Onderzoekers: ‘Gebruik AC-ratio niet meer als voorspeller van blessurerisico’
De ‘acute:chronic workload ratio’ (AC-ratio) is naar alle waarschijnlijkheid geen goede voorspeller van blessurerisico. Verschillende onderzoekers pleiten ervoor om de maat daarom niet te gebruiken in de sportpraktijk. De veelvuldig geadviseerde ratio, waarbij de acute trainingsbelasting wordt afgezet tegen de belasting van de afgelopen weken, blijkt op een aantal kritieke punten te rammelen.
Diverse instanties adviseerden de afgelopen jaren aan coaches om de AC-ratio te gebruiken om het blessurerisico van hun sporters te minimaliseren. Bij deze ratio wordt de trainingsbelasting (bijvoorbeeld de gelopen afstand of ervaren vermoeidheid) van de huidige week afgezet tegen de belasting van de afgelopen vier weken. Hierbij zou de ratio een ‘sweet spot’ bevatten bij waarden tussen de 0,8 en 1,3, waarbij het risico op blessures klein is (afbeelding 1)[1]. Het advies is om binnen deze range te trainen om zo het risico op blessures te verlagen. Een AC-ratio hoger dan 1,5 zouden sporters moeten proberen te vermijden, omdat hier het risico op blessures groot zou zijn.
De adviezen zijn onder meer opgenomen in een ‘consensus statement’ van het Internationaal Olympisch Comité[2]. Ook Topsport Topics heeft geadviseerd deze ratio te gebruiken, ermee rekening houdend dat de sweet spot voor iedereen en per activiteit anders ligt. Kritische wetenschappers zeggen nu: we weten inderdaad niet waar de sweet spot voor een individu ligt, wat het heel moeilijk maakt de ratio te gebruiken om blessures te voorkomen. Ook zijn er bezwaren tegen de studies die beweren dat er een relatie bestaat tussen de AC-ratio en blessurerisico. Tot slot zijn er fysiologische bezwaren[3,4,5].
Wat weten we al?
- De AC-ratio wordt vaak gebruikt als maat voor blessurerisico.
Wat is nieuw?
- Wetenschappers hebben stevige kritiek op deze maat en raden gebruik ervan af.
Bezwaren ratio
De gedachtegang achter het advies rond de AC-ratioende sweet spot is dat een sporter te veel van zijn lichaam vraagt als hij veel meer traint dan hij normaal gesproken doet. Hierdoor loopt de sporter een groter risico op blessures[5]. Hoewel deze gedachtegang klopt, blijkt de ratio niet goed weer te geven wanneer iets ‘teveel’ is voor een individu. De chronische belasting geeft namelijk niet aan in hoeverre iemand is voorbereid op een bepaalde inspanning. Het enige dat de chronische belasting doet, is de acute belasting herschalen. Het gevolg hiervan is dat het effect van de acute belasting – en dus de relatie met blessures – sterker lijkt dan deze in werkelijkheid is[3]. Dit zwakt de studieresultaten die aan relatie aantonen tussen AC-ratio en blessurerisico flink af.
Bezwaren uitgevoerde studies
Dat is niet de enige kritiek op de studies die een relatie laten zien tussen AC-ratio en blessurerisico. De onderzochte groepen zijn te klein en de gebruikte statistiek is niet passend[5]. En misschien wel belangrijker: een oorzaak-gevolgrelatie is nooit aangetoond[3]. Ook is niet bekend of een aanpassing in AC-ratio, bijvoorbeeld door de acute belasting van een sporter te verlagen als die te hoog is, ervoor zorgt dat het blessurerisico lager wordt[3]. Zolang dit onbekend is, is de AC-ratio niet bruikbaar als middel om trainingsaanpassingen te doen.
Bij de meeste studies is geen rekening gehouden met factoren die gerelateerd zijn aan zowel de acute belasting als blessures, zogeheten ‘confounding factors’[5]. Dat maakt dat onderzoeksresultaten kunnen duiden op een relatie die er feitelijk niet is. Pijn kan bijvoorbeeld zo’n confounding factor zijn. Een bepaalde belasting kan zorgen voor pijn. Die kan een voorbode zijn voor blessures en ervoor zorgen dat een sporter de week erop minder traint. Pijn beïnvloedt dus zowel de voorspellende maat (trainingsbelasting) als de uitkomstmaat (blessures).
Ook houden de studies waarin de AC-ratio als risicovoorspeller werd onderzocht geen rekening met sporters die meerdere keren geblesseerd raakten[5]. In plaats daarvan werd elke blessure gezien als een eerste blessure. Dit is problematisch omdat het bekend is dat iemand die een bepaalde blessure heeft gehad een grotere kans heeft om deze blessure nog een keer op te lopen. Dat niet meenemen in een studie maakt de onderzoeksresultaten minder betrouwbaar.
Fysiologische bezwaren
Eerdere studies claimen dat het risico op blessures – ingeschat met de AC-ratio – verloopt volgens een U-vorm. Dit betekent dat een sporter ook een hogere kans loopt op blessures in een week met minder training dan normaal. En dat niet alleen: het suggereert ook dat als de belasting verder daalt, het risico op blessures toeneemt. Dit ligt fysiologisch gezien niet voor de hand. Spieren en pezen raken namelijk alleen beschadigd als de belasting hoger is dan wat de weefsels aankunnen[5]. Dat onderzoek deze relatie toch laat zien, komt waarschijnlijk door de wijze waarop de ratio tot stand komt, waarbij onterecht een hoger blessurerisico aan een lagere AC-ratio wordt gelinkt[5].
Wat nu?
Wetenschappers adviseren door de vele kritiek de AC-ratio niet langer als middel te gebruiken om aanpassingen te doen in de trainingsbelasting om zo het blessurerisico te verlagen[3]. Tot nu is er helaas geen andere methode die een goede voorspelling doet van het blessurerisico. Wel kan het nuttig zijn de belasting van sporters (objectief en subjectief) over een bepaalde periode in kaart te brengen om zo na te gaan of trainingsdoelen worden gehaald en of er niet een te grote variatie in trainingsbelasting is. Het heeft hierbij de voorkeur directe belastingsmaten te gebruiken – bijvoorbeeld gelopen afstand of ervaren mate van inspanning (sRPE) – in plaats van een vertroebelde ratio[3].
Bronnen
- Gabbett TJ. The training-injury prevention paradox: should athletes be training smarter and harder? Br J Sports Med. 2016 Mar;50(5):273-80.
- Soligard T, Schwellnus M, Alonso JM, et al. How much is too much? (Part 1) International Olympic Committee consensus statement on load in sport and risk of injury. Br J Sports Med. 2016;50(17): 1030–1041.
- Impellizzeri FM, Tenan MS, Kempton T, Novak A, Coutts AJ. Acute:chronic workload ratio: conceptual issues and fundamental pitfalls. Int J Sports Physiol Perform. 2020 Jun 5:1-7. doi: 10.1123/ijspp.2019-0864. Epub ahead of print.
- Impellizzeri FM, Woodcock S, Coutts AJ, Fanchini M, McCall A, Vigotsky AD. What role do chronic workloads play in the acute to chronic workload ratio? Time to dismiss acwr and its underlying theory. Sports Med. 2020 Dec 17. doi: 10.1007/s40279-020-01378-6. Epub ahead of print.
- Wang C, Vargas JT, Stokes T, Steele R, Shrier I. Analyzing activity and injury: lessons learned from the acute:chronic workload ratio. Sports Med. 2020 Jul;50(7):1243-1254.