Na herstel hersenschudding grotere kans op een spierblessure
Sporters die na een hersenschudding weer fit zijn verklaard hebben de eerste drie maanden na terugkeer ruim drie keer zoveel kans op een beenblessure als degenen zonder hersenschudding. Hoewel het aan de hand van deze Amerikaanse studie niet te zeggen is of er sprake is van een oorzakelijk verband, lijkt het erop dat sporters die hersteld zijn van een hersenschudding voor langere tijd een verhoogd blessurerisico hebben.
Duels met een tegenstander kunnen soms leiden tot een hersenschudding als een sporter ongelukkig hard in botsing komt met zijn opponent. Dit kan bij allerlei sporten gebeuren zoals voetbal en handbal.
De gevolgen van een hersenschudding zijn divers en lopen uiteen van misselijkheid tot geheugenverlies. Daarnaast kan de aansturing van de spieren verstoord raken, wat kan leiden tot een slechtere coördinatie. Deze verstoring kan lang aanhouden. Dit zou in theorie kunnen betekenen dat sporters die terugkeren na een hersenschudding een groter risico hebben op het krijgen van blessures in vergelijking met fitte sporters. Vandaar ook dat er richtlijnen zijn om te bepalen wanneer een sporter weer volledig mee kan trainen met zijn team.
Hoewel het goed is dat deze richtlijnen bestaan om de terugkeer van sporters met een hersenschudding weloverwogen te laten verlopen, bevatten de richtlijnen geen specifieke beschrijving van het herstel van de coördinatie. Of sporters die fit zijn verklaard na een hersenschudding toch nog een verhoogd blessurerisico hebben, heeft een groep Amerikaanse onderzoekers bestudeerd.
Meer blessures
Nu blijkt inderdaad dat sporters die hersteld zijn van een hersenschudding in de drie maanden nadat zij weer fit verklaard zijn ruim drie keer zoveel kans hebben op het krijgen van een blessure aan hun benen als sporters die geen hersenschudding hebben gehad. In die drie maanden bleken net herstelde sporters een verhoogd risico te hebben op onder andere een enkelverstuiking, kruisbandblessures en een spierscheuring. De onderzoekers vergeleken negentig sporters die hersteld waren van een hersenschudding met sporters die geen hersenschudding hebben gehad. Voor een eerlijke vergelijking is er gecorrigeerd voor de posities waar zij speelden en ook of een zij een basis- of wisselspeler waren. Alle sporters speelden op het hoogste universitaire “college” niveau in Amerika en speelden basketbal, voetbal, Lacrosse of American football.
Al dan niet een hersenschudding hebben gehad blijkt geen effect op de hersteltijd van een beenblessure te hebben.
Tot slot
Sporters hebben een drie keer zo groot risico om een blessure op te lopen nadat ze hersteld zijn van een hersenschudding dan sporters die niet met dit letsel te kampen hebben gehad. Feitelijk is aan de hand van deze studie niet te zeggen of dit een oorzakelijk verband is, maar het lijkt wel aannemelijk. Dit ligt ook in lijn met een eerder samengevatte studie.
Het is mogelijk dat het verhoogde blessurerisico komt door een verstoorde coördinatie, zoals de onderzoekers concluderen, maar dit is uit deze studie niet op te maken. Het zou ook kunnen dat een tijdelijk lagere trainingsbelasting door de hersenschudding de veroorzaker is van de verstoorde coördinatie. Desondanks lijkt het wel goed om in de bestaande richtlijnen het herstel van de coördinatie mee te nemen in de beslissing of een sporter weer terug kan keren naar de wedstrijdselectie. Hoe dan ook is het verstandig dat de begeleidingsstaf rekening houdt met een toegenomen blessuregevoeligheid, ook nadat zij een speler fit hebben verklaard na een hersenschudding.
Bron
- Herman DC, Jones D, Harrison A, Moser M, Tillman S, Farmer K, Pass A, Clugston JR, Hernandez J, Chmielewski TL (2016). Concussion may increase the risk of subsequent lower extremity musculoskeletal injury in collegiate athletes. Sports Med., In Press DOI: 10.1007/s40279-016-0607-9