschil in loopeconomie vonden de Noorse onderzoekers nadat ze alle duuratleten een aaneengesloten serie looptests op een lopende band hadden laten uitvoeren. De serie kwam er in het kort op neer dat bij alle lopers twee keer de loopeconomie is bepaald terwijl ze op een snelheid liepen die overeenkwam met hun individueel bepaalde omslagpunt.

In het ene geval is de loopeconomie bepaald terwijl de duuratleten de test begonnen met een melkzuurconcentratie in het bloed van 3 millimol per liter en in het andere geval was dat vijf millimol per liter. De melkzuurconcentratie was verhoogd doordat de duuratleten vlak daarvoor een intensieve looptest hadden uitgevoerd. Vervolgens moesten ze wachten tot de mekzuurconcentratie tot de gewenste waarde was gedaald.

Advies

Deze Noorse studie laat overduidelijk zien dat een iets hogere melkzuurconcentratie een aanzienlijk slechtere loopeconomie tot gevolg heeft, zonder dat dit terug te zien is in de hartfrequentie. Volgens de onderzoekers betekent de slechtere loopeconomie dat de hardlopers 30 seconden langer nodig hebben om een afstand te lopen waar ze anders tien minuten over zouden doen.

Hiermee wordt het veel gegeven advies om niet te snel te starten bevestigd. Een snellere start zal uiteindelijk tot een slechtere prestatie leiden. Uiteraard geldt dat vooral voor lange afstanden.

Overigens staan de gevonden resultaten los van de discussie of het omslagpunt überhaupt bestaat. Daar zijn de meningen immers over verdeeld.

Bron

  1. Hoff J, Støren Ø, Finstad A, Wang E, Helgerud J (2016) Increased blood lactate level deteriorates running economy in world class endurance athletes. J. Strength Cond. Res., 30: 1373-1378