Spring naar content

Risicofactoren voor een hamstringblessure bij voetballers

Voetballers hebben de grootste kans op een hamstringblessure als zij al eerder zo’n blessure hebben gehad. Dit blijkt uit een onderzoek van Van Beijsterveld en collega’s uit Utrecht.

Het zijn bekende beelden: voetballers die in een volle sprint naar hun hamstring grijpen en met een van pijn vertrokken gezicht op de grond vallen. Een bekend voorbeeld is wellicht Arjen Robben. In de ‘uitzwaaiwedstrijd’ voor het WK in Zuid-Afrika viel hij uit vanwege een hamstringblessure. Het kostte hem bijna het WK. Hamstringblessures komen geregeld voor in het voetbal en het herstel duurt vaak lang. Als het duidelijk zou zijn waarom voetballers een hamstringblessure oplopen kunnen zij wellicht in de toekomst preventief trainen of behandelingen ondergaan om dit soort blessures te voorkomen. Om risicofactoren voor een hamstringblessure in kaart te brengen hebben Van Beijsterveldt en collega’s een uitgebreid literatuuronderzoek uitgevoerd.

In totaal hebben de onderzoekers 157 artikelen gevonden die iets met hamstringblessures en voetbal te maken hadden. Uiteindelijk zijn hier zeven artikelen van overgebleven die voldeden aan de inclusiescriteria. In alle gevallen ging het om prospectief onderzoek. Dit betekent dat een groep mensen een aantal metingen heeft ondergaan en daarna een periode gevolgd is om te kijken wat er in de tijd gebeurde. In dit geval ging het om onderzoek waarbij fysieke eigenschappen van voetballers gemeten zijn, waarna vervolgens in de tijd gekeken is of een hamstringblessure optrad.

Uit de review blijkt dat een eerder opgelopen hamstringblessure de beste voorspeller is voor het oplopen van een nieuwe hamstringblessure. Ook hier is Arjen Robben een goed voorbeeld, aangezien hij al meermalen getroffen is door een hamstringblessure. In het merendeel van de studies waarin dit is onderzocht is een significante relatie gevonden. Voor andere risicofactoren zoals leeftijd, een disbalans van bovenbeenkracht, kracht en lenigheid van de hamstrings is het bewijs minder sterk. In sommige studies is wel een verband tussen deze risicofactoren en het oplopen van een hamstringblessure gevonden, maar in ander onderzoek niet. Factoren die geen rol lijken te spelen bij het krijgen van een hamstringblessure zijn onder andere het niveau van spelen tijdens het vorige seizoen, de score op een counter movement jump-test, de verhouding trainingen/wedstrijden, piekkracht en de body mass index van een speler.

Ondanks dat een eerder opgelopen hamstringblessure het risico op een nieuwe hamstringblessure lijkt te vergroten is onduidelijk wat hiervan de oorzaak is. Wellicht zijn een inadequate revalidatie of het sowieso hebben van kwetsbare hamstrings belangrijke factoren. Zolang de oorzaak niet duidelijk is, blijft het lastig een praktisch advies te geven over hoe een hamstringblessure te voorkomen is. Het is in ieder geval belangrijk om een speler die al eens een hamstringblessure heeft gehad nauwlettend in de gaten te houden.

De kwetsbaarheid van de hamstrings is wellicht te verminderen met behulp van gerichte krachttraining zoals de Nordic hamstring training (link).

Bron

  1. Van Beijsterveldt AMC, Van der Port IGL, Vereijken AJ, Backx FJG (2013) Risk factors for hamstring injuries in male soccer players: a systematic review of prospective studies. Scand. J. Med. Sci. Sports, 23: 253-262