Spring naar content

Minder effectief afzetten leidt tot snelheidsverlies bij schaatsers

Een afname van de effectiviteit van de schaatsafzet lijkt te grootste veroorzaker van snelheidsverlies tijden een 5 km schaatswedstrijd. Gedurende de 5 km veranderen de heup en kniehoek nauwelijks waardoor de luchtwrijving gelijk blijft. Dit constateren Nederlandse schaatsonderzoekers werkzaam aan de Vrije Universiteit en hun Amerikaanse vakgenoot Carl Foster van de universiteit van Wisconsin.

Schaatstechniek zou je kunnen zien als een optelsom van de effectiviteit van de slag (hoek van het afzetbeen met het ijs), de kniehoek en de heuphoek. Samen met de geleverde spierkracht en omgevingsfactoren bepaalt de schaatstechniek de schaatssnelheid. Om meer inzicht te krijgen in wat er gebeurt met de hierboven genoemde factoren tijdens het vermoeid raken hebben Noordhof en haar collega’s 34 mannelijke schaatsers geanalyseerd tijdens een officiële wereldbekerwedstrijd.

Het berekenen van de verschillende hoeken kon met behulp van 4 camera’s die de voor- en zijkant de schaatsers filmden. Dit gebeurde voor de knie- en heuphoek op het moment dat beide schaatsen precies onder de romp waren en voor de hoek die de schaats en het been maakte met het ijs net voordat de schaats open klapt. Deze laatste hoek werd gedefinieerd als de effectiviteit van de afzet. Het filmen gebeurde op het rechte stuk van de schaatsbaan. Het bepalen van de schaatssnelheid vond op dezelfde plek plaats als het filmen. Er is geen onderscheid gemaakt tussen het linker- en rechterbeen.

Gedurende de 5000 meter nam de snelheid af naarmate de finish naderde. Ook de effectiviteit van de slag nam af. Oftewel de hoek van de schaats met het ijs nam toe. De knie- en heuphoek veranderden echter niet op het moment dat de schaatsen precies onder de romp waren.

Noordhof en collega’s concluderen dat doordat de knie- en heuphoeken gelijk blijven de luchtweerstand gelijk blijft tijdens het schaatsen. Dit zou betekenen dat het verlies van snelheid veroorzaakt wordt door een minder effectieve afzet. De auteurs komen dan ook met de praktische tip om tijdens trainingen en wedstrijden, waarbij grote vermoeidheid optreedt te letten op de hoek van het afzetbeen en schaats met het ijs. Dit is vrij gemakkelijk te analyseren met behulp van 4 camera’s en een eenvoudige analysemethode. Het is in theorie niet mogelijk dat een minder effectieve slag niet leidt tot veranderingen van de kniehoek op het moment van afzetten. Dit zou invloed kunnen hebben op de luchtweerstand. Navraag bij een van de auteurs, Jos de Koning, leert dat dit in de praktijk lijkt weg te vallen in de marge en dat deze hoekverandering dan ook niet is teruggevonden in de videoanalyses. De Koning speculeert dat het waarschijnlijk te maken heeft met de afname van de coördinatie door optredende vermoeidheid.

Wat de oorzaak van een minder effectieve afzet ook is, het lijkt zeer nuttig vooral aandacht te besteden aan het zo optimaal houden van de hoek waarmee de afzet plaatsvindt, zeker op het moment dat er vermoeidheid optreedt.

Bron

  1. Noordhof DA, Foster C, Hoozemans MJM, De Koning J (2012) Changes in speed skating velocity are related to changes in effectiveness of the push-off. Int. J. Sports. Physiol. Perf., In press