Spring naar content

Teamsporters presteren slechter in de “vroege” ochtend

Teamsporters presteren slechter als het volgens hun biologische klok vroeg in de ochtend is. Dit effect wordt versterkt als zij voor een uitwedstrijd meerdere tijdzones ver hebben gereisd. Tijdens een ochtendwedstrijd waarbij het in hun thuisstad nog vroeger is dan op de wedstrijdlocatie, maken ze meer fouten en is de kans op een verloren wedstrijd groter.

De meeste sporters presteren het beste 6 tot 10 uur nadat zij zijn opgestaan. Dit komt doordat het lichaam een zogenaamde biologische klok heeft, die het slaap-waakritme bepaalt. Deze interne klok maakt dat de meeste sportprestaties in de vroege ochtend minder goed zijn dan ’s middags: bijna alle zwem- en wielerrecords zijn in de middag verbroken. Ook de reactietijd en beweeglijkheid van sporters blijken aan het eind van de middag pas optimaal te zijn. Het lijkt daarom aannemelijk dat ook de prestatie van teamsporters varieert met het tijdstip van de dag.

Tijdzones

Bij internationale toernooien moeten teams soms zo ver reizen dat zij een uitwedstrijd in een andere tijdzone moeten spelen. Hierdoor vindt een wedstrijd plaats op een ander tijdstip dan de interne klok van de spelers aangeeft. Als sporters naar het westen reizen, voelt het tijdstip van een wedstrijd aan alsof deze later plaatsvindt. Teams die naar het oosten reizen, moeten voor hun gevoel juist eerder spelen dan de tegenpartij. Dit zou vooral bij ochtendwedstrijden nadelig kunnen zijn voor de uitspelers.

Of teams die naar het oosten moesten reizen voor wedstrijden ook daadwerkelijk slechter presteren, is door Brian Stonelake op een originele manier onderzocht. Deze Amerikaanse wiskundige uit Oregon heeft alle wedstrijden van American Footballteams in de “National Football League” tussen 2001 en 2014 geanalyseerd (in totaal meer dan 3500). Hierbij hield hij rekening met de tijdzone in de thuisstad van de spelers en het lokale tijdstip van de wedstrijd.

Oneerlijk voordeel

Als een team uit het westen (bijvoorbeeld San Francisco) in het oosten (bijvoorbeeld New York) moest spelen om 10 uur ’s ochtends plaatselijke tijd, voelde dit voor de spelers als 7 uur ’s ochtends. Dit leidde volgens de onderzoeker tot een oneerlijk nadeel: thuisspelende teams wonnen namelijk in dat geval 65% van alle ochtendwedstrijden. Dit is volgens de auteur gedeeltelijk te verklaren doordat teams die uit het westen kwamen bij deze wedstrijden meer fouten maakten. Zo kregen zij meer penalty’s tegen, en lieten ze de bal vaker vallen bij het overspelen. Verder bleek dat thuisteams in dit geval met meer punten verschil (ongeveer 5) wonnen dan het gemiddelde verschil in punten (2,3). Het voordeel dat oostelijke thuisteams hadden was logischerwijs kleiner in de middag ( 57%) en in de avond (54%).

Advies

Nederlandse teams hoeven alleen tijdens internationale toernooien in een andere tijdzone te spelen. Wel geldt voor hen net zo goed dat ze niet optimaal zullen presteren als een wedstrijd voor hun gevoel vroeg in de ochtend plaatsvindt (zie ook hier). Voor een belangrijke wedstrijd is daarom waarschijnlijk nuttig om hun biologische klok zo te verschuiven dat de wedstrijd minstens 8 uur na het opstaan plaatsvindt.

Het verschuiven van de biologische klok kan op dezelfde manier als het beperken van de effecten van een jetlag. Hierbij verschuift een sporter zijn gehele dag- en nachtritme in stappen van 1 uur per dag, door steeds een uur eerder (of later) op te staan en zijn hele dagritme mee aan te passen (zie het factsheet jetlag voor praktische adviezen).

Bron

  1. Stonelake B (2016). Managing the body clock: examining the competitive disadvantage associated with scheduling east coast NFL Road Games for west coast teams in the early time slot. JEPonline 19: 1-12