Mogelijk betere aanpassing aan training dankzij natriumbicarbonaat
Er zijn aanwijzingen dat de trainingsaanpassing beter verloopt wanneer sporters voorafgaand aan de training supplementen met natriumbicarbonaat (NaHCO3) innemen. Door NaHCO3 in te nemen vindt na de training namelijk meer genexpressie plaats van een essentieel eiwit dat belangrijk is bij de aanmaak en het onderhoud van de mitochondriën (energiefabriekjes in de spier).
Veel topsporters nemen voorafgaand aan intensieve (interval)trainingen natriumbicarbonaatsupplementen in (NaHCO3). Het idee hierachter is dat de buffercapaciteit van het bloed toeneemt waardoor het langer mogelijk is om zich intensief in te spannen. De precieze werking van NaHCO3 is in dit factsheet te lezen. Of NaHCO3-supplementen daadwerkelijk tot een betere prestatie leiden is vooralsnog onduidelijk. Het lijkt er op dat sommige sporters er wel en anderen er geen baat bij hebben. Er zijn echter ook aanwijzingen dat het innemen van NaHCO3 tot een betere trainingsaanpassing kan leiden. Onderzoekers van de McMaster Universiteit uit Canada hebben onderzocht of dat inderdaad het geval is.
Sprintinterval
Aan deze studie namen 10 mannelijke proefpersonen deel met een VO2max van 48 ml/kg.min. Zij moesten in willekeurige volgorde 2 keer een sprintintervaltraining op een fietsergometer uitvoeren. De ene keer kregen de proefpersonen zowel 90 als 60 minuten voor de training capsules met 0,2 gram NaHCO3/kg lichaamsgewicht die pas in de darm oplossen. De andere keer kregen ze op dezelfde momenten capsules met keukenzout. Tijdens de sprintinterval training moesten de proefpersonen 10 keer 60 s fietsen op een vermogen (gem. 263 Watt) dat zou leiden tot 90% van de maximale hartfrequentie, met tussentijds 60 s actieve rust (50 Watt). Zowel voor, direct na, als 3 uur na de inspanning is een spierbiopt afgenomen uit het bovenbeen (m. vastus lateralis). Daarnaast is op meerdere momenten bloed afgenomen en is tijdens de inspanning gevraagd hoe vermoeid de proefpersonen zich voelden.
Uit de resultaten blijkt dat het innemen van NaHCO3 zowel voor, tijdens, als na de inspanning tot een lagere zuurgraad van het bloed (hogere pH) leidde en tijdens inspanning tot een hogere concentratie melkzuur. Een analyse van de afgenomen spierbiopten laat zien dat na het innemen van NaHCO3 de glycogeenvoorraad tot 3 uur na de inspanning meer uitgeput was (tot 16%). Daarnaast blijkt dat de genexpressie van PGC-1α, een eiwit dat een belangrijke rol speelt bij de aanmaak en het onderhoud van de mitochondriën, 3 uur na de inspanning groter is na het innemen van NaHCO3 dan na het innemen van de placebo. Verder voelden de proefpersonen zich in beide situaties even vermoeid.
Tot slot
Nieuw aan deze studie is dat de resultaten laten zien dat het innemen van NaHCO3-supplementen de genexpressie van PGC-1α na een sprintintervaltraining vergroot. Deze grotere genexpressie is een aanwijzing dat de aanpassing van het lichaam aan de uitgevoerde training beter verloopt. Of dat op de lange termijn ook daadwerkelijk tot uiting komt in een grotere aerobe capaciteit is op basis van deze studie niet te zeggen. De supplementen zijn immers slechts eenmalig ingenomen. Het is overigens opvallend dat de proefpersonen in deze studie hun glycogeenvoorraad verder uit hadden geput nadat ze de supplementen hadden ingenomen terwijl het vermogen dat ze moesten leveren constant was. Dat wijst op een lagere efficiëntie na het innemen van de supplementen. Een duidelijke verklaring is daar niet voor te geven. Als sporters overwegen NaHCO3-supplementen in te nemen is het aan te raden dat in overleg met een voedingsdeskundige te doen. Van NaHCO3-supplementen is namelijk bekend dat er buikklachten op kunnen treden. In dit onderzoek had overigens geen van de onderzochte proefpersonen klachten na het innemen van de supplementen.
Bron
- Percival ME, Martin BJ, Gillen JB, Skelly LE, MacInnis MJ, Green AE, Tarnopolsky MA, Gibala MJ (2015) Sodium bicarbonate ingestion augments the increase in PGC-1α mRNA expression during recovery from intense interval exercise in human skeletal muscle. J. Appl. Physiol., doi: 10.1152/japplphysiol.00048.2015