Spring naar content

Menstruatiecyclus is van invloed op de maximale vrijwillige kracht

Vrouwen kunnen in de eerste week na de eisprong minder kracht leveren dan tijdens de rest van de menstruatiecyclus. Wanneer de vrouwen in deze fase een uitputtingstest uitvoeren, zijn ze echter niet eerder vermoeid. Dat blijkt uit Amerikaans onderzoek bij 9 vrouwen.

De menstruatiecyclus, beginnend op de eerste dag van de menstruatie, bestaat grofweg uit 2 fasen; de folliculaire fase en de luteale fase. De folliculaire fase is de periode vanaf het begin van de menstruatie (het verliezen van bloed) tot de eisprong. De luteale fase is de periode vanaf de eisprong tot aan het begin van de menstruatie. Tijdens deze fasen treden aanzienlijke schommelingen op in onder andere de concentratie progesteron en oestradiol (een geslachtshormoon uit de categorie oestrogenen). Het vermoeden bestaat dat deze hormoonschommelingen van invloed kunnen zijn op het prestatievermogen van vrouwen. Bestaand onderzoek heeft echter tot nu toe nog geen antwoord kunnen geven op de vraag of de menstruatiecyclus van invloed is op de maximaal te leveren kracht of op de prestatie bij submaximale tests.

Vijf testen

Aan deze studie namen 9 vrouwen van gemiddeld 25 jaar deel. Bij alle vrouwen zijn fasen van de menstruatiecyclus bepaald door de lichaamstemperatuur te meten. De duur van de fasen verschilde per individu. Tijdens elke fase moesten de vrouwen een aantal tests uitvoeren die elke keer op hetzelfde moment van de dag plaatsvonden. Ten eerste moesten de vrouwen zoveel mogelijk kracht leveren met de kniestrekkers, ook wel de maximaal vrijwillige contractie (MVC) genoemd. Vervolgens moesten de vrouwen zo lang mogelijk 25% van hun MVC leveren (uitputtingstest). Tijdens deze test konden de vrouwen op een beeldscherm zien hoeveel kracht ze moesten leveren om op 25% van hun MVC te blijven. De test werd beëindigd indien de geleverde kracht meer dan 5% fluctueerde of wanneer de vrouwen langer dan 3 s de beoogde kracht niet konden leveren.

Uit de resultaten blijkt dat de vrouwen in de eerste week na de eisprong ongeveer 7 kg minder kracht konden leveren dan tijdens de andere fasen van de menstruatiecyclus, uitgezonder het begin van de menstruatie (p=0,06). Hoe lang de vrouwen 25% van hun MVC konden leveren verschilde niet tussen de menstruatiefasen. Wel bleek dat de hoeveelheid kracht die de vrouwen leverden vlak na de eisprong meer fluctueerde dan tijdens de andere fasen.

Tot slot

De resultaten van deze studie laten zien dat vrouwen vlak na de eisprong minder kracht kunnen leveren dan tijdens de andere fasen van de menstruatiecyclus. Het is echter de vraag of dit in de praktijk ook tot een minder goede sportprestatie zal leiden. Vrouwen presteren namelijk niet slechter op een uitputtingstest gedurende de verschillende menstruele fases. Eerder onderzoek heeft laten zien dat de lichaamstemperatuur na de eisprong 0,3-0,5 °C hoger is in vergelijking met voor de eisprong. Dit zou tijdens inspanning in een warme omgeving mogelijk tot een minder goede prestatie kunnen leiden omdat eerder een kerntemperatuur bereikt wordt waarbij de prestatie zal afnemen. Op basis van de huidige studie is het in ieder geval aan te raden om na te gaan of vrouwelijke sporters een verschil in prestatie ervaren afhankelijk van de menstruatiefase. Hierbij is het goed om te weten dat het innemen van de anticonceptiepil de hormoonschommelingen die samengaan met de eisprong onderdrukt waardoor de lichaamstemperatuur in deze fase niet stijgt.

Bron

  1. Tenan MS, Hackney AC, Griffin L (2016) Maximal force and tremor changes across the menstrual cycle. Eur. J. Appl. Physiol., 116: 153-60