Spring naar content

Motiverende rol weggelegd voor coach en aanvoerder

Wanneer coaches en aanvoerders motiverende feedback geven aan spelers, dan worden deze spelers intrinsiek gemotiveerder en presteren ze beter. Feedback van coach en aanvoerder dragen hier beiden evenveel aan bij.

Topsporters zijn continu bezig om hun grenzen te verleggen. Ze willen beter worden, sneller en sterker. Om dit te bereiken spenderen ze uur na uur aan trainingen. Vanzelfsprekend worden ze hierbij gedreven door een sterke motivatie. Deze motivatie kan uit een sporter zelf komen, bijvoorbeeld omdat een sporter er voldoening uithaalt wanneer hij of zij zichzelf verbetert. Deze vorm van gedrevenheid noemen we intrinsieke motivatie. De motivatie kan ook komen uit externe factoren, bijvoorbeeld goedkeuring van ouders of een vergoeding. Sporters die hun motivatie uit externe factoren halen, zijn extrinsiek gemotiveerd.

Intrinsiek gemotiveerde sporters voelen zich over het algemeen mentaal sterker, leren sneller, presteren beter en gaan langer door met het beoefenen van hun sport dan minder intrinsiek gemotiveerde sporters. Het is daarom van belang om sporters intrinsiek gemotiveerd te houden en er dus voor te zorgen dat ze plezier blijven halen uit het sporten.

Meestal vinden mensen sporten leuker als ze zichzelf goed vinden. Een groep Belgische onderzoekers onderzocht daarom bij 120 jonge mannelijke basketballers in hoeverre motiverende feedback van coaches en aanvoerders bijdraagt aan het gevoel van bekwaamheid, de intrinsieke motivatie en de prestatie.

Goede bal!

Uit dit onderzoek bleek dat spelers positiever zijn over hun eigen kunnen en hierdoor meer intrinsiek gemotiveerd zijn, als ze complimenten en aanmoedigingen ontvangen van hun coach of aanvoerder. Bovendien voeren spelers die motiverende feedback ontvangen een aanvallende oefening sneller uit dan spelers die geen feedback krijgen, zonder hierbij in te leveren op nauwkeurigheid; ze scoren net zo vaak.

In deze studie werden de basketballers (gemiddelde leeftijd 15 jaar) met hun eigen teamgenoten in groepen van vijf ingedeeld. Sommigen van deze groepen kregen bij de uitvoering van de aanvalsoefening geen feedback, andere groepen kregen positieve feedback van coach, aanvoerder of beiden (bijvoorbeeld: ‘Goede bal!’ ‘Ga zo door!’). Door het onderzoek op deze manier uit te voeren, kan niet alleen maar worden aangetoond dat motiverende feedback en intrinsieke motivatie gelijktijdig optreden, maar kunnen oorzaak en gevolg ook aangewezen worden. Daarom kunnen we uit deze studie concluderen dat motiverende feedback van coaches en aanvoerders leidt tot intrinsiek gemotiveerdere spelers die geloven in eigen kunnen en beter presteren.

Motiveren kun je delegeren

Coaches en aanvoerders kunnen jonge spelers dus motiveren door positieve feedback te geven. Dit klinkt logisch, maar deze toegenomen motivatie leidt er ook nog eens toe dat spelers positiever zijn over hun eigen kunnen en beter presteren.

Of de coach of de aanvoerder motiverende feedback geeft maakt niet uit; de impact op de speler is even groot. Ook worden spelers niet nóg gemotiveerder en gaan ze ook niet nóg beter presteren wanneer zowel de coach als de aanvoerder motiverende feedback geeft.

Met het oog op deze resultaten zou een coach ervoor kunnen kiezen om de motiverende taak over te dragen aan de aanvoerder, zodat hij of zij zichzelf kan richten op het geven van technische en tactische feedback. Het is hierbij overigens wel belangrijk dat de juiste speler de positieve feedback geeft. Het moet een speler zijn die door zijn of haar teamgenoten ook echt als leider wordt gezien.

Bron

  1. Fransen K, Boen F, Vansteenkiste M, Mertens N, Vande Broek G (2017). The power of competence support: The impact of coaches and athlete leaders on intrinsic motivation and performance. Scand. J. Med. Sci. Sports, Epub ahead of print, doi: 10.1111/sms.12950.